Zeer kort rondje Achterhoek/Overijssel

De kortste trip ooit, ongeveer 30 uur.
Door allerlei omstandigheden kunnen we pas zaterdag in de loop van de ochtend vertrekken.

Onze reis in één oogopslag

Zaterdag 9 maart

Het zonnetje schijnt nog niet echt, maar het zou straks wel moeten gebeuren. Het dorpje Beltrum wordt het beginpunt van onze wandeling. Acht kilometers over vooral halfverharde paden. Silo-art hebben we al vaker gezien en ook in Beltrum is er één, genaamd het Bloemenmeisje. Eenmaal op het beginpunt is het koffietijd en dat gaan we niet negeren. Warm van binnen en lekkere jas met muts aan want met zeven graden is het niet zo warm, wel zonnig inmiddels.
Het 1e deel volgen we het Sonderspad met struiken, poeltjes en beken. Bij het rustpunt Tokke-Wekke worden de stoeltjes uit de wind gezet en de broodjes opgegeten. Het Austepad brengt ons door Landgoed Noasman, nieuwe natuur sinds 2005. Bij de vijver is een vleermuiskelder en oeverzwaluwwand aangelegd. Kuifeenden en meerkoeten zwemmen heerlijk in het zonnetje. Wat verder bloeiende struiken waar de eerste vlinders al inzitten, een echt lentegevoel. Vervolgens wandelen we langs hoge essen ontstaan door plaggenbemesting. Het laatste stuk door het dorpsbos de Hoornhorst waar hard (en vooral met veel herrie) gewerkt wordt en daarna komt Beltrum weer in zicht. Van de Beltrumse Roomboter fabriek uit 1894 staat nog een klein stukje van de schoorsteen op een veldje, gered van de sloophamer. 8,6 km op de teller en lekker rozig door de zon. Mooie wandeling.
Rusten, eten en vanavond gaan de voetjes van de vloer in Eibergen. 

Na een geslaagde dansavond staan we nu bij Henk Pen camperdealer in Haaksbergen. Zelfs gratis aan de stroom en morgen verder.

Zondag 10 maart

Vandaag staat een bezoek aan Enschede op het program. Tijdens een lekkere luie zondagochtend pakken we het internet erbij om een mooie stadswandeling te zoeken. We vinden wel een paar wandelingen met stadsgids, maar zoeken toch echt een route om te downloaden en zelf te lopen. Intussen is de koffie koud geworden, maar dan hebben we toch eindelijk beet: er is een ANWB-stadswandeling door het centrum van Enschede. Meer smaken zijn er niet, dus deze wordt het.

We kunnen parkeren op de Roombeek, vlak bij een groot grasveld.
Dit blijkt het episch centrum geweest te zijn van de vuurwerkramp op 13 mei 2000. Hier stond de fabriek van S.E. Fireworks. Al wat ervan over is zijn een paar scheefgezakte grondplaten en een kleine krater. Er is een monument “Het Verdwenen Huis Tussen Hemel en Aarde” dat de contouren van een huis laten zien en ook een granieten steen waarop alle slachtoffers genoemd worden.
Om dit grasveld is een hele nieuwe wijk gebouwd met vooral veel verschillende, moderne huizen. Een mooi geheel en het is echt genieten van de vele hoogstandjes.

Even verder huist het Rijksmuseum Twente in een groot gebouw, waarin meerdere tentoonstellingen zijn, maar dat ook een binnentuin heeft die we volgens de beschrijving gezien moeten hebben. Er blijkt een leuke tentoonstelling “het internationale landschap” te zijn, waarbij 19e-eeuwse schilderijen gerangschikt zijn volgens thema’s als: zee, bergen, winter en bossen.
Er zijn nog een paar tentoonstellingen die niet zo onze belangstelling trekken en helaas kunnen we in de binnentuin ook niet veel bijzonders ontdekken of het moet de rode, opengewerkte bak zijn.

Vrij snel kunnen we dus verder de binnenstad in. De Jacobuskerk is indrukwekkend vanwege de grootte en zijn Byzantijnse stijl, de booggalerij en de bronzen koepels. Deze koepels geven ook de binnenkant een aparte vorm. Helaas kunnen we dit alleen maar door de ijzeren deuren van de kapel bewonderen en zien we niet veel details.
Erg leuk en druk bezocht door kinderen is “Het ei van Ko”, een eivormige fontein met beelden van een jong gezin met hun hond. De fontein ligt voor het stadhuis. Helaas stroomt er nu geen water doorheen. “Ko” komt overigens van de toenmalige burgemeester Ko Wieringa.

Voor het overige is de binnenstad vooral een winkelcentrum met veel fast-foodtentjes, maar daar hebben wij niets mee. We snappen nu waarom er maar 1 stadswandeling te vinden was op het internet. De eerste 4 regels van het gedicht van Willem Wilmink zijn ons bijgebleven en kunnen we onderschrijven.


"Het is het eindpunt van de trein
bijna geen mens hoeft er te zijn
bijna geen hond gaat zover mee:
Enschede."

We lopen snel terug naar de camper om op te warmen voordat we weer op huis aan gaan. Net voordat we daar aankomen zien we nog een opvallend gebouw, bekleed met tegels: De Stadshaard van de wijk Roombeek. Voor sommigen één van de lelijkste gebouwen van Nederland. Als je echter goed kijkt naar alle tegels, dan kun je er een canon van Enschede in zien, maar ook bv een 5-centstuk, Jan Cremer op de motor, een Grolsch-beugelfles en zelfs Beatrix op de fiets. En op een haard hóren toch ook delftsblauwe tegels?
Al met al toch weer een verrassende middagwandeling.