Rondje Frankrijk of wordt het Duitsland?

Wordt het Zuid Frankrijk of toch Duitsland? Het weer en de conditie van Richard brengen ons aan het twijfelen. Maar.....we hebben een gulden middenweg gevonden😁. We starten in de Vogezen! Daarna beslissen we en sturen zuid of oost.

Onze reis in één oogopslag, het onderste kaartje met de trip door Vogezen en Zwarte Woud.

Vrijdag 9 juni

Elf uur, vrijdagmorgen en het nieuwe avontuur gaat beginnen! Deze keer hebben we eerst de ingepakte camper eens laten wegen. Alles bij elkaar (inclusief wijzelf) zo'n 3320 kilo. Keurig binnen de maximale 3500 kilo. Een heel fijn gevoel 😊. Onder een stralende zon rijden we op weg naar de Duitse grens. Bij Hamminkeln staan we alweer stil, file. Na een half uur stapvoets rijden pakken we de eerste beste parkeerplaats. Eerst maar eens lunchen en dan weer de file in. Tot 17.45 (!) blijft het rijden en stilstaan.

Bij Königswinter zijn we er klaar mee en stoppen we op camperplaats P7. Tijd voor onze eerste paksoi-quiche uit het Omnia-oventje. Dat was me toch een potje lekker 😋😋, die houden we erin. Na de koffie een wandeling door Königswinter. Met aan de ene kant de Rijn en aan de andere kant het "Siebengebirge". Veel hotels aan de kade en rondvaartboten met feestende mensen. Siegfried de drakendoder en de "Weinbrunnen" staan midden in het stadje. Hoog bovenop de heuvels staan het slot Drachenburg en de ruïne Drachenfels, morgen gaan we erheen. Vakwerkhuizen staan naast moderne panden, een enkel gebouw is in renovatie. Het weer is heerlijk en rond kwart over tien zijn we terug. Een wijntje en dan naar bed. Het treinstation is vlakbij dus benieuwd of de nachtrust goed gaat. En Richard... die heeft vandaag lichte hoofdpijn gehad. Gelukkig niet al te erg.

Zaterdag 10 juni

De treinen reden waarschijnlijk in fluistermodus vannacht, niks van gehoord. Lekker uitgerust wakker geworden dus. De zon is al op en ons eerste ontbijt deze vakantie is lekker in de buitenlucht. Daarna starten we met de wandeling omhoog naar de Drachenburg en de Drachenfels met Burgruïne. De tocht loopt lekker door de bossen en passeert een paar keer de Drachenfelsbahn, de oudste tandradbaan van Duitsland. Bij station Drachenburg is de eerste pauze, lopen is toch nog wel wat zwaar voor Richard. Wij lopen eerst door naar de burchtruïne op de top. Onderweg staan veel informatieborden die laten zien dat hier een grote steengroeve is geweest (o.a. voor de bouw van de Kölner Dom), dat het gebied al lang populair is bij toeristen (die konden vroeger op ezeltjes en paarden naar boven) en kunstenaars en dat hier het eerste natuurbeschermingsgebied van Duitsland is ingesteld. Boven bij de ruïne is het een drukte van belang, maar het mooie uitzicht over de Rijn vergoedt dit ruimschoots. Al sinds eind 19e eeuw is hier een Gasthof en deze wordt nog druk bezocht.

We lopen terug om de Drachenburg te bezoeken. Dit kasteel is in 1882 gebouwd in opdracht van Stephan Sarter. Deze man van eenvoudige komaf werd rijk door handel op de beurs, vooral zijn investering in het Suez-kanaal leverde hem een vermogen op. Met dit geld kocht hij zich in in de adelstand, waarna hij een kasteel liet bouwen, geïnspireerd door historische bouwstijlen. Een luistertour leert ons dat het kasteel van alle kanten uit het dal goed te zien is. Elke zijde laat ook een andere stijl zien: vanaf het Venusterras lijkt het kasteel bv. wel wat op Schloss Neuschwannstein. Binnen is er veel aandacht aan het trappenhuis besteed, maar ook de grote kunstzaal vinden we prachtig. De muziekkamer heeft een prachtig orgel, maar het is nep en bezoekers luisterden tijdens beroemde concerten blijkbaar naar bandopnames. Een mooie rondgang door de verschillende kamers sluiten we af met een beklimming van de toren. Een smalle trap leidt ons naar een platform met mooi uitzicht over het Siebengebirge en de Rijn. Dan is het toch echt tijd om een pauze en een boterham te nemen.

Richard voelt zich gelukkig goed, geen hoofdpijn en niet oververmoeid. En zo gaan we met veel zin aan het laatste stuk van de wandeling beginnen: het stuk door het Nachtigallental. Een mooie vallei waarin men de beek en het pad in de 19e eeuw heeft verlegd om hem nog romantischer te maken. Het dal dankt zijn naam volgens de legende aan St. Bernard van Clairvaux: hij was tijdens een bezoek aan de abdij van Himmerod geïrriteerd door het gezang van nachtegalen en zo lang aan het mopperen dat de vogels verhuisden naar dit dal. Na deze mooie afdaling komen we terug bij de camper. Hij staat intussen in de zon en binnen is het ruim 40 ⁰C! Snel draaien naar de schaduw en dan lekker genieten van de rust.

Aan het eind van de middag rijden we richting Saarland. De route gaat langs de Rijn en een stukje Moezel met veel wijnvelden, erg mooi. Eten en koffie drinken gebeurt op een rustige wandelparkeerplaats bij Leiningen. En dan nog een uurtje rijden. De TomTom leidt ons via de scenic-route; te beginnen bij de Hunsrücker Hohenweg. Verder over een stil op-en-neergaande smalle weg met slecht wegdek door donkere naaldbossen waar we een paar spelende reeën zien. De rit gaat ook nog over het terrein van het vliegveld Frankfurt-Hahn met heel veel hangars (oude Amerikaanse basis uit 1947) om tenslotte te eindigen op de rustige camperplaats Wildenburger Wildfreigehege in Kempfeld.

Zondag 11 juni

Onze watertank is helemaal leeg 😲, iets met een dop niet goed dicht draaien of zo..... Dus een avond en nacht zonder water, niet zo fijn als je je nog even wilt opfrissen. Vanmorgen de boel weer aangevuld en gezien dat we in een historisch stadje aangeland zijn met een leuke wandeltocht: Herrstein. Drie keer raden wat we gaan doen vandaag 😁. Dit pittoreske plaatsje is prachtig gerestaureerd. Het heeft mooie steegjes, een klokkentoren, stadsmuur en veel eet- en drinkgelegenheden. Wat verderop is het mineraalmuseum, toch maar langs gaan één dezer dagen. Je weet immers nooit wat het oplevert en diamonds "are a girls best friend"😂.

Via het oude kerkhof lopen we het "Mittelalterpfad" op. Één van de 114 "Traumschleifen" in deze regio. Langs korenvelden waar zwaluwen vliegen en korenbloemen en klaprozen staan, klimmen we langzaam naar boven. Mooie uitzichten volgen elkaar op. Een lekker windje zorgt voor wat afkoeling, want warm is het. Wat verder staat een bord, dat een heel triest stukje geschiedenis verteld. Op deze plek is een pasgeborene (meisje) neergelegd en achtergelaten voor de biologische vader, een graaf (1642). De moeder, gravin Juliane, vrouw van hertog George-Wilhelm, werd verkracht. Ze durfde het niet op te biechten. Het geheim kwam uit en zodra het kind geboren werd ging zij de gevangenis in, voor de rest van haar leven 😥. Hoe het de baby vergaan is, vermeldt het verhaal niet. Door het bos verder, lekker in de schaduw en vergezeld door heel veel vogelgezang. Bij de "Jammereiche" nog een triest verhaal. Ik vertel hem toch maar: Tijdens de 30-jarige oorlog vluchtten mensen uit een naburig gehucht dit eikenbos in om zich te verbergen. Helaas staken Spaanse en Kroatische soldaten het in brand. Gevolg is dan wel bekend, denk ik. Genoeg ellende, tijd voor wat anders. Voor de laatste ⚡-afdaling staat er een uitkijktoren op de route. Niet heel hoog en ook niet heel spectaculair maar wel een fijne rustplek voor Richard. Hij maakt er dan ook graag gebruik van om zijn ogen even dicht te doen.

Het is al met al een mooie wandeling en ondanks de zonnige (warme) plek blijven we hier staan. Het is dus ook onze camperplaats voor vannacht. Morgen verder...

Maandag 12 juni

Idar Oberstein, de stad van de edelstenen en mineralen en ook nog van 2 burchten en een kerk in de rotsen. Genoeg te zien dus om er naar toe te rijden. Maar waar moeten we parkeren? Vlakbij het Schloss Oberstein moet een parkeerterrein zijn dus daar rijden we naartoe. De weg ernaartoe wordt na korte tijd wel heel stijl (>25%?) en dat blijft zo tot we bij het slot arriveren. De parkeerplaats is klein, maar gelukkig is het kasteel gesloten en hebben we ruimte genoeg. Tijd om bij te komen van de enerverende klim. We genieten van het uitzicht over de stad en de ruïne van Schloss Bosselstein onder het genot van een bakje koffie en zien dat we niet ver hoeven te lopen naar de stad: 700m. Intussen passeren we dan ook de ruïne en de kerk.
De ruïne biedt mooi uitzicht over het Schloss Oberstein en een klein stukje verder naar beneden komen we bij de kerk. Helaas gesloten, maar ook van buiten is de kerk fotogeniek.

Nog zo'n 100m verder naar beneden zijn we in de stad. Het Deutsche Mineraliënmuseum is nu nog maar 200m te gaan. Voordat we er zijn passeren we nog flink wat juwelierszaken en ja, we slagen ook nog. Het museum heeft een grote collectie van ruwe mineralen en bewerkingen ervan. Een grote verscheidenheid van kleuren, vormen en mooie kunst. Terug naar boven en even eten om daarna de afdaling naar Oberstein te maken. Dit gaat zonder problemen tot we in de stad aankomen: de weg is afgezet wegens een gaslek. Veel politie en brandweer, maar gelukkig aan de overkant van de weg en wij mogen langs de afzetting rijden.

De eindbestemming voor vandaag is Bitche en via Neunkirche (voor de broodnodige inkopen) rijden we door een mooi gebied naar Frankrijk. Net over de grens, in de noordelijke Vogezen, ligt onze bestemming aan de voet van de citadel van Bitche. Die citadel is voor morgen, nu tijd voor de koffie.

Dinsdag 13 juni

Ook vanmorgen schijnt het zonnetje weer voluit en beloofd het een stralende dag te worden met zo'n 28 graden. Wat worden we verwend met dit mooie weer, heerlijk. We zijn eindelijk in Frankrijk gearriveerd. Volgens mij hebben we nog nooit zolang over dit stuk gedaan, maar natuurlijk al best wel veel gezien. Tijdens de koffie spelen we een (reis)spelletje: "Reis door Europa" 😂. Dan wordt het tijd voor wat actie. De tuin van de Vrede ligt aan de voet van de citadel en heeft allerlei speelse objecten. Leuk voor jong en oud. Langs de andere kant van de citadel lopen we terug. Ik voel me als een kabouter in verhouding met dit gigantische verdedigingswerk, gebouwd door Vauban.

Na de lunch weer terug naar de citadel Deze keer gaan we naar de catacomben. Een luistertour (met koptelefoon) gaat onze kennis bijspijkeren en dat is hard nodig. Het stukje geschiedenis dat wordt getoond behandelt de oorlog 1870-1871. De Pruisen vielen Frankrijk binnen en veroverden streek na streek. Door middel van filmbeeld op grote schermen bevinden we ons midden in een frans garnizoen dat zich met dorpsbewoners hier verschanst. De smederij, bakkerij, hoofdkwartier van de officieren en slaapzalen worden getoond. Het Pruisische leger heeft veel meer manschappen maar de citadel blijkt onneembaar, zelfs na hevige gevechten met vele doden. Frankrijk geeft zich uiteindelijk over, maar de bevelvoerder Luitenant-kolonel Teyssier, die hier in de citadel bivakkeert, weigert dit. Hij krijgt uiteindelijk een vrije aftocht voor hem en zijn overgebleven manschappen geregeld. Zelfs met behoud van wapens. En de vijand...die komt pas als dit grandioze verdedigingswerk verlaten is. Een indrukwekkend verslag van een heftige oorlog. Het meegenomen jasje komt goed van pas, want de temperatuur beneden is verre van aangenaam, brrr... klam en koud. We bekijken bovenop nog een aantal andere gebouwen en sluiten de dag af met een ijsje met kokos en mango😋.

Woensdag 14 juni

Fietsen is er deze vakantie nog niet van gekomen. Daar komt vandaag verandering in. Gisteravond een rondje van ruim 30km vanuit Wissembourg gepland (met Komoot) en we kunnen vanaf een camperplaats terplekke beginnen. Lekker makkelijk. Onderweg nog even koffiedrinken op een parkeerplek waarop toch ook wel een paar bulten grind liggen. En ja hoor, net alles opgezet en uitgestald en daar komen ze de steentjes ophalen. Hoe zo even rust? Koffie een paar meter verderop maar nemen. In Wissembourg fietsen en spullen uit- en opgepakt en helemaal klaar om te beginnen. Helaas blijkt de route niet met de navigatie mee te lopen en kunnen we niets met de geplande route. De toeristeninfo houdt nog een siësta, dus maar even een rondje door Wissembourg doen. Best een aardig stadje, maar niet handig met de fiets. Intussen is de toeristeninfo open en krijgen we een kaart mee met een paar toer-voorstellen.

We kiezen een stuk langs de rivier de Lauter naar Bodenthal en terug. Nadat we buiten het centrum zijn rijden we over een goed fietspad, steeds kleine stukjes op en af en voornamelijk door de bossen. Fietst lekker en we zijn zo in Bodenthal. Even een paar foto's van het vakwerkdorp met het mooie kerkje en dan weer terug, 25km op de teller.

Bij en vooral in de camper is het erg warm. We blijven dan ook niet hier, maar rijden een stukje verder de Vogezen in. Ook vanavond weer een zeer toeristische route met nauwe en soms steile straatjes maar ook leuke dorpjes met vakwerkhuizen. We stoppen in Ingwiller op een P4N bij het zwembad.

Donderdag 15 juni

Dit is de streek waarbij je je binnen één dag zowel reus als dwerg kunt voelen. Maar goed, laten we bij het begin beginnen. Ook hier in de Vogezen hebben ze grotwoningen, weliswaar iets anders dan in Spanje, maar toch woningen gebouwd onder een natuurlijke overhanging van een zandstenen rots. Drie van deze huisjes bekijken we in het plaatsje Graufthal. De families Wagner, Weber en Otterman hebben hier gewoond en gewerkt tot in 1958 de laatste bewoner overleed. Dat was Catherine Otterman, foto's van haar hangen in haar voormalige huisje. De slaapkamer, keuken en stal (voor de geiten) zijn nog volledig ingericht zoals in die tijd. Wel zonder geiten natuurlijk 😏. Richard moet hier bukken vanwege de lage zoldering. Vandaar het reus-gevoel 😄. Naast de huisjes staat een hele grote lucifer (die werden in dit dorp gefabriceerd) met daarin portretten van de twee gezusters Otterman uitgesneden. In 1960 is het dak van het Webers huis ingestort, gelukkig was het toen al verlaten. Het is allemaal netjes gerestaureerd. In het dorpje zelf zijn er opgravingen van een klooster. Ernaast staat een protestantse kerkje. In dit sobere gebouwtje ligt grind onder de stoeltjes. De betekenis hiervan ontgaat ons. Naar een grot met beeld hogerop de heuvel willen we nog wandelen, maar ondanks de uitleg van een behulpzame dame kunnen we er niet bijkomen, jammer.

Niet ver ervandaan vinden we ook het historisch monument Château Haut-Barr, een ruïne net ten zuidwesten van Saverne. De naam betekent "Oog van de Elzas". Dit kasteel (12e eeuw) is gebouwd op drie grote rotsen van zandsteen en kijkt uit over de vallei van de Zorn en de Elzas. We beklimmen een aantal ijzeren trappen tot we helemaal bovenop staan. Wat een uitzicht! De kapel is te bekijken en van de geschiedenis leren we dat vanaf 1600 deze burcht geen militaire rol van betekenis meer gespeeld heeft. Toch is het een indrukwekkende geheel waarbij we ons nietig voelen (de dwerg dus).

Nog een uur spenderen we bij een grote Super U. Het blijkt iedere keer weer een zoektocht van jewelste naar alle boodschappen. Uiteindelijk alles wel gevonden en de koelkast is goed gevuld voor de komende dagen. Anderhalve kilometer verder is onze overnachtingsplek in Saverne. Een groot terras met live muziek aan het Canal du Marne au Rhin trekt onze aandacht. Het is vlakbij onze camperplaats. Een avondwandelingetje erheen is dan ook echt de aller- allerlaatste activiteit voor vandaag.

Maak jouw eigen website met JouwWeb