Zaterdag 28 mei

Deze ochtend besluiten we om naar Castellane te rijden. Dit weekend is daar een festival en er zou ook een dansavond zijn. Morgen volgt dan nog een optocht.

Onderweg drinken we koffie op een rustige parkeerplaats. Het riviertje de Asse stroomt hier en wij gaan met de pootjes in het water. Lekker koel en schoon, maar veel te ondiep om te zwemmen.

Rond de middag zien we op borden dat we vlakbij Col des Lègues rijden en dat daar fossielen te bewonderen zijn. Daar rijden we natuurlijk niet aan voorbij. Snel de parkeerplaats opgezocht en een hapje eten. Het blijkt op drie kwartier loopafstand te zijn. Goed te doen dus. Het gaat hier om de vindplaats van "des sirènes fossiles", een kudde fossiele zeekoeien dus. Het is een unieke plaats in zijn soort en zeker 35 miljoen jaar geleden ontstaan. Vreemd om te bedenken dat daar waar nu de bergen zijn ooit een zee is geweest en wij op de bodem lopen. Zeekoeien zijn herbivoren en eten algen en andere waterplanten. Op andere vindplaatsen (want er zijn er meer) treft men vaak alleen ribben en wervels aan. Het bijzonder van deze plaats is dat er 4 schedels, een onderkaak en een voorpoot bijna geheel intact gevonden zijn. Waarschijnlijk zijn deze delen bewaard gebleven door een storm, waarin ze snel door zand en grind bedolven werden. De vindplaatsen zijn met glazen platen beschermd, maar we kunnen ze nog heel goed herkennen. Een heel bijzonder plekje.

Dan op weg naar Castellane, in sneltreinvaart halen we nog een paar boodschappen. We zien de Chapelle Notre Dame du Roc al van ver liggen. De camperplaats is aan de voet deze hoge rots. Na het eten en een flinke wasbeurt duiken we het avond/nachtleven in. Er hangt een goede sfeer op de kermis en de terrassen. Helaas is er op de muziek van het orkestje lastig te dansen. Laat gaan we naar de camper terug en pakken daar nog een afzakkertje.

Zondag 29 mei

We worden wakker met een hevige regenbui. Een blik op weeronline vertelt ons dat het de hele morgen flink zal blijven doorgieten. Rond de middag verhuizen we naar de camping Frédéric Mistral, dan kunnen we ook morgen nog rondkijken in deze plaats. Net voor drie uur lijkt het definitief droog te worden. Precies op tijd, want een Mario-kart demonstratie begint.  Ze scheuren met veel kabaal en rook door de straten van het stadje. Het corso volgt; praalwagens, muziek en dansgroep uit België en een percussie groep laten duidelijk van zich horen. Het is geen groot corso maar wel een leuke. Jammer dat we niet alles wat ze laten zien begrijpen.

De rest van de avond gebruiken we om de Power Point presentatie bij te werken, er is genoeg stroom voorhanden.

Maandag 30 mei

Om 8 uur gaat de wekker, want de wandeling naar de Notre Dame du Roc staat op het programma. Het groepje motorrijders dat achter ons staat vertrekt vroeg deze ochtend. Ons ochtendritueel is juist wat uitgebreider met een heerlijke douche.

Na een bezoekje aan de bakker wandelen we richting de rots. We lopen via een bergpad, wel wat hobbelig, in een goed half uur naar boven. Het hoogteverschil is 185 meter. Goede wandelschoenen zijn wel aan te raden en een flesje water ook. Eenmaal boven heb je een fantastisch uitzicht op het stadje met de rivier de Verdon en op de omliggende bergen. Al voor het jaar 1000 stond hier een fort en werd er voor de soldaten een kapel aangebouwd. Zoals zo vaak in de geschiedenis is de kapel verwoest en weer opgebouwd en verfraaid. In 1876 werd in de gerestaureerde westelijke gevel een poort gemaakt en het monumentale Mariabeeld bovenop werd ingewijd.

Van binnen is het een mooi kerkje. Aan de muren hangen veel schilderijen en gedenkbordjes van pelgrims die hier zijn geweest de afgelopen jaren. We zoeken een rustig plekje en genieten van onze koffie met een "pain chocolat". Als je even in zuidelijke richting loopt zie je het oude Mariabeeld van de kerk. Het werd in 1970 onthoofd door blikseminslag. Ook de restanten van de middeleeuwse plaats Petra Castellane, haar oude muren en de ruïnes van de St. André Kerk liggen hier vlakbij.

Eenmaal beneden eten we op de camping en rijden daarna de Gorges du Verdon in. Onderweg stoppen we een aantal keren om foto's te maken, het is hier erg mooi. Onze tweede wandeling deze dag starten we bij de parking La Colle l' Olivier. Een 6 kilometer lange wandeling, genaamd Sentier du Pêcheurs (pad van de vissers) naar de rivier en weer terug. We starten boven, waar het behoorlijk waait. Het begint met een zware afdaling. De wolken houden de zon niet tegen en de schaduw van de bomen is heerlijk verkoelend. Het is een prachtige tocht, mooie vergezichten en de rivier die steeds dichterbij komt. Uiteindelijk komen we beneden in de kloof bij het water, waar we even rusten.  Hier is het windstil. Tja  ... en dan moet je het hele eind weer naar boven. De uitzichten over de kloof, rivier en het bergweitje zijn prachtig. En als toetje vliegen er gieren over, wat zijn ze groot en mooi. De laatste loodjes wegen het zwaarst, maar wat een wandeling. Heel blij dat we hem gedaan hebben.

Na een lange rustpauze gaan we op zoek naar een camperplaats. We vinden die samen met een paar heerlijke pizza's in Riez.

Maandag 31 mei

Een rustige ochtend op deze dag om mee te beginnen en het lichaam de kans te geven om weer te herstellen.  Na de middag rijden we weer verder.  De plateau van Valensole is 800 km2 groot en ligt op 500 meter hoogte. Het is 1 van de graanschuren van Frankrijk en één van de weinige plekken die geschikt is voor de verbouw van lavendel. Helaas bloeit het nog niet. Het zijn hele grote velden, soms zover het oog reikt. Wat zal dat een paarse zee zijn als alles in bloei staat in juni/juli. 

Het oude Manosque blijkt lastig te vinden, dus een bezoek blijft nog even op ons lijstje staan. Aire Municipal Villeneuve daarentegen is vlakbij en een oude bekende. Op de kilometerteller staan pas 60 kilometer, maar het is bijna 5 uur, dus de keuze is snel gemaakt. Met een avondwandelingetje door het dorp sluiten we de dag af.

Dinsdag 1 juni

We schrikken vanochtend om kwart over 9 wakker. Vroeg wegrijden, wat we van plan waren, zit er niet meer in. Dan maar lekker met een eitje ontbijten en tegen 10.30 uur op weg naar het Noorden. In Serres komt er een wandelstop. Tocht nummer 5 wordt het: Les Voies de nos Ancètres, de wegen van onze voorouders. Zeven kilometer lang en 200 meter hoogteverschil.

Het blijkt een aardige tocht te zijn. Eerst een stuk langs de rivier de Buëch, waar mensen op een vreemde manier hun auto hebben geparkeerd. Daarna een stuk omhoog en omlaag door het bos en over een heuvel waar al sinds 2500 voor Chr. mensen wonen. Klaprozen, brem en andere bloeiers laten hun prachtige bloemen zien. Op het laatste stuk begint het een beetje te miezeren. Drie uur later arriveren we weer bij de camper.

Toch nog maar een stukje naar het noorden rijden, eten onderweg en uiteindelijk in Montferrat uitkomen. Op een parkeerplaats staan al drie campers, we kunnen er nog makkelijk bij.

Woensdag 2 juni

Vanmorgen staan we om 8 uur op en een uur later zijn we weer onderweg. Onderweg passeren we Pèrouges, een middeleeuws stadje. Even rondkijken of niet? Natuurlijk gaan we dit doen! Helaas begint het net te regenen en we wachten even tot de bui voorbij drijft. Helaas voor ons, maar het hemelwater blijft naar beneden vallen. Gewapend met paraplu's stappen we onder de poort door. Deze maakt deel uit van het kerkje met metersdikke muren. De kerk werd gebouwd in de 15e eeuw en is een historisch monument. In 1468 werd ze door de bewoners afgebroken: ze hadden snel stenen nodig voor de opbouw van de vestingmuren voor het verdedigen van de stad. In 1469 begon de herbouw en 10 jaar later was het klaar. De straten bestaan uit kinderkopjes, die een mooie eenheid vormen met de woningen die hier staan. De twee bronnen van inkomsten waren de landbouw en weverij. Sinds 1236 heeft Pèrouges stadsrechten.

Tijdens de XIX eeuw werd het stadje aan zijn lot overgelaten: er werden wegen verlegd en de trein reed er niet meer doorheen. 

Van de 1500 inwoners bleven er nog maar 8 over. Vanaf 1911 is het een beschermd stadje. Vele archeologen hielpen bij de wederopbouw. Het plein van de Lindeboom is het beste bewaard gebleven, onder de Gotische galerij verkochten de stoffenhandelaren hun koopwaar. Het oudste huis dateert uit de 13e eeuw. Een zonnewijzer met wapenschilden van Pérouges en de streek La Dombes siert één van de woningen.

Eenmaal terug in de camper nemen we lekker een kom soep om weer warm te worden.

We vinden uiteindelijk in Plombières-les-Bains een mooie camperplaats. De regen die niet van wijken weet, is "gezellig" met ons mee getrokken.

Donderdag 3 juni

Het is vanmorgen zowaar droog, dus we besluiten eerst maar eens te gaan wandelen. Alle gelegenheden die je krijgt moet je maar meteen pakken. 

Vanaf de camper kunnen we zo het park/bos inlopen. Het ligt op een flank van een helling en is behoorlijk steil om naar boven te klauteren. Beetje uitkijken waar we lopen, want alles is nog kletsnat. Eenmaal boven is er een mooi uitzicht op Plombières.

De Romeinen, grote liefhebbers van thermale baden, hebben hier één van de grootste thermencomplexen van Gallië gebouwd. Beroemdheden kwamen hier om hun kwalen te behandelen. Leczinsky Stanislas, Hertog van Lotharingen en Josephine de Beauharnais, de echtgenote van Napoleon Bonaparte waren er enkele van.

Het was Napoleon III die de thermale baden nieuw leven in blies. Hij verbleef hier zeven keer en onderging vijf kuren. Plombières heeft zijn kerk, park, thermale baden en de grote ondergrondse werken te danken aan de keizer. Dit alles is vandaag de dag nog steeds zichtbaar in de historische monumenten die de stad met de "Duizend Balkons" kenmerken. Het voormalige treinstation is omgetoverd tot Casino. Via de weg wandelen we weer richting de camper.

Zodra we in de auto zitten begint het weer te regenen en ook onderweg en de rest van de dag houdt het niet meer op. Het laatste gedeelte rijden we over een erg slechte weg bij Bastogne. Alles in de camper rammelt en echt fijn is dat niet. Bij de camperplek "Barrage de Nisramont" in La-Roche-en-Ardenne houden we halt.

Vrijdag 4 juni

Vanmorgen is het gelukkig weer droog buiten, zeker met rijden is dat prettiger. Om wat stijfheid van de afgelopen dagen kwijt te raken lopen we een klein eindje.

Eenmaal weer op de weg merken we dat we een stukje een andere richting op gaan. TomTom heeft blijkbaar andere ideeën dan wij. We nemen het heft weer zelf in handen en dan gaat het goed. De kilometers vliegen onder de wielen door en net voor 12 uur passeren we de Nederlandse grens. Na de lunch gaan we voor het laatste stuk. Om kwart over drie zijn we weer thuis, waar Jelmer op ons wacht met koffie. Lekker!

Veel nieuwe dingen ontdekt en gewandeld, regelmatig regen en wind gehad, maar ook lekker uitgerust keren we huiswaarts. In totaal hebben we 2827 km gereden.