Vrijdag 8 september 

Vanmorgen worden we wakker als onze buurvrouw wegrijdt. Wat later vinden we nog een zakje met amandelen onder de ruitenwisser. Een cadeautje van haar, heel lief! 

We ontbijten buiten: eieren met geitenkaas, tomaatjes en wat takjes tijm van gisteren erdoor. Heerlijk! Na alle ongedierte van de voorkant van de camper verwijderd te hebben is het hoog tijd om verder te gaan. 

Acht kilometer zuidelijker ligt Les Baux-de-Provence. Parkeren is hier niet echt makkelijk met onze "witte bak". En als dan ook nog de betaalautomaten onze passen weigeren zijn de rapen gaar! Gelukkig vinden we 200 meter verderop een gratis plek.

Het historische dorpje ligt fantastische op een hoge kalkrots. Het is 900 meter lang en 200 meter breed. Een machtige burcht stond er, gebouwd door de heren van Baux, maar door Lodewijk XIII vernietigd in de 17e eeuw.

Tijdens WOII was het dorp verlaten, maar nadien werd het weer opgebouwd en sinds 1966 is het een monument. Ook werd er sinds 1822 bauxiet gedolven. Een groot brok is in het plaatsje tentoongesteld. 

Eenmaal in het dorp is het gigantisch druk en het stikt er van de souvenirwinkeltjes die allemaal een graantje willen meepikken van de 1,5 miljoen bezoekers die er elk jaar komen. Wij doen er ook aan mee door een potje "Seasoning mix" te kopen met truffels erin. Geproefd en het heeft meteen onze goedkeuring gekregen, dat smaakt prima. 

Op het eind van de rots heb je een schitterend panoramisch uitzicht op de omgeving. Ook de kerk en een tweetal kapelletjes (1 is er beschilderd) alsmede het kleine Santon-museum bekijken we. Kleine, met de hand beschilderde, terracotta beeldjes die verschillende personages uit het Provençaalse dorpsleven uitbeelden, zoals de schaarslijper, de visvrouw, de blinde man en de kastanjeverkoper. Er staan ook 2 kerstvoorstellingen tentoongesteld. Heel mooi gemaakt. Tegen 14 uur wordt het te warm en lopen we naar de camper terug om te ontdekken dat het daarbinnen nog warmer is.

Aire de Camping-Car Fontvieille is de volgende pleisterplaats waar we snel heen rijden. Gelukkig weer in de schaduw en tot na het eten doen we niets meer, alleen luieren. Een avond wandelingetje zit er nog wel in. Er staan hier namelijk een aantal molens. Toegegeven, niet zoveel als in Kinderdijk, maar mooi zijn ze wel. Molen de Daudet is de beroemdste. Voor het laatst gebruikt in 1915. Hierin zit nu een museum dat het verhaal vertelt van 1 van de grootste schrijvers van de Provence, Alphonse Daudet. Wij lopen er alleen maar langs en tellen nog een drietal molens, sommige intact, andere wat meer vervallen. Het Chateau de Montauban staat iets verderop. Het wordt langzaam donker en we haasten ons met nog één blik op de kerk snel terug. Het laatste gedeelte wordt zo ongeveer snelwandelen want de muggen hebben ons ontdekt. Helaas, we winnen het niet en een aantal reist mee de camper in 😫.

Zaterdag 9 september 

Arles, een stad met een heel groot Romeins amfitheater, die willen we graag zien. We vinden een parkeerplaats waar de camper in past en om half 11 gaan we op weg. Eerst komen we langs een leuke markt en daar kopen we dan toch een hele (geen stuk hoor) lavendelzeep.
De stadswandeling leidt ons langs het Antique Theatre uit de Romeinse tijd, het wordt tegenwoordig weer gebruikt voor voorstellingen. De kathedraal St Trophime is mooi met al zijn kapellen, sarcofagen en reliekschrijnen, ook erg hoog. Het toegangsportaal is prachtig met al de details die het heeft.
Het is erg druk in de stad, er schijnt ook een feestweekend te zijn: Feria du Riz. Nog geen idee wat het inhoudt, maar er wordt veel paella bereid en we zien ook veel bodega's die nogal vol zitten. Er klinkt muziek in de straten, heel verschillend en allemaal mooi en live. Een feestband speelt voor het Café van Gogh, het café dat Vincent schilderde in zijn tijd hier. Op het plein waaraan het café staat vinden we ook een beeld van de Provençaalse Nobelprijswinnaar Frédéric Mistral. Even verderop weer een Romeinse ruïne: de thermen van Constantijn. Bij de kade van de Rhône gaan we even zitten en genieten van het uitzicht. En dan is het nog maar een klein stukje naar het amfitheater. Wat istie groot (ovaal van 136 bij 107m), maar helaas ook erg gesloten. Het blijkt dat de Feria du Riz zich grotendeels in dit amfitheater, dat nu een stierenvechters-arena is, zal afspelen. We troosten ons met een ronde eromheen lopen, ook mooi.

Op de terugweg zien we een vrachtwagen die stieren vervoerd, later nog één. Dan snappen we opeens waarom die hekken langs de weg staan: de stieren zullen er doorheen gejaagd worden.

Wat we zien van de stieren (grote horens en een krullekop) vinden we mooi, wat ermee gedaan gaat worden niet.

Het is ook hoog tijd om terug naar de camper te komen en een paar kilometer terug te rijden naar de abdij Montmajour.

Dit klooster, dat ontstond in de 9e eeuw, ziet er al vanaf de parkeerplaats erg groot uit.

We starten, zoals het hoort, onderaan in de gewelven en crypten: dikke pilaren en bogen, die de ruimte tot een soort doolhof maken. Dan komen we op een binnenplaats waarin de monniken begraafplaatsen hebben uitgehakt(!) voor wie hier begraven wilde worden (en het kon betalen). Enkele graven van Provence uit de 11e eeuw kozen hiervoor. Het klooster was inmiddels al beroemd vanwege het bezit van wat een paar stukjes van het kruis waaraan Jezus gestorven is zouden zijn.

In de 14e eeuw was het wegens oorlogen onrustig in de streek en werd het klooster versterkt met een muur en een donjon. Deze toren van 26m hoog staat er nog en kunnen we beklimmen. Dat valt nog niet mee met deze hitte: 125 treden. Het uitzicht is prachtig en we zien (weer) de Alpilles, Arles en in de verte een wei met camargue-paarden. Op hun ruggen liften koereigers mee, een apart gezicht.

Beneden aangekomen lopen we naar de abdijkerk, een imposante ruimte, ook al of juist omdat hij helemaal leeg is. De kloostergang heeft prachtig bewerkte pilaren met vreemde afbeeldingen.

Tenslotte maken we nog een ronde door het nieuwe gedeelte: de 17e eeuwse vleugel van de Mauristen (een strenggelovige orde van de Benedictijnen). Dit was ooit een imposant gebouw van 5 verdiepingen hoog. De hoogte is nog te zien en ook resten van een trappenhuis. Naar de andere afmetingen moeten we raden. Dat doen we niet: we hebben genoeg gezien en willen terug naar de camper en op zoek naar wat koelte.

Er is nog één object dat we willen zien: de resten van een Romeins aquaduct die ook vlakbij ligt. Er blijkt een flink aantal bogen overgebleven te zijn, deels gerestaureerd. Mooi om dit soort bouwwerken te zien van een paar duizend jaar oud.

We staan geparkeerd in de schaduw en profiteren er nog een tijdje van tot het tijd is om een camperplaats op te zoeken.

We kiezen voor Maison du Riz in St Gilles. Een rustige CP bij een rijstboerderij en -museum. Als er niet van die vervelende muggen waren zouden we nog lang buiten zitten.

Zondag 10 september 

Zondag: rustdag. Nu nemen we dat meestal niet zo nauw maar vandaag willen we een poging gaan doen. In ieder geval niet rijden, even "bijtanken"! 😂

Vlakbij is het "rijsthuis", met een klein museum. Maar eens kijken wat dat is. Een bakje koffie en dan op weg.

Eenmaal binnen blijkt dat alleen via reservering het museum te bezichtigen is en vandaag niet meer. Dat wordt dus alleen wat speciale rijst kopen, zwarte en risotto. 

Een klein stukje omgeving verkennen hoort erbij en we wandelen een half uurtje naar de Petit Rhône die wordt gebruikt om de velden met rijst te irrigeren. Dit gebeurt via de betonnen goten die we overal zien. Op borden wordt het een en ander uitgelegd over de rijstteelt en over de flora en fauna. Er leven hier bevers, otters, ooievaars, wilde zwijnen en herten. Ook de (halfwilde) Camargue paarden zien we hier weer, net als de koereigers.

Tegen 14 uur blijkt het toch te warm te worden op deze plek en verkassen we een stukje terug naar een beschaduwde parkeerplaats onder de bomen. Hier vermaken we ons een paar uur prima met nietsdoen. 

We overnachten op Parking Vauvert. Een mooie grote plek zonder voorzieningen.

Maandag 11 september

We zitten in de Camargue en we gaan vandaag doen wat al heel lang op ons todo-lijstje staat: de zoutvlaktes bij Aigue-Mortes bezoeken.
Onderweg ernaartoe zien we steeds meer Camargue-paarden en een paar keer in de verte de zwarte runderen en ook flamingo's. We zien ook een steeds drogere omgeving waarin we cactussen, palmen en yucca's ontdekken. Prachtig!
We rijden om de imponerende vestingmuren van Aigue-Mortes heen, deze stad slaan we vandaag over. We dachten dat we op tijd bij de vlaktes zouden zijn, maar de parkeerplaats is al helemaal vol en er zijn al veel mensen. Dan maar even verderop kijken. Helaas, de volgende parkeerplaats ligt kilometers verderop. Wat nu? We hebben gelukkig een vrij rustig plekje kunnen vinden om eindelijk een bakkie te kunnen doen en te kijken of we online nog kunnen reserveren. Het schijnt dat je zowel te voet als met een treintje over het terrein kunt gaan. Weer helaas: te voet lukt het reserveren niet en met het treintje pas morgenmiddag. De reservering moet je ook nog eens uitgeprint laten zien. En laten we de printer nu net thuis hebben gelaten!
We rijden terug naar de Salins du Midi om te zien of we bij de kassa kunnen reserveren. Het zit ons eindelijk mee vandaag, want er is inmiddels plek op de parkeerplaats en we kunnen ook nog te voet het terrein op. Het hele terrein is 8000 hectare groot (zo groot als Parijs) en er wordt per jaar 200 miljoen kg zout geoogst. Wij gaan er zo'n 4 km lopen.
We starten op een pad met riet erlangs en even verderop komen de eerste watervlaktes. In de verte zien we Aigue-Mortes dat prachtig weerspiegeld wordt in het water. Nog wat verder zien we het water rood kleuren. Wat een prachtig gezicht! Deze rode kleur ontstaat door algen die in het water leven (Dunaliella salina). Deze algen worden gegeten door kleine kreeftjes, die weer gegeten worden door grote roze flamingo's.
Als we een hoek omgaan komen de zoutbergen en de zoutvlaktes in zicht. We lopen erlangs en genieten van de kleuren, de planten en van die ene flamingo die iedereen fotografeert.
Helaas is er weinig informatie te lezen en dan alleen nog in het Frans.

Als we aan het einde van de zoutbergen komen zien we de vrachtwagens met zout af en aan rijden: volladen op de vlaktes en hun lading weer afgeven bij de machine waar het zout wordt gezuiverd. De zon is inmiddels verdwenen achter wat wolken en daarmee wordt de temperatuur ook heerlijk om te lopen.
Er is een hoge zoutberg waar bezoekers op mogen lopen om een goed overzicht te krijgen. Wij klimmen er ook op en het is inderdaad prachtig. De rode kleur van het water blijft fascineren. Zeker zoals het afsteekt tegen het wit van de zoutvlaktes en -bergen en de blauwe lucht. Ook zien we zo ongeveer het hele proces van de zoutwinning. Het water uit de zee wordt naar de zoutvlaktes gepompt, waar het kan verdampen. Als het zoutpercentage hoog genoeg is wordt het verzameld en met grote vrachtwagens naar een machine en een lopende band gebracht, waarmee het zout gezuiverd wordt. Daarna nog verder drogen op enorme bulten (camelles) en dan kan het naar de fabriek gebracht worden voor verpakking.
Als we teruglopen schijnt de zon weer volop, de hoed en pet komen goed van pas. Even later komen we bij het eindpunt, waar natuurlijk een winkeltje is. We kopen een paar zakjes zout en keren zeer voldaan terug naar de camper. Eerst onze handen en het gezicht wassen, want ze plakken van al dat zout. We hebben ons plan kunnen uitvoeren, het was prachtig en nu kunnen we gaan beginnen aan de retourreis.

Daarvoor moeten we langs Nîmes en dat valt zo tegen 18 uur niet mee. Wat een drukte op de rondweg en wat een hoop rotondes!
Gelukkig komen we er zonder kleerscheuren (of butsen) doorheen en arriveren we veilig op de camperplaats in Poulx. Een eenvoudige parkeerplaats zo'n 15m van de doorgaande weg af. Op dit moment al bijna helemaal in de schaduw, helemaal goed.

Dinsdag 12 september

Voor de eerste keer is de lucht grijs als we wakker worden in Zuid Frankrijk. Pas vanavond wordt er regen verwacht. Eerst verkassen we weer een stukje noordelijker. Naar Pont du Gard om precies te zijn. Vaak langs gereden, nooit bezocht. Na het gebruikelijke kopje koffie stappen we de site op. Het is weer eens veel groter dan verwacht en er is veel meer te zien. Dat zal dan ook niet de paar uurtjes worden die wij ervoor in gedachten hadden. We starten op de rechteroever vanwaar we een mooi uitzicht hebben. De zon komt goed door de wolken en in een mum van tijd is het 29 ⁰C. De eerste uitzichten op dit bouwwerk zijn indrukwekkend. Wat een staaltje bouwkunst van de Romeinen rond 19 voor Christus. Het aquaduct dat we zien en die Nîmes vanuit Uzés van water voorzag, was in totaal 50 km lang en de brug is hier drie etages hoog (48 meter). Ze gaat over de rivier de Gardon. Ooit een verraderlijke rivier, nu kan je er kanoën en zwemmen. We klimmen naar de top, zien zelfs karrensporen van 2000 jaar oud, bijna niet voor te stellen. Ook wat verderop zijn nog meer restanten (lagere) van het aquaduct te zien. We wandelen via de Pitotbrug (ter hoogte van de 1e verdieping en in 1747 gebouwd) naar de overkant, dus de linkeroever. Hier staan 1000 jaar oude olijfbomen, die dus al 1000 keer vruchten hebben gedragen. Iets levends van 1000 jaar oud, niet te bevatten. Dat zullen wij nooit worden! Wat verder staat een korenmolen uit 1865, deze is nu in restauratie.

Het museum willen we ook nog bezoeken. Een filmpje met veel info over de brug is mooi gemaakt. Het museumgedeelte ernaast ook, maar we wandelen er snel doorheen. Een tijdelijke tentoonstelling met de naam "Light as Space" van een Japanse kunstenaar toont wonderlijke lichteffecten door middel van draden, 25 km in totaal.
Na deze duisternis moeten onze ogen weer even wennen aan het licht. De zon is overigens bijna verdwenen achter de wolken en het is broeierig warm.
De grot van Salpêtrière (19.000 jaar oud) en 20 millennia door mensen als habitat gebruikt. Geen wonder dat het één van de belangrijkste plaatsen van de Franse prehistorie is. Het is weer een topdag vandaag.

Maar nu wordt het echt tijd om richting noorden te rijden en op zoek te gaan naar drinkwater, want onze tank is bijna leeg. Even douchen straks zou heel erg fijn zijn.
Die plek vinden we in Saint-Alexandre achter het kerkhof. Na alle los-, laad-, kook- en doucheactiveiten zijn we klaar om verder te gaan.

De reis gaat vandaag tot in La-Voulte-sur-Rhône waar we bij de Intermarché een (overkapte) parkeerplek vinden. Van eventuele zware buien zullen we vannacht geen last hebben. Het is nog steeds droog, maar ook warm. Om half tien zitten we aan de koffie.

Woensdag 13 september

Tegen 6 uur worden we toch nog wakker van gedrup op het dak van de camper. Slapen is daarna lastig.
Gezien de voorspelling dat het voor het grootste gedeelte van de dag gaat regenen maken we er maar een reisdag van.
Natuurlijk niet over de tolweg, dat is niet ons ding. De eerste paar uur rijden we vooral langs de Rhône. Een mooie grote rivier door een breed dal met heuvels aan weerszijden. Hier komen die lekkere Rhône wijnen vandaan😋.
We rijden natuurlijk door heel wat dorpjes en ook door Vienne, een stad met Romeinse roots. Via de D383 passeren we Lyon en tegen het eind ervan zien we zo'n 100m voor ons een auto slippend vanaf de oprit de weg op komen. Een vrachtwagen voor ons remt net als wij, maar kan niet voorkomen dat de auto geraakt wordt. Tollend gaat de kleine auto over de weg. Gelukkig lijken beide chauffeurs in orde te zijn en kunnen we er voorbij rijden. Een eindje verder nemen we een pauze om van de schrik te bekomen.
We wachten ook nog even een flinke plensbui af en dan rijden we verder naar het noorden. Langzaam klaart het weer op.

In Louhans gaan we een wandeling maken, toch even de benen strekken. Het blijkt een van de plaatsen uit de gids van Les Plus Beaux Détours te zijn ("de plaats is rijk aan geschiedenis, architectuur en gastronomie. De Grande Rue vormt met haar 157 arcades het handelshart van de stad").
We lopen eerst langs het riviertje Le Solnan met een dammetje erin (er zouden hier zelfs bevers zitten) en na een paar merendeels verwaarloosde volkstuintjes komen we het stadje in. Er zijn een paar mooie oude gebouwen te zien (o a. het Hotel Dieu en de kerken) maar als we in de Grande Rue komen met de arcades dan zien we toch echt de charme van de stad.

We willen nog een stukje verder rijden èn voor het donker aankomen. De camperplaats Parking Saunières voldoet aan die wens. We rijden er door de opkomende nevelflarden naartoe en letterlijk op de klokslag van 20 uur staat de camper op zijn plek voor de nacht. De klokken van de aangrenzende kerk luiden alsof ze ons welkom heten.

Donderdag 14 september

Mist, het eerste wat we zien deze ochtend. Maar voordat we de motor starten piept het zonnetje er al weer een beetje doorheen. De rivieren Le Doubs en La Saône slingeren hier door het landschap. Tijdens het tanken spotten we nog een bijzondere auto. We zien in Pouilly-sur-Saône het mooie gemeentehuis en in Auvillars-sur-Saône een groene watertoren. Leuk gebied om nog eens verder te verkennen.

Ten Westen van Langres ligt het Parc National de Forêts. Met veel wandelingen. Wij kiezen er eentje bij Aprey. Een wandeling door bos en een heuse Gorge (de Vingeanne). Lekker wandelen, alleen jammer dat de coördinaten niet kloppen. Dat wordt behoorlijk zoeken, Franse stijl dus!
De bron van het riviertje de Vingeanne vinden we wel en de gorge (kloof) op het eind is indrukwekkend. De oorspronkelijk bedoelde 6 km wandelen worden er 7,5. Maar het weer is perfekt, zon en wolken en 23 ⁰C.

Na het eten besluiten we door te rijden, de 300 km voor vandaag zijn nog lang niet bereikt.
Het (spoorweg-)Viaduct de Chaumont is niet te missen.
Bij Saint-Amand-sur-Fion houden we halt. Dit is een dorpje met mooie vakwerkhuizen en een imposante kerk. Naast een overkapte (markt)hal zetten we de camper neer. Tijd voor een kopje koffie en het laatste glaasje sangria.

Vrijdag 15 september

250km. Dat is de afstand naar Waterloo, naar de Butte de Lion. We hebben de Leeuw al vaak vanuit de verte gezien, maar zijn er nog nooit geweest. Vandaag moet daar verandering in komen. Gelukkig rijden we vooral over 90km- en zelfs 110km-wegen. Dat schiet lekker op. Even koffie gedronken in de Franse Ardennen, waar ook al een imposant beeld staat: een reusachtig wild zwijn, genaamd Woinic. Hij is 50ton zwaar, 10m hoog, 13m lang en 5m breed. Het beeld is in 12.000 werkuren gemaakt door Eric Sleziak. Helaas is er hier geen brood te koop, dus moeten we verderop van de grote weg af een stuk de binnenlanden in. Met een brood rijker kunnen we geruime tijd later de weg naar het noorden weer vervolgen.

Tegen half 3 zien we de Leeuw opdoemen. Even later halen we kaartjes om in het museum te komen, de 4D-film en het panorama te kunnen zien en om op de Butte te mogen klimmen. Bij binnenkomst zien we een reusachtig diorama dat de stellingen van de legers van Napoleon en de geallieerde legers van de Britten, de Pruisen en de Nederlanders vroeg in de ochtend van 18 juni 1815 laat zien. In deze 1-daagse "slag bij Waterloo" werd Napoleon verslagen, ten koste van in totaal bijna 50.000 gewonden en doden. Het panorama is 33 m² groot en er is 30 jaar aan gewerkt. Alles is op schaal, de uniformen kloppen en zelfs het landschap is correct weergegeven. We zien alle legers op hun gekozen posities klaar staan om aan te vallen.
Het museum laat veel sleutelfiguren uit de slag bij Waterloo tot leven komen en maakt ook duidelijk hoeveel militairen erbij betrokken waren. We zien Napoleon op een groot schilderij als keizer, er hangen bewegende schilderijen over de slag en er ligt een skelet van een soldaat dat in 2012 hier is opgegraven, zelfs de kogel waaraan hij is overleden ligt erbij. Het museum is interactief met veel beeldschermen, de gebruikte techniek hapert echter hier en daar wel eens.
De film maakt het verhaal van de slag op een andere manier ook weer duidelijker, met de beelden, geluiden en de 3d-effecten. Erg indrukwekkend allemaal. Gelukkig kunnen we het commentaar en de teksten in het Nederlands beluisteren via de gedownloade app.

Het panorama uit 1912, met een omtrek van 110m en een hoogte van 12m, is in onze ogen een beetje amateuristisch, maar we hebben er ook al meerdere gezien. (Vooral dat van Mesdag in Scheveningen vinden we erg mooi.) Wel mooi is dat het extra verlevendigd wordt door de geluidsfragmenten, hierdoor lijkt het nog meer dat je midden in de oorlog staat.
Als we binnen alles bekeken hebben gaan we naar buiten: de Butte moet nog beklommen worden. De Butte is in 1826 opgericht op vraag van koning Willem I van Oranje. Hij wilde een herinnering laten bouwen op de vermoedelijke plaats waar zijn zoon (de latere koning Willem II) bij de slag gewond raakte. De Butte is 40m hoog en de kolossale leeuw erbovenop (28 ton en 4,5 meter lang) symboliseert de overwinning van de gezamenlijke monarchieën. We hebben geen hartklachten of een slechte conditie (waarschuwing onder aan de trap), dus we mogen de lange trap van 226 treden op lopen. Boven aangekomen hebben we een prachtig uitzicht, maar we kunnen de historische plaatsen (boerderijen zoals de Ferme d'Hougoumont e.d.) niet herkennen

Alles gezien en nu hebben we honger. Voor we verder rijden verzorgen we de inwendige mens en dan is het tijd om naar de laatste slaapplek van deze vakantie te rijden. Het wordt CP de Schalk in Willebroek.

Zaterdag 16 september

Waar een eerste vakantiedag is, is er ook een laatste. En dat is vandaag, het zit er weer bijna op. Nog een bezoekje bij (schoon)mama staat in de planning, een gezellig koffie-uurtje. Dan de laatste 125 km naar huis, deze duren altijd het langst, geen idee waarom😉. Het was een interessante vakantie, leuke mensen ontmoet en heel veel gezien. Het allermooiste is echter dat Richard deze vakantie (bijna) zonder migraine en zonder extra rusten is doorgekomen. En dat door andere medicatie en voedingssupplementen. Dat is een luxe die hij zijn hele leven lang niet gekend heeft. Super!!

Maak jouw eigen website met JouwWeb