Donderdag 25 augustus

Vanmorgen is het wat mistig als we op pad gaan, maar al snel brandt de zon alles weer schoon. Het Urdaibai natuurreservaat ligt op de oever van de riviermonding Mundaka. Hier stroomt in het hart de rivier de Oka, die uitmondt in zee. In het moerasgebied aan die monding arriveren jaarlijks duizenden trekvogels, 250 verschillende soorten om precies te zijn, waaronder de visarend, de lepelaar en de roerdomp. Voor die bezoekers die meer willen weten is er het Bird Centre in een oude conservenfabriek. In het observatorium zie je het komen en gaan van de grote "internationale luchthaven" voor vogels. Wij slaan die over wegens tijdgebrek, maar maken een tweetal wandelingen naar observatiehutten. We zien veel watervogels ondanks dat het hartje zomer is en de trek voor de winter nog niet begonnen is. Een prachtig gebied! De Franse keizer Napoleon III en zijn vrouw Eugenia de Montijo gaven in 1856 opdracht om de oude toren van Artega te reconstrueren. Nu is het een “Relais Chataux”.

Mundaka is het surfparadijs in Baskenland en zelfs voor heel Spanje. Het is in Europa de beste "linkse golf" (lefthand waves). Deze golf kan 5 meter hoog worden en wel tot 400 meter lang. Nu zijn de golven vandaag niet zo hoog, maar het is een leuk schouwspel om voor een poosje te bekijken. Zo denken veel mensen erover, want het is er erg druk.

Om naar de vuurtoren en observatiehut aan de kaap bij Matxitxako te komen moeten we weer wandelen. Dit keer een makkelijke tocht over een weg vol gaten van bijna 3 km lang.
We genieten van de rust en lopen merendeels in de schaduw. Het uitzicht is prachtig. Helaas laten de dolfijnen zich niet zien. Wel spotten we verderop ons volgende en laatste doel van deze dag: het kerkje van San Juan de Gaztelugatxe.

Gaztelugatxe is een eilandje in de buurt van het plaatsje Bermeo en verbonden met het vasteland door een brug met twee bogen en een trap met 237 treden. Op het eiland staat een kapel, gewijd aan Johannes de Doper. Genieten van de zee en de vogels die hier nestelen. Men zegt dat wanneer je aan de bel van de kerk trekt, je een wens mag doen. Het kerkje is in de 10e eeuw gebouwd en er zijn graven gevonden uit de 9e en 12e eeuw. Inigo Lopez, Heer van Biskaje, schonk het in 1053 aan het klooster van San Juan de la Peña. De strategische ligging van het eiland heeft er verschillende keren voor gezorgd dat het in oorlogsgeweld terecht kwam. In 1334 werd strijd geleverd tussen Alfonso XI, de koning van Castilië, tegen de zeven ridders uit Vizcaya die het eiland beschermden. De belegering duurde een maand en de koning verloor vernederend de strijd. In 1593 veroverde de Engelse piraat Francis Drake het eiland en in 1596 werd het veroverd en geplunderd door Hugenoten. De kluizenaar werd van de kliffen gegooid. In 1978 werd het kerkje voor de laatste keer vernietigd door een brand en in 1980 is het weer opnieuw ingehuldigd. Tegen 18.30 uur komen we hier aan. Gelukkig is het iets minder druk dan wat we eerder van een afstandje gezien hebben. Het is wel een vrij pittige klim maar de uitzichten vergoeden alles. Wat een plaatje!! De bel van de kerk wordt ook gebruikt en met die wens zit het helemaal goed. Iets minder zijn de donkere wolken die aan de horizon verschijnen. Snel het ijsje opeten en naar beneden. De teller staat op 13 kilometer vandaag. Net weer beneden gekomen begint het ontzettend hard te waaien en wordt het erg donker. We verwachten van alles, maar er komt niets. Geen regen, geen onweer, de wind gaat liggen en wij reizen verder.

Camperplaats Sopela bereiken we via een kleine omweg. Inmiddels is het 21.30 uur en zijn we hondsmoe. Maar het was weer een supermooie dag.

Vrijdag 26 augustus

De ruime CP is prima, maar de Duitser links naast ons besluit de plek maar als een camping te gebruiken, gezien de luifel en stormlijnen. Met dit heerlijke weer ontbijten we weer buiten.
Vandaag een wat rustiger dag. De Puente Colgante is een zweefbrug die de verbinding vormt tussen de voormalige vissersplaatsen Getxo en Portugalete. Via de zweefconstructie kunnen voertuigen en passagiers vervoerd worden. Deze hangende brug, ligt op 10 kilometer afstand van het centrum van Bilbao. Een bezoek aan de hangbrug in combinatie met een wandeling door het vissersdorpje Getxo is de bedoeling. Na verschillende pogingen blijkt het niet mogelijk om een parkeerplekje te vinden, alles staat vol! We kunnen er alleen maar een blik op werpen. Jammer, dit plan maar doorschuiven naar een volgende keer.
Het strand van Santoña om wat te zwemmen en te zonnen is best wel een goed alternatief.
Dan weer door naar het strand bij Noja dat fotogeniek schijnt te zijn en waar je blijkbaar ook nog kunt overnachten. Dat is dan wel weer een meevaller.

Zaterdag 27 augustus

Eerst maar eens genieten van ontbijt en zee op deze zonnige en warme morgen.
Dan op naar Santillana del Mar, het mooiste dorp van Spanje zegt men. De Spaanse uitvoering van Bronkhorst in de Achterhoek (wel iets groter maar net zo druk).
Het is een prachtig historisch dorp, gebouwd in de 6e eeuw rond het klooster Santa Juliana. Het ligt ondanks zijn naam (Santillana van de zee) 3 km landinwaarts. Misschien vroeger ooit aan zee gelegen? Het dorp is één openluchtmuseum en heeft geplaveide straatjes en veel goed bewaarde herenhuizen uit voornamelijk de 14e tot 18e eeuw met allemaal verschillende bouwstijlen. In de belangrijkste straten staan goudkleurige stenen huizen. Colegiate de Santa Juliana, een romaanse kerk, is een belangrijk pelgrimsoord en het mooiste monument in dit dorp. In vroegere tijden plaatsten de edellieden vaak spreuken en wapenschilden op de gevels van hun huis, we zien er nog verscheidene hangen. Palacio de los Velarde (16e eeuw) heeft pinakels langs de bovenkant (Renaissance stijl).

We zijn precies op tijd om een bruidje alleen de kerk in te zien gaan. Familie en vrienden staan feestelijk gekleed erbij en al helemaal klaar voor alle festiviteiten. Maar waar is de bruidegom?
Allerlei zoetigheden worden aangeboden en we kunnen de verleiding niet weerstaan. De quesada was het lekkerste.

Een supermarkt, daar hebben wij dringend behoefte aan, maar dat lijkt een onmogelijke zaak te worden. Alle dorpen staan megavol met geparkeerde auto's en nergens een supermarkt te bekennen. Vanwege alle drukte slaan we San Vicente over en rijden direct door naar de camperplek in Colombres. Eenmaal daar krijgen we een tip voor een supermarkt en eindelijk.... we vinden hem ook. Eenmaal in het dorp zien en horen we nog een groepje traditionele zangers. Ze dragen klompen, maar wel in een heel andere uitvoering dan die wij gewend zijn.

Zondag 28 augustus

Eindelijk is het dan zover. Vandaag gaan we het Parque Nacional de los Picos de Europa bereiken. Een hoogtepunt in deze vakantie. Deze bergen werden door zeelieden de Toppen van Europa genoemd, omdat dit vaak de eerste aanblik van hun vaderland vormde. Gebergte met diep ingesneden kloven, maar ook groene dalen met boomgaarden en boerderijen. We hebben vier dagen uitgetrokken om er doorheen te rijden en te wandelen.

Iets over 9 zijn we op weg naar Arenas del Calabres. Voor informatie over wandelingen in de Picos en om nog even iets mee te pikken van het kaasfestival. Dit laatste draait om de beroemde blauwschimmel-kaas die in deze regio gemaakt wordt. Later op de dag is er muziek en dans. Verschillende groepen zijn zich aan het voorbereiden, wij kunnen er niet op wachten. Er staan veel kraampjes met allemaal dezelfde kaas om te proeven, elk op ambachtelijke wijze bereid. Verschillende malen wordt ons een kaasje in de hand gedrukt. We proeven ze allemaal, maar om nu te zeggen dat ze verrukkelijk zijn? Goed te eten, laten we het daar maar op houden. Ook kraampjes met andere ambachtelijke etenswaren staan hier uitgestald. Prachtig vind ik de strengen knoflook die hier hangen en een heerlijke geur verspreiden. Zou er wel een aantal mee willen nemen. Denk dat de hele camper naar knoflook zou ruiken tegen de tijd dat we thuis zijn😂.
Aan het einde van de markt krijgen we nog een gratis broodje aangereikt. Je raadt het al.... weer met dezelfde kaas. Voor het eerst zien we hier ook een hórreo, voorraadschuurtje op “poten” tegen allerlei ongedierte. We hebben er al verschillende dagen naar uitgekeken.

Daarna snel door naar Poncebos om te gaan wandelen, want dat is het hoofddoel voor vandaag. Voor de zoveelste keer zijn we weer te laat voor een goede parkeerplaats, dus komen we op een smal doodlopend zandweggetje te staan. Hopen dat we vanavond kunnen wegrijden als we dat willen en dan niet klem staan. Het bergdorp Bulnes (680 m) is een van de meest afgelegen dorpen van Spanje. Het biedt een mooi uitzicht op de Naranjo de Bulnes. Je kunt er maar op twee manieren komen: te voet of met het nieuwe ondergrondse kabelspoor, beide vanuit Poncebos. Voor ons een makkelijke keus: wandelen! Het begin is imponerend, we dalen en bevinden ons meteen in een ruig en onherbergzaam gebied. De stijging die daarna volgt is pittig. Paden zijn smal, maar met behulp van de wandelstokken is het gelukkig geen enkel probleem. Af en toe zien we andere mensen die ook deze tocht lopen. Gelukkig maar want alleen op de wereld is hier bijna van toepassing. Het is warm (25 graden), maar niet heel zonnig. Af en toe zien we wat schapen lopen. Uiteindelijk lopen we Bulnes binnen. Een heel toeristisch dorpje met veel eet- en drinkgelegenheden. In 2011 woonden hier nog maar 22 personen. Door de aanleg van het tandradbaantje komen er nu heel veel toeristen. We rusten wat, bekijken de kerk en de andere huizen en beginnen aan de terugtocht. Donkere wolken pakken zich samen in het dal, waar wij lopen is het nog droog. En dan opeens zien wij ze... de gieren. Ze cirkelen hoog boven ons of ze ons in de gaten houden. Dat doet 1 geit iets verder op een rots ook. Minstens een kwartier staat hij stokstijf en houdt ons in het vizier. We komen droog beneden, de hele tocht heeft zo'n vijf uur geduurd. Het was een schitterende tocht.

Eenmaal bij de camper kunnen we zo wegrijden en komt er nog 1 stop op een parkeerplaats voor een overweldigend uitzicht. Daarna begint het te miezeren en dat houdt aan tot op het moment dat we de CP van Covadonga oprijden.

Maandag 29 augustus

Vandaag gaat het weer een topdag worden. Enerzijds om de meren van Covadonga te bekijken, anderzijds om de Vuelta te volgen die op de top eindigt. En wat voor een top, een verschrikkelijk steile klim met haarspeldbochten en het weer is niet eens zo goed.

Maar laten we bij het begin beginnen. Hoe komen we boven, want vandaag mag je met de auto de berg niet op. Eerst naar de VVV om te horen of er een bus naar boven (12km) gaat. Nee dus, maar tot 11.30 uur, vanwege de Vuelta, rijden er wel taxi's. Het is inmiddels al 10.30 uur, dus spoed is geboden. De taxi brengt ons langs vele toerfietsers omhoog.
Het Lago de Ercina ligt op 1108 m. hoogte. We wandelen erheen en zien veel vogels, van meerkoeten tot wilde eenden. Het meer is nergens dieper dan 2 meter. Veel koeien lopen hier rond, maar ook rotsmussen en alpenkraaien met hun mooie rode pootjes. De zon schijnt nog, maar veel wolken komen aandrijven.

Een eindje verderop is de Mina Bufferrera. De mijn dateert uit 1868 en werd gebruikt om mineralen als ijzer en mangaan te winnen.

Dan is het tijd om de inwendige mens versterken en het hele mediacircus te bekijken.
We lopen naar de finishlijn van de etappe en laten ons meevoeren in de geweldige ambiance die zo'n etappe meebrengt. Eigenlijk onvoorstelbaar dat dit elke dag weer bij een finishplaats wordt opgebouwd.
Van daaruit volgden we het parcours terug. Veel spannender om ze te zien zwoegen in de haarspeldbochten dan alleen de finishstreep te zien. We horen naderhand dan wel wie er gewonnen heeft.
Tot 1 kilometer voor de finish staan er dranghekken en dan niets meer. We passeren het meer Enol. Het ligt op 1.070 meter hoogte en is net als het naburige Ercina meer van glaciale oorsprong. Het water is maximaal 25 meter diep en behoorlijk frisjes.
Het is ontstaan uit het pakijs dat er lang geleden lag of, volgens de legende, uit de traan van een vrouw: de 'Maagd' of 'Virgen de Covadonga'. Haar beeltenis rust onder het wateroppervlak om volgens de traditie elk jaar op 8 september naar boven gehaald te worden door een groepje duikers. Ook huist er een behoorlijke populatie rivierkreeften. De wielrenners gaan straks rechts langs dit meer om dan te finishen. Inmiddels komt er mist opzetten en wordt het kouder, de jassen gaan weer aan. Veel schapen lopen hier, net als de koeien en hun dag zal door dit wielerfeestgebeuren behoorlijk verstoord worden. We zien koeien met hun logge lijven omhoog klimmen tussen de rotsblokken op een manier die ons verbaasd. Het lijkt ze totaal geen moeite te kosten, echte "klimkoeien" dus. Gieren houden ons vanaf de hoogste rotspunten in de gaten. We lopen nog wat verder naar beneden. Veel supporters hebben hun fiets in de berm gelegd en wachten af. Met petten, toeters en vlaggen. Wij vinden ons plekje op de berg, zo'n 5 km onder de top.

Een man op een racefiets, kindje achterop en nog 1 in de kar erachter wil nog naar boven. Hij wordt fanatiek door alle omstanders toegejuicht. Moedig hoor! De politie arriveert om nog een aantal koeien hoger de berg op te jagen. Ze liggen zo ongeveer half op de weg. En dan zien we de helikopter, HET sein dat ze eraan komen.
En wie komt er als eerste de bocht om: Robert Geesink, de man uit de Achterhoek, staande op de trappers zoals altijd, knap hoor! We schreeuwen de longen uit ons lijf. We herkennen Quintana (de winnaar, zou later blijken) en Froome. Het is afzien voor iedereen. Het peloton, de volgauto's en de achterblijvers, ze worden allemaal even hard toegezongen.


En ja, daarna moeten wij nog naar beneden, 7 km de berg af en nog 1 km door het dorp, half acht zijn we weer bij de camper. Vannacht houden we dit plekje maar even aan. Deze dag hadden we voor geen goud willen missen, wat een spektakel!!
Later zien we ons zelf nog terug op de Spaanse tv, hadden we toch een goed plekje uitgekozen!

Dinsdag 30 augustus

Na zo'n dag als gisteren is vandaag de energie ver te zoeken, dus deze dag geen lange wandeling. Eerst maar Covadonga in, twee nachten hier al gestaan en nog niets ervan gezien. Het dorp is het belangrijkste Maria-bedevaartsoord en is een symbool voor alle Asturiërs, die het minstens één keer in hun leven moeten bezoeken. De basiliek van Santa María la Real de Covadonga (1877 en 1901) is in een neo-romaanse stijl gebouwd. Het doet een beetje denken aan de Normandische romaanse kathedralen: de gevel heeft grote tweelingtorens en een portiek met bustes van de bisschoppen die verantwoordelijk zijn voor de bouw van de basiliek. Binnen is een wat sober interieur met schilderijen, een beeldhouwwerk van de Maagd en een 4.000 kilo zware, 3 meter hoge gegoten klok. Helaas, er is een mis gaande dus van de binnenkant kunnen we geen foto's maken.

Don Pelayo was de eerste koning van Asturias. Hij regeerde vanaf 718 tot zijn dood in 737. Pelayo stopte de opmars van de islamitische legers in Asturias. Hij wordt gezien als de grondlegger van het Asturisch koninkrijk en van hieruit werd de Reconquista (christelijke hervorming) van het Iberisch Schiereiland op de Moren ingeluid. Zijn monument staat vlakbij.

Het Heiligdom ligt rond de Santa Cueva (Heilige Grot), de plek waar Don Pelayo tot de heilige maagd zou hebben gebeden. In de grot ligt hij begraven en wordt 'El Virgin' vereerd. De Maagd heeft haar schrijn in een grot hoog in de rotswand. Een trap met honderd treden leidt erheen, flink klimmen dus. Onder haar heiligdom valt water uit de rots in een vijver aan de voet. Pelgrims gooien er munten in om hun liefste wens vervuld te krijgen.
Het museum zou erg mooi zijn, maar die slaan we deze keer over.

We gaan rijden en Potes wordt het einddoel van vandaag. Verschillende keren wordt de camper aan de kant gezet. Eerst vanwege de prachtige uitzichten, later ook omdat er koetjes op de weg lopen. Het is een stralend mooie dag met heerlijke temperaturen. Wat verder is er een gebouwtje dat op een kerk lijkt, maar het is onbereikbaar. We steken de San Glorio bergpas (1610 meter) over. Bovenop staat een bronzen beeld van een hert en weer zijn er fantastische uitzichten. Of je op het dak van de wereld staat. Langzaam dalen we wat. Een rotspartij doet ons denken aan de "versteende monniken" in Les Mees (Frankrijk).

De supermarkt in Potes heeft ook een camperplek. Dat is wel heel makkelijk, eten halen en slapen op dezelfde stek.

Woensdag 31 augustus

Voor 9 uur wordt de camper gestart en rijden we naar de kabelbaan van Fuente Dé. De zon brandt de laatste wolken weg, het belooft weer een warme dag te worden. Na een half uurtje bereiken we de parkeerplaats van de kabelbaan via een hele goede weg.

Deze keer is er ruimte genoeg en gaan we meteen koffie zetten. Buiten op het bankje is de kabelbaan goed te volgen naar zijn eindpunt 735 meter hoger. Dat is een heel eind! Naast ons staan mensen die zich op een andere manier voorbereiden: zij gaan "klettern". Leuk om te zien, maar voor ons is het niets.

Een tocht met 700 hoogtemeters, die we in goede doen moeten kunnen halen, hebben we uitgezocht. Zodra we uit de kabelbaan stappen komen we in een heel andere wereld terecht. Hier wacht ons een bergmassief van bijna geheel kale stenen. Het eerste gedeelte is een makkelijk en breed pad. Geiten komen naar je toe voor wat aandacht en misschien ook nog voor wat anders. Wat verder op de tocht lopen we bijna alleen. Veel toeristen zijn alweer omgedraaid. Het gezelschap bestaat nu uit schapen en ze wandelen rustig voor ons uit. Met gieren die vlak boven ons vliegen voelen we ons helemaal in ons element. Daarna wordt het allemaal wat zwaarder: een stijgend pad en veel losse stenen. Uiteindelijk blijkt de tocht te zwaar vanwege de niet aflatende zon en geen schaduw. Richard krijgt migraine en moet stoppen.

In de schaduw van een rots blijft hij zitten terwijl Evelien nog een stukje verder klimt. Tot het volgende uitkijkpunt en daar sta je dan, boven de wolken. Wat een geweldig gevoel dat je zo hoog kunt klimmen. Weer terug naar Richard en samen beginnen we aan de terugweg. Regelmatig stoppen voor wat rust en om de maaginhoud te deponeren.

Uiteindelijk komen we goed terug bij de camper waar Richard gaat slapen en Evelien rusten en eten koken. Na een goed uur is hij zover hersteld dat we samen wat kunnen eten en dan terugrijden naar Potes.