Vrijdag 10 september
Schoenen!!! Dat wordt een belangrijk item deze dag. De zon schijnt vanmorgen bij het wakker worden en we willen een spectaculaire tocht gaan lopen in Siurana, een dorpje verderop. Natte 🥾🥾 = geen tocht!
Tijdens de koffie zetten we de schoenen nog even in de zon en dan moet het voldoende zijn.
Siurana: het dorp ligt op een steile rots boven het dal met recht naar beneden gaande wanden aan drie zijden. In 1994 uitgeroepen tot Nationaal historisch erfgoed. Men zegt dat de kliffen doen denken aan het Amerikaanse Zion National Park. De burcht (bijna onneembaar) was het laatste Moorse bolwerk in Catalonië en werd in 1154 ingenomen. Het is vervallen tot een ruïne. Een legende vertelt over het feit dat de Moorse koningin vlucht voor de Spaanse soldaten op haar paard tijdens de inname. Bang voor verkrachting blinddoekt ze haar paard en springen ze samen van de klif.
Eerst gaan de mondkapjes op. Verplicht in het dorp, binnen en buiten. De kerk "Iglesia de la Santa Maria" en de nauwe straatjes krijgen eerst onze aandacht. Daarna lopen we naar het uitzichtpunt boven het stuwmeer, Pantà de Siurana, waarvan het waterpeil erg laag staat.
Vervolgens begint de eigenlijke tocht. We lopen het Tronapad, zeer smal en hoogtevrees is hier niet handig. Ooit werd dit pad zwaar bereisd door de inwoners van Siurana die elke dag naar de rivier gingen om de boomgaarden te bewerken die zich langs de oevers uitstrekten. Daarna lopen we richting het stuwmeer en rond de Punta de Siurana. Dit gedeelte is vrij vlak. Het blijft heerlijk weer en onderweg plukken we amandelen en vijgen. Op het laatste gedeelte volgen we het oude pad door het Estopinyà-ravijn. Dit is een eeuwenoude kasseienweg. Hier nemen we nog wat dennenappels mee met een mooie rode kleur. We lopen in totaal 8,7 km.
Wat een schitterende tocht, we hebben genoten.
Na terugkomst wordt het nog een eindje rijden, 2 uur om precies te zijn. We gaan voor de laatste keer deze vakantie terug naar de kust. Kilometers lang zien we bloeiende oleanders in de middenberm van de autosnelweg, de AP 7. In allerlei kleurtjes: roze, rood en wit. Richard rijdt snel en zeker naar de camperplaats/camping, La Volta in Peñíscola. Daar bakken we voor de eerste keer een pizza in onze Omnia oven. En die is goed gelukt. Het wordt wel een latertje vanavond, maar deze dag kan niet meer stuk en de schoenen.... die zijn droog!
Zaterdag 11 september
In 2013 waren we al eens in Peñíscola en zagen we een prachtig kasteel op een heuvel aan zee. Toen hadden we geen tijd om dat te gaan bezoeken, nu maakten we er tijd voor. Eerst nog een snel vakantiewasje op de camping en dan op de fiets. Via de strandboulevard rijden we naar het kasteel, lekker met beetje wind, beetje wolken. Veel mensen op de been die van strand, zee en eten genoten. We zochten en vonden een plek om de fietsen goed vast te kunnen zetten met 2 kettingen, want bewaakte fietsenstallingen kennen ze hier niet.
Peñíscola was lang een Arabische citadel, die eind 13e eeuw veroverd werd door de christenen. De Tempeliers bouwden op de resten van 1294 tot 1307 een nieuw kasteel; hun laatste meesterwerk, want een jaar later was er van de Tempelorde niets meer over. Paus Luna (Benedictus XII) gebruikte het kasteel toen hij in ballingschap was. Blijkbaar was niet iedereen het ermee eens dat hij de paus was. Na hem heeft zijn opvolger ook nog in het kasteel gewoond. Met de kaartjes die we kochten konden we het kasteel en het artilleriepark bezoeken (€ 8,50). Het was een heel mooi kasteel, ruim van opzet en ondanks zijn functie ook mooie details. Via beeld en geluid, (ook in het Engels) verkreeg je veel informatie. Vanaf het dak had je een schitterend uitzicht op de haven en de stad. Het park zijn wij niet meer in geweest.
Daarna doken we het oude stadsgedeelte in: vuurtoren, paar stadspoorten, huis met de schelpen en natuurlijk weer de nauwe straatjes en de vele kleurrijke balkonnetjes. Toen de warmte ons toch echt teveel werd (31°C) zochten we onze fietsen weer op. Ze stonden nog netjes op dezelfde plek en we reden terug. Elf fietskilometers kwamen er op de teller vandaag. Nogmaals pizza gebakken met ansjovis en sardientjes (deze keer wel tijd voor foto!) Ondanks het gerommel in de lucht hadden we nog lang buiten kunnen zitten bij het geluid van cicaden en "kwetterende" Spanjaarden.
Zondag 12 september
We breken weer op. Zoals iedereen weet: rust roest! Paar dagen camping is fijn, douche bij de hand, stroom via de kabel en niet hoeven zoeken naar een overnachtingsplek. Maar helaas, zo komen we niet in Valencia, de meest zuidelijke plek van deze vakantie die we willen gaan bezoeken.
Voor vandaag staat er een wandeling op het programma in het Parc Natural de la Serra d'Irta, net ten zuiden van Peñíscola. Het is een van de laatste onbebouwde kustgebergten aan de Middellandse Zee. Hiervoor gaan we eerst naar het bezoekerscentrum. Dat ligt aan de Carratera CV-41. We krijgen hier een kaart en besluiten tot een 11 km lange wandeling. Het belooft vandaag een tropische dag te worden (32°C) en deze tocht kunnen we, indien nodig, inkorten. Eerst terugrijden naar Peñíscola en dan naar de Carrer Realenc waar onze tocht begint. Hier kunnen we aan de kant van de weg parkeren. We gaan op weg en het eerste gedeelte loopt makkelijk. Brede zand-/grindpaden met een stijgingspercentage dat goed te belopen is. Veel vruchtdragende palmen en laag struikgewas van tijm, rozemarijn en zeevenkel. Wat ruiken deze kruiden toch heerlijk. Ze horen bij dit mediterrane klimaat. Weinig (dennen-)bomen dus weinig schaduw. We besluiten al heel snel de wandeling in te korten, het is erg heet. We zien mede wandelaars al met paraplu's lopen. Na een aantal kilometers maakt het pad een draai en zien we de zee weer, waar we langzaam naar afdalen. De begroeiing wordt lager en we zien gestapelde muurtjes.
Aan de waterkant blijven we nog even plakken, het opspattende water nodigt uit om naar te kijken. We zoeken nog naar leven in het water en vinden enkel mini-zeesterretjes, te klein om te fotograferen. Ook de schildpadden die hier leven zien we niet. De dame in het bezoekerscentrum vertelde al dat ze zich op het heetst van de dag verstoppen. Heel verstandig, zouden wij eigenlijk ook moeten doen.
Een lang grindpad langs kliffen en kleine baaien brengt ons uiteindelijk bij de Torre Badúm, een oude uitkijktoren. Door de kracht van het zeewater ontstaan holtes en grotten in de kliffen. Hierdoor is er veel leefruimte voor meeuwen en aalscholvers.
Hier gaat het dan mis. Richard krijgt veel last van de warmte en wordt misselijk.
We moeten wel verder en het laatste gedeelte gaat over een asfaltweg terug naar de parkeerplaats. We hebben bijna 9 km gelopen en 250 hoogtemeters gehad.
Bij de camper probeert Richard zich met water te koelen. Het helpt onvoldoende en zijn maag houdt het eten dan ook niet binnen.
Na een rustperiode gaan we toch maar weer op weg. Met nog een extra stop bereiken we via de AP7 Valencia. We zullen de komende dagen op "Valencia Camperparc" staan. Overigens, we hadden graag het sinaasappelmuseum in Burriana willen bezoeken, maar lezen op diverse sites dat deze gesloten is. Ook op onze e-mail wordt niet gereageerd. Jammer ... komende twee dagen gaan we Valencia bezoeken, daarna trekken we het binnenland in, in de hoop dat het daar wat koeler is. Zodra we op de plaats staan,hebben we al bezoek, in de vorm van een kat. Aangetrokken door lekkere etensgeuren blijft hij heel lang voor onze hordeur liggen. Hij heeft pech, het eten voor vanavond is precies genoeg voor 2 personen.
Maandag 13 september
Vandaag naar de grote stad Valencia! Op tijd op weg om niet te veel in de warmte te hoeven lopen. Zeker gezien de ervaring van gisteren. En dus waren we om goed 9 uur al onderweg naar de metro. Klein stukje lopen en we hadden de dienstregeling al via internet kunnen inzien. Makkelijk dus. Helaas, bleek het kopen van kaartjes niet zo eenvoudig: er was geen kaartjesloket/-automaat. Wat nu? Internet gaf hier geen uitkomst, maar gelukkig een intercom-knop wel: een Spaanse dame sprak een beetje Engels en kon ons uitleggen dat we de tickets op het eindstation moesten kopen. Zo reden we zonder kaartje naar van Horta Vella naar station Xavita in Valencia. Bij de uitgang: geen verkooppunt. Een vriendelijke man wees ons naar een andere uitgang met wel een verkooppunt en even later waren we 2 retourtjes rijker en maar 7 euro’s armer. Hiervoor hadden we een half uur in de metro gereden. Eerst maar eens koffie gedronken met ieder 2 donuts in de stationsrestauratie, konden we er voorlopig weer tegen.
Eenmaal buiten zagen we het ernaast gelegen treinstation-Nord, gebouwd 1910-1917. Een mooi gebouw, ook van binnen. Hier startte onze stadswandelroute Valencia die we, zoals zo vaak, van www.reisroutes.be gehaald hadden. Deze zou ons gaan leiden door het oude centrum van Valencia. 6.9km gaf de planning aan. Moest toch te doen zijn binnen 4 uur?
We kwamen langs de nog steeds in gebruik zijnde stierenvechtersarena Plaza del Toros. Eén van de grootste arena's van Spanje. Achttienduizend toeschouwers kunnen hier plaats nemen. Mooi gebouw wat een beetje lijkt op het Collosseum, maar wij zouden niet naar een gevecht gaan kijken. Gelukkig wordt het ook voor andere zaken gebruikt (concerten, feesten, markten).
Verder naar de open markthal, met zijn vele boetieks om daarna uit te komen bij een park met monumentale bomen, waarvan de Australische vijgen met luchtwortels die tot pilaren groeien, bijna 200 jaar oud, het indrukwekkendst waren.
Na een snelle hap tussendoor gingen we verder en zagen we op het Plaza de la Virgen de mooie fontein "Font del Túria". De man in het midden van de fontein moet de Turia rivier voorstellen en de acht naakte vrouwen om hem heen, staan symbool voor de kanalen die uit de Turia rivier voortvloeien. Water is dan ook heel belangrijk voor Valencia. Aan dit plein stond ook de roze Basilica de la Señora de los Desamparados. De kerk van de daklozen is door middel van een boog met de kathedraal verbonden. Het is een één van de belangrijkste kerken van Valencia. Deze hebben wij niet bezocht. We kwamen nog langs 2 stadspoorten: Torres de Serranos en Torres de Quart. De eerste werd in 1398 gebouwd op Romeinse fundamenten. Torres de Quart werd in 1562 gebruikt als opslagruimte voor buskruit. Tot 1626 had één van de torens nog een functie, namelijk als gevangenis voor vrouwen. Dit zorgde voor veel spanningen.
Ook liepen we nog een deel van een 9 km lange groene strook midden door Valencia. Morgen gaan we deze strook in zijn geheel fietsen.
We liepen verder en kwamen bij de kathedraal (Catedral de Sta María de Valencia). Een prachtig gebouw in een mix van gotische, romaanse en renaissance stijl, heel duidelijk te zien aan de 3 ingangen. De kerk werd tussen 1262 en 1356 gebouwd en heeft tijdens de Moorse bezetting zelfs als moskee gediend.
Hier vinden we tot onze verrassing de “Heilige Graal” de beker waaruit Jezus tijdens het laatste avondmaal gedronken zou hebben. De uitleg over hoe de Graal hier gekomen is kreeg je erbij.
Ook bewaarde men de gemummificeerde hand van San Vincente de Martyr (Vicent Ferrer), één van de beschermheiligen van de stad.
Nog één kerk passeerden we, de Iglesia de los Juanes, één van de oudste van Valencia. In restauratie dus helaas niet te bezoeken. De grootste markthal van Spanje, Mercado Central, was maar open tot 15.00 uur. Vijf uur in de middag en onze magen lieten zich horen. Gelukkig waren hier eettentjes te over, dus eerst een lekkere tosti gegeten om de energie weer aan te vullen. We staken nog een zebrapad over waar de gendergelijkheid duidelijk uit sprak: aan ene kant van de straat een gewoon voetgangerslicht, aan de andere kant een vrouw! Met de metro terug verliep vlekkeloos, uiteindelijk geen 7 maar 13km op de teller (1,5 van naar de metro lopen). Eten op de camperplaats moesten we weer zelf maken met de restjes: het restaurant zat dicht op maandag. Het smaakte weer prima.
Dinsdag 14 september
Vandaag voor de tweede keer naar Valencia, op de fiets deze keer. Gewoon opstappen bij de camper en gaan (denken we...) Maar dat valt niet mee: rotondes waar we niet mogen fietsen....terug. Grindpad met grote stenen en diepe kuilen dat voor een gesloten hek eindigt .... weer terug. Daarna gaat het beter. We worden door cicaden getrakteerd op een mooi concert en maken een koffiestop met een lekkere plak cake. Valencia komt in zicht en uiteindelijk fietsen we de "groene long" in.
Deze long is de bedding van de rivier de Túria. Tot 1957 liep deze rivier door Valencia maar tijdens een overstroming dat jaar verdronken veel mensen. Men besloot de rivier om te leiden en gedeeltelijk droog te leggen. Het idee hier een snelweg aan te leggen ging de inwoners te ver en uiteindelijk kwam er een groene zone in 1987. En wat voor één: 9 km lang genieten. Fiets- en wandelpaden zijn er evenals speeltuintjes, velden voor hand- en voetbal, atletiek en skatepark. Prachtige waterpartijen en bloementuinen en heel veel bomen en bankjes. Wij zien de zijdeboom met prachtige bloemen en aparte stam, maar ook ons onbekende soorten. Ook de (sier)sinaasappelbomen zijn hier aangeplant. Ze zijn nog helemaal groen en deze kun je niet eten.
Vreemd idee eigenlijk om op de rivierbodem en onder de bruggen door te fietsen i.p.v. er overheen.
Halverwege nog eventjes met de voetjes in het water, een afkoelmomentje, vlak voor het Palau de la Música.
De long eindigt met de "Stad van Kunst en Wetenschappen". Hier bevinden zich het l'Oceanogràfic, het spectaculaire operagebouw en het kunstpaleis Palau de les Arts. Die smeken gewoon om gefotografeerd te worden en dat doen we met plezier en veelvuldig. Wat een schitterende architectuur, je blijft je erover verwonderen. Helaas hebben we geen tijd om de musea te bezoeken. Reden te meer om er nog de stad nog eens te bezoeken. Na dit "fietsfeestje" trappen we naar de haven en vandaar weer terug naar de camper. Iets na 18 uur zijn we terug. De km-teller staat op 54.
Balans opmaken: een gezellige, leuke stad, heel veel te bekijken en leuke eettentjes en terrasjes, voor ieder wat wils. Nieuwe trend die we hier zien zijn de steps. Je ziet heel veel jongeren er mee rondtoeren, naar ook heren met stropdas en aktetas. En natuurlijk de oudere dames onder ons die, heel voorzichtig, van deze manier van vervoer gebruik maken. Terug op de camperplek neemt Richard nog een duik in het zwembad, ik stap liever onder de douche. Onze koelkast is nu echt helemaal leeg, dus eten we vanavond bij het campingrestaurant. Ze hebben een kleine kaart, maar het eten smaakt prima. Een moot zwaardvis en varkensvlees in champignonsaus, met een heerlijke rucolasalade. En zo komt er een einde aan ons 2-daagse bezoek aan deze mooie stad, morgen reizen we weer verder.
Woensdag 15 september
Na 2 dagen Valencia was het tijd voor rust: weg van de mensenmenigte, orde in de camper en ook weer een gevulde koel- en voorraadkast. Daar hadden we de ochtend voor nodig en toen waren we weer "on the road".
Een half uurtje ten noorden van Valencia passeerden we het stadje Sagunto aan de voet van een heuvel. Bovenop zagen we een groot fort, het Castell de Sagunt. De geschiedenis hiervan gaat tweeduizend jaar terug. Hier komen we graag een andere keer voor terug.
We pakten de snelweg A23 verder naar het noorden, op weg naar Montanejos, maar vonden ervoor al een rustige camperplaats in Segorbe, met faciliteiten! Hier was een klein fort en een olijfolie-museum en dus genoeg te zien voor een rustige bijkommiddag. En trouwens, 60km was ook wel weer genoeg voor vandaag.
Eenmaal op weg naar het fort liepen we door smalle en steile straatjes van Segorbe en kwamen we op de top uit bij een pas en mooi gerestaureerd fort: Fuerte de la Estrella. Overal uitlegborden (in het Spaans, dat dan weer wel), en natuurlijk uitzichten van jewelste. De toegang was gratis, maar we konden ons wel een beeld vormen van het verleden.
Verder maar weer naar het olijfolie-museum, maar dat had anders dan de website vermeldde, de deuren gesloten. Het bord op de deur (en google voor de vertaling) leerde ons dat het alleen op vrijdag en zaterdag in de namiddag open is. We hadden graag het een en ander hierover geleerd en geproefd.
Verder door het plaatsje en gezien dat er zelfs een kathedraal is (ook gesloten om deze tijd) en een Jezuïtenkerk (je raadt het al). Nog wel een mooie fontein gezien en genoten van de prachtige straatnaamborden.
Later lazen we dat Segorbe ook nog resten van een aquaduct heeft. Al met al een aardig stadje op een heuvel.
Tijd voor de paella (versbereid in de supermarkt): 1 portie met vis en 1 met artisjok en vlees. Lekker makkelijk en smakelijk. Deze avond konden we weer eens de stoeltjes buiten zetten en genieten van een mooie zonsondergang. Wel veel mensen die voorbij kwamen wandelen of joggen, gezellig.
Donderdag 16 september
Deze dag gaat te boek als één van uitersten. Na een hele onrustige nacht, uren lang stromende regen en onweer/bliksem van alle kanten, schijnt deze ochtend toch het zonnetje weer. We zijn wel wat brak, maar gaan weer op pad. Naar Montanejos dit keer, de "Fuente de los Baños" bezoeken. Via de A-23 en de CV-195 zijn we ruim een half uurtje later op de plaats van bestemming. Bronwater en de bijbehorende thermaalbaden zijn al beroemd vanaf de 13e eeuw. Een parkeerkaartje voor een dag kost €4,80 maar de bronnen zijn gratis. Het heeft een prachtige ligging met allemaal kleine vijvers. De temperatuur van het water is zo'n 25 graden. Je kan er zwemmen tussen de rotsen en het water is er niet heel diep. Er zwemmen veel vissen, prachtig stekje.
We lopen een rondje richting dorp en zwemmen in het mooie blauwgroene water. Volgens ons is het geen 25 graden, best nog wel koud. Eenmaal in het water valt het gelukkig mee. We zwemmen tussen prachtige gekleurde rotswanden. Landgenoten maken foto's van ons en we hebben een leuk gesprekje.
Op onze niet aflatende speurtocht naar planten en dieren komen we weer van alles tegen. Richard vindt zichzelf terug in een school vissen, maar we zien ze ook in mini-uitvoering. Daarnaast zijn er allerlei kruipende "beessies" (o.a een grote glimworm). De een verplaatst zich wat makkelijker dan de ander. De blauwe winde spotten we op de terugweg.
Tegen 15 uur is het tijd om verder te gaan. Er hangt al een tijdje een donkere lucht en tijdens het tanken komt de volgende hoos- en onweersbui. We wachten lang, tot regen en onweer beetje afnemen. We zien verschillende stroompjes water over en langs de weg lopen. We besluiten wéér terug te keren naar de kust. Er gaan namelijk waarschuwingen uit voor onweer en code geel voor wind in de komende uren. Nog verder de bergen in gaan, wat eigenlijk de bedoeling was, lijkt onverantwoord. We haasten ons naar de camperplaats Las Moreras in Alcossebre, 115 km verderop.
De buien lijken boven de laatste bergkam te blijven hangen, heel spannend. We halen het net! Eigenlijk is de camperplaats hier vol, maar we worden nog ergens op een pad bijgeschoven. Geen enkel probleem voor deze ene nacht. Als we de stroomkabel aansluiten begint het hier ook te druppelen. Na het eten is de regen opgehouden en lijkt het voor de rest van de avond mee te vallen. Onze planning voor morgen passen we aan: niet de bergen in! Eerst nog maar eens hopen op een rustige nacht.
Maak jouw eigen website met JouwWeb