Zaterdag 19 juni

De keus van vanmorgen: noord of zuid. Toch nog even naar de Morvan of richting Bar-le-Duc, de laatste won.
Als eerste stopten we bij het Charles de Gaulle monument en museum, want hier stond het kruis dat we gisteren hadden gezien. Dit enorme roze, granieten kruis van Lotharingen is het symbool van een vrij Frankrijk. Een eerbetoon aan generaal de Gaulle, die erg van dit dorp en zijn omgeving hield. Hij rust op de begraafplaats van Colombey-les-Deux-Eglises. We moesten €13,50 p.p betalen om binnen te komen en dat vonden we voor een half uurtje echt te gortig. Dus alleen een foto van veraf gemaakt.

Onderweg wilden we nog een wandeling maken, het zou weer boven de 30 graden worden. Het werd er één bij Doulevant-le-Château, 6,5 km. Lastig om een parkeerplek in de schaduw te vinden, maar het lukte bij Dom-Martin-le-Saint-Père. Zo'n 2 kilometer extra lopen was geen probleem, de hitte wel. Wat een temperatuur...!
Het 1e stuk liep langs een fietspad en vervolgens door het dorpje Doulevant. De kerk was open en mooi; geluk dus.
Daarna omhoog richting bos, het pad doopten we om tot hazelworm-pad. Helaas....... eentje lag er voor Eveliens voeten en ze kon hem niet meer ontwijken. Een vreselijk gekraak onder de schoen en hij was niet meer 😰. Stukje verder door het bos en langs het pad dat we tot vlinderpad bombardeerden: heel veel soorten en kleuren vlinders.  Het volgende pad was helaas geen pad, maar rangschikten we onder de term "wildernis": grassen, bloemen en bramenstruiken maakten het ons erg moeilijk. Schrammen, jeuk en allerlei blad- en bloemrestanten hingen aan onze bezwete benen. Maar we hielden vol en het laatste eindje was weer normaal begaanbaar.

Daarna op weg naar Bar-le-Duc, 59 km verderop. Kleine weggetjes en nog kleinere weggetjes met ontelbare velden volgden. Met 25 km snelheid achter de tractoren aan en toen zagen we de supermarkt: IJS!!!! Daar waren we aan toe. Inmiddels was het zonnetje verdwenen en legden we de laatste kilometers af naar Bar-le-Duc.
Op een piepkleine camperplek (kleine plaatsjes) vonden we nog een plekje, in de volle zon. Dat was een tegenvaller. De ligging was wel erg mooi, aan het Canal du Marne. Nu maar afwachten of er nog regen (en onweer) zou komen deze avond.

Zondag 20 juni

In Bar-le-Duc wakker geworden en in Bar-le-Duc zouden we vandaag ook blijven. Er was een boven- en onderstad en samen moest dat zo bijzonder zijn dat het tot een "Ville d'Art et d'Histoire" (de enige in de Elzas) benoemd is. De stad is genoemd naar de hertogen van Bar en begon als stad in de 13e eeuw. We gingen er maar eens een stadswandeling aan wagen. Maar niet voordat we ontbeten hadden met bananen-havermout pannenkoeken met mango, heerlijk! We hadden een tocht van een uur gevonden die we zouden doen. We zagen al direct een kerk die niet in de beschrijving stond (Notre Dame), dus die pakten we maar even mee.

We begonnen de tocht bij het gedenkteken voor de uitvinder van de trappers (ja: pedalen op de fiets, waren erg belangrijk toen). We aten onze broodjes op het Reggioplein met het oude stadhuis en een beeld van een belangrijke man uit het leger van Napoleon.
Het viel ons op dat alle terrasjes leeg waren en ook geen café's open. Geen mens op straat. Bijna eng...
Trappen leidden ons naar de bovenstad, welke de mooiste architectuur zou hebben. Wij vonden het vooral een beetje verwaarloosd. De Tour de l'Horloge, het Chateau van de hertogen van Bar en de kerk van St Etiënne waren hier onder meer te vinden.

We liepen weer naar beneden (80 treden!) na in de kerk even geschuild te hebben tegen de regen en van nog meer info voorzien te zijn. Dit was overigens onze eerste bui in Frankrijk.
Evelien liet nog even zien dat ze best voor een ballerina door kon gaan, nadat we kunstfoto's in het park hadden gezien. Zo kwamen we nog langs wat waterwegen (beverratten gezien), een park en een synagoge en toen vonden we het wel weer mooi voor vandaag. Het was een mooie,  interessante tocht. De Geotracker gaf 7,5km op de teller aan en de camper stond uitnodigend op ons te wachten.

Maandag 21 juni

De tweede week was ingegaan en het einde van de reis begon te naderen. We bleven nog even "hangen" in Bar-le-Duc. Deze dag was het nog een dag zonnig en droog weer en zo'n 25 graden. Tijd om de fietsen weer eens mee te nemen. We hadden geluk. Het Canal du Marne stroomde voor onze deur en het fietspad lag daarnaast. Vol goede moed stapten we tegen 10.30 uur op de fietsen. Alleen, hoe moesten we nu toch op het fietspad komen😳?
De brug over kon, maar dan hadden we nog meters hoogteverschil over. Eerst maar een stukje verder gefietst. Vijf kilometer verder waren we zover dat we op het fietspad konden aansluiten en vanaf daar ging het snel. Kilometers schoten onder onze bandjes door en na verschillende tussenstops bij de sluizen werd een uitzichtpunt ons 1e doel.

Onze volgende stop was het uitzichtpunt bij "La Vierge Noire" in Nançois. Even van de route, maar dat moest kunnen. Het werd wel een wandeling met fiets aan de hand, want het ging steil omhoog. We lieten zelfs onze fietsen achter om het laatste stukje te lopen. Hijgend en puffend kwamen we boven.

Daarna weer op de fiets richting Ligny-en-Barrois. Maar het volgende obstakel volgde snel: het fietspad was afgesloten (ze bouwden een nieuwe brug over het kanaal) en we moesten op zoek naar een ander pad. Helaas werd er geen omleiding aangegeven. Gelukkig vonden we een zandpad en kwamen we uiteindelijk op de oorspronkelijke route terug. In Ligny eerst even geluncht en daarna door het stadje gefietst. Van een wandelroute maakten wij een fietsroute. Een paar éénrichtingsweggetjes smokkelden we en een wandelpad over een vestingmuur sloegen we over. We bezochten de kerk "Notre-Dame-des-Vertus, zagen de Tour Valéran (toren) en fietsten door het mooie park "Luxembourg". Daarna weer terug naar de camper en op het eind stonden er 43 mooie kilometers en 218 hoogtemeters op de teller.

Snel pakken en verder maar weer met onze reis. In Maxey zou een waterkraan en stroom zijn en dat hadden we net nodig om alles op te laden en bij te vullen.
Daar aangekomen zagen we graafmachines op de camperplek staan en waren er al verschillende werkzaamheden in gang gezet. Gelukkig pasten we er nog net naast. We moesten maar afwachten hoe vroeg deze arbeiders de volgende morgen met hun werk zouden gaan beginnen en met hoeveel lawaai dat gepaard zou gaan.
Morgen zouden we kennismaken met het leven van een heldin uit de geschiedenis van Frankrijk.

Dinsdag 22 juni

Klokslag 7 uur startten de werklui op, maar we hadden er gelukkig geen last van. Het graafwerk was blijkbaar een stuk verderop. Lekker geslapen tot 8.30 uur.
Onze Franse heldin is natuurlijk Jeanne d'Arc, die een paar km van onze camperplaats van afgelopen nacht geboren is en er het grootste deel van haar korte leven gewoond heeft.
Eerst gingen we naar Greux om een wandeling van zo'n 7km (en 177 hoogtemeters) te maken naar de kapel van Bermont. Hier liep Jeanne als jong meisje al elke zaterdag heen om te bidden en te biechten. Ze was volgens getuigen altijd al erg religieus.

Na onze mooie wandeling, beetje wildernis en paar druppels regen, gingen we naar Domrémy-la-Pucelle. Daar was Jeanne geboren en op de plaats waar ze de hemelse stemmen zou hebben gehoord die haar ten strijde deden trekken stond nu een basiliek. Deze was prachtig uitgevoerd en helemaal ingericht op het leven van Jeanne d'Arc. Buiten de kerk stonden de beelden van haar vader en moeder. Daarna bezochten we haar geboortehuis met ernaast de kerk waar ze gedoopt werd. Hier stond het authentieke doopvont nog. Het woonhuis is sinds 1840 al een beschermd gebouw en, zeker nadat Jeanne aan het begin van de 20e eeuw eerst zalig en later ook nog heilig werd verklaard, ook populair.
Er komen ieder jaar hordes toeristen naar deze plaats. Dit vertelde een 97-jarige Antwerpse non ons, die op de camper klopte; ze zat duidelijk om een Nederlands praatje verlegen.  Dit coronajaar liepen we er nagenoeg alleen rond.

We reden nog door naar Vaucouleurs, waar Jeanne als 17-jarig meisje toestemming had gevraagd en uiteindelijk ook gekregen om met een escorte naar de kroonprins in Chinon te gaan om hem te helpen in zijn strijd tegen de Engelsen. Daar had ze ook een zwaard gekregen en een paard gekocht. De kerk die ze destijds bezocht stond er nog en ook de lindeboom waar haar paard blaadjes van at bloeit nog steeds. Onvoorstelbaar dat deze boom er al 600 jaar staat. Een jaar na het succes in Orleans werd Jeanne gevangen genomen, uitgeleverd aan de Engelsen en op de brandstapel gedood wegens ketterij. Ze is maar 19 jaar oud geworden. Het proces is zo'n 20 jaar later nietig verklaard door de paus.

Deze dag zullen wij ons nog heel lang herinneren.

Na al deze indrukken konden wij alleen nog maar boodschappen doen en een camperplek zoeken. We kwamen terecht in Void-Vacon op een oud stationsterrein en stonden er samen met een Europareiziger uit Chamonix.

Woensdag 23 juni

Wat een wonderlijke dag. Het begon al meteen met een record! En wat voor één, niet om trots op te zijn: Evelien 8 tekenbeten en Richard 3. Alle hebben we ze er goed uit gekregen. Lekkere croissants en een jeton gehaald bij de bakker om water te tanken, maar helaas.. we kregen geen drup uit de Flot Blue. En een camper zonder water... Verderop maar kijken. Daarna telefonisch een afspraak gemaakt voor een PCR-test in Pont a Mousson. Die hadden we nodig om Nederland weer in te mogen. De volgende ochtend tussen 9 en 12 uur konden we komen. Half in het Engels, half Frans, maar goed...het was gelukt.

Vervolgens besloten we naar Mauvages te rijden. Daar ligt een (naar klassiek Egyptisch voorbeeld) fontein met wasplaats "Le Déo". Gebouwd in 1890 en gerestaureerd in 1999. Prachtig was die Egyptische godheid, die vanuit 2 waterkruiken de fontein vulde. Onder de triomfboog bevond zich nog een overdekte wasplaats. Het voelde vreemd aan: klein dorp....... gigantisch wasbekken/fontein. Hoe zo'n dorp daar nu aan komt?
Ook de Romaanse Kerk Eglise St. Pantaléon nog bezichtigd en op een bankje geluncht.

Even nog de NOS-site checken. En wat zagen we daar?😲Frankrijk zou vanaf morgen GEEL zijn. Dus geen test meer nodig om Nederland in te komen.  Wat een fijne meevaller.

Vol goede moed stapten we weer in de auto en reden via een landelijke route naar het noorden. Drie vossen kruisten ons pad en een buizerd vloog honderden meters met onze camper mee, zo ongeveer op ooghoogte. Schitterend 🤩!

En zo belandden we in Commercy, waar we wèl water konden tanken. Laat dit nu juist de plek zijn waar de Madeleines vandaan komen. Men vertelt dat ze uitgevonden werden in de keuken van het kasteel van koning Stanislas. Al in 1755 stond het recept in een kookboek. Naturel of gevulde schelpvormige cakejes en we konden meekijken in de keuken van de firma "La boîte à Madeleines" hoe het proces verliep. Er lag een schaaltje klaar om te proeven en je kon ze er natuurlijk ook kopen. Tienduizend worden er per dag geproduceerd op deze locatie. En lekker dat ze zijn😋. Twee zakjes gingen mee naar huis.
Terug naar de camper liepen we langs het indrukwekkende Stanislas-kasteel, dat van binnen gemoderniseerd was en niet toegankelijk. Eenmaal terug hebben we een lekker pistache-choco ijsje gegeten.

We bleven op deze camperplek staan vandaag, weer aan het water van de Marne. Morgen verder richting het noorden.

Donderdag 24 juni

Onze laatste dag in Frankrijk en die wilden we het liefst invullen met een wandeling. Maar ja, het regende bij het opstaan, het regende na het ontbijt en waarschijnlijk ook nog wel na de koffie.
Eerst maar eens een stukje gaan rijden dus en uiteindelijk was het net na Metz droog.
We gingen in Rombas een niet zo moeilijke wandeling maken naar een uitkijktoren (Tour de Drince) en naar rotsen: 7,5 km en zo'n 200 hoogtemeters.
We begonnen met ons verbazen over een zeer hoge spits van steen: wat was dat en waarom stond die daar? Aan het eind van de tocht liepen we erlangs en bleek het een klimtoren te zijn.
Wij mochten intussen zelf ook het nodige omhoog lopen en dat was met al die nattigheid van vanochtend niet altijd even makkelijk. Toch kwamen we met een laatste inspannende klim nog vrij snel bij de Tour de Drince. Boven bleken we vooral over bewoonde gebieden uit te kijken (Rombas). Ook zagen we een flinke bui aankomen.
We liepen maar vlug door en het eerste kwartier leek het allemaal nog wel mee te vallen. Toen moesten de regencapes aan en begon het steeds harder te regenen.
We liepen na even gewacht te hebben toch maar door, want het pad leek al steeds meer een beekje te worden.
De rest van de tocht sprongen we van links naar rechts over de stromen om nog iets van hard en droog te lopen. Onze schoenen sopten steeds harder en de broekspijpen zorgden voor nieuwe waterstromen.
We zagen zelfs nog een putdeksel dat omhoog gekomen was en een extra ruikende stroom mee de berg af stuurde.
Vlak voor het eind een korte pauze op een overdekte recreatieplek kunnen maken en daarna de spullen weer aangedaan om zeiknat bij de camper aan te komen.
Spullen achterin gehangen, opgewarmd met thee en daarna konden we weer verder.

Net over de grens in Dudelange zagen we dat er op onze vertrouwde camperplaats nog plaats was, dus brachten we hier de nacht door.

Vrijdag 25 juni

Het meest zuidelijke deel van de Vennbahnroute fietsen, dat stond vandaag op het programma (tussen Burg Reuland en Troisvierges). De Vennbahnroute gaat over stilgelegde spoorwegtracés. Omgebouwd tot fietspaden en deze is 125 km lang, zes etappes  tussen Duitsland en Luxemburg. Een aantal hebben we er al gefietst, heen en terug, maar deze stond nog open. Vandaar de keuze om dat nu te gaan doen.  Maar eerst vanmorgen de natte zooi van gisteren uitgehangen. Het zonnetje scheen dus het kon weer. In no time waren de paraplu's, regencapes en broek van Richard droog. Rest komt thuis wel. Na een lekker ontbijtje van eieren, tomaat, geitenkaas en toast konden we weer verder. Tegen 14 uur waren we op de plek van bestemming in België, eerst nog even goedkoop getankt natuurlijk in Luxemburg. Fietsen gepakt en begonnen, het waren immers nog maar 17,6 km. Fluitje van een cent. Helaas..., er zat weer eens een addertje onder het gras. Het venijn zat hem deze keer niet in de lengte, maar in het aantal hoogtemeters. Daar hadden we geen rekening mee gehouden op deze "familie-fietsroute". Op het eind waren het er maar liefst 418 en bepaalde stukken 10% stijging. Maar we hebben het gehaald en we zijn trots op onszelf.

Geen wonder dat, toen we terugkwamen na 35km fietsen (heen en terug), Richard migraine kreeg. Snel een ijsje gegeten en naar de camperplaats in St Vith gereden zodat hij wat rust kon nemen. Het werd een laat diner op de laatste avond van deze vakantie.

Zaterdag 26 juni

Naar huis rijden. Meer stond er niet op het programma. 256Km, dat moest toch binnen 4 uur te doen zijn? Het ging goed totdat bleek dat de A73 naar Venlo afgesloten was en we via Eindhoven moesten rijden (20min extra). Niets aan de hand. Toen kwam echter de A348 (laatste stukje snelweg) en net voor het eind moesten we eraf bij De Steeg. Eén lange file vanaf de snelweg tot aan de afslag naar Doesburg (ruim 3 kwartier extra). Toen we dachten dat we de tegenslag gehad hadden en de afslag konden nemen, miste er weer een stuk asfalt. We werden terug de snelweg op gestuurd, weer terug waar we vandaan kwamen. We begonnen maar opnieuw via Velperbroek en kwamen deze keer via een alternatieve route om 4 uur i.p.v. kwart over 2 eindelijk thuis.

Terugkijkend was het een mooie vakantie. We hebben veel gezien en geleerd, gefietst en gewandeld. En dat alles maar met één echte regendag. Het was een goede keus om toch te gaan reizen in coronatijd. Wel was het extreem stil overal. Alle publieke gelegenheden waren gesloten en ook in steden en dorpen waren er weinig mensen en verkeer op straat. We zijn voorzichtig geweest en gelukkig weer gezond teruggekomen. Dat is het belangrijkste van allemaal.