Achterhoek en Noord-Brabant en een uitstapje naar Duitsland (weekend)
Soms heb je zo'n weekend dat er al verplichtingen in de agenda staan, maar dat je ook graag nog wat activiteiten wilt gaan ondernemen. Dit is nu zo'n weekend, zeg maar van alles wat, beetje rommelig dus en veel kilometers maken. Moet kunnen voor een keertje.
Vrijdag 9 oktober
We zijn wat laat weg, dus plannen we onze 1e wandeling niet al te ver van van huis: Aalten.
Het wordt een "Rondje Dale" van 7,5 km. En om eerlijk te zijn, het is een leuk rondje. Aalten is als nederzetting al voor het jaar 600 ontstaan en dankt zijn naam waarschijnlijk aan zijn hoge ligging. Altus is hoog. Als eerste zien we de watertoren, 37 meter hoog en in 1943 in gebruik genomen. Hij kan 845.000 liter water bevatten en heeft ook nog eens een ondergronds reservoir van 1.000.000 liter. Daar zou ik nog wel eens in willen kijken hoe dat er dan precies uitziet. Helaas gaat hem dat niet lukken. Bij het bankje "GOA EFFN ZITTN" hebben we deze goede raad meteen opgevolgd. Karakteristiek zijn de rode houten topgevels van de boerderijen in dit gebied.
Zaterdag 10 oktober
Vandaag eens wat nieuws uitproberen. We hebben een app gevonden met Niederrheintouren tussen Rees, Kalkar en Emmerich. De Rheinaue vormt een speciale biotoop met bijzondere cultuur en natuur. We hopen de "points of interest" te kunnen vinden. Op het eerste stuk merken we al meteen dat de wegen meer bestemd zijn voor fietsers dan voor campers. Erg smal dus! We rijden voorzichtig door en arriveren in Dornick. We zien de kerk van St. Johannes de Doper en zoeken naar een vistrap en sluizen. Deze vistrap in de Altrhein zou de kinderkamer zijn voor vissen, belangrijk dus. We wandelen een stukje langs de Rijn en zien ze op een afstandje liggen, maar kunnen er helaas niet bij komen. Weilanden met afrasteringen scheiden ons. Dan koersen we naar Empel. Vlakbij het station staat een houten wielrenner op een racefiets. Mooi gemaakt! Haus Empel is de ruïne van een waterburcht. Hij ligt in een natuurgebied direct aan het Empler Meer, een arm van de oude Rijn, en is omgeven door grachten. De ruïne is in particulier bezit en niet toegankelijk voor publiek. In de 13e eeuw werd hij verbouwd tot kasteel en hij is al die eeuwen bewoond geweest. De burcht werd vernietigd in de 2e Wereldoorlog.
Onze volgende stop wordt het dorpsplein van Labbeck. Het Haasmonument en het Romeins aquaduct daar komen we voor. In de Nederrijn worden mensen die dapper het hoofd bieden aan de tegenslagen van het leven in zanderige, nogal kale gebieden "zandhazen" genoemd. De bronzen konijnen die de fontein in Labbeck sieren, zijn in 2012 gemaakt. En konijnen met een wortel omlijsten ook het stadswapen, dat zelf geen konijn bevat. Misschien is de wortel zelfs een toespeling op de Sonsbeckers die gekscherend "wortelen" worden genoemd.
De fontein legt een verbinding met het belang van het water voor de plek: een deel van de waterleiding uit de Romeinse tijd liep hier en is ook te bezoeken. Op het informatiebord wordt koers, aanleg, herkomst en bestemming van het water uitgelegd. In dit verband klinkt het bijzonder charmant dat de waterleiding werd gevoed vanuit de bronnen in het Tüschenwald bij "Haus Hasenacker".
Helaas moeten we het hierbij laten vandaag. We reizen naar Goirle want Ma viert haar verjaardag en dat willen we zeker niet missen.
Zondag 11 oktober
Rond half elf staan we weer startklaar. De grafheuvels van Oss worden vandaag ons doel. Hier zijn we al zo vaak met de auto voorbijgereden op de A50. Het Knooppunt Paalgraven ten zuiden van Oss is naar de met palen omringende grafheuvels vernoemd. Deze route is een onderdeel van het project "Kunst aan de A50". Het is nog even een dingetje om bij de parkeerplek te komen, maar dan trekken we de wandelschoenen aan en gaan op pad. De wandeling heet Doden- en Godenlandschap Paalgraven en we zien dat speciale paden/vlonders zijn aangelegd om alles goed te kunnen bekijken. Infomatieborden vertellen dat de graven zijn aangelegd van de Vroege Bronstijd tot de Vroege IJzertijd, dus van 2000 v.Chr tot 700 v.Chr. Zeven grafheuvels zijn hier gevonden waaronder 2 zgn. langbedgraven. Zij zijn genoemd naar de lange ovalen vorm. Op 1 van de heuvels stond waarschijnlijk in de 13e eeuw een galg, waar misdadigers werden gehangen en tentoongesteld als waarschuwing. Op de uitkijktoren heb je een mooi uitzicht over het gehele gebied.
En dan wandelen we naar de grootste grafheuvel van Nederland, het Vorstengraf. Het ligt niet ver bij de andere vandaan, maar we moeten er een behoorlijk eindje voor omlopen. Nu is dat niet zo erg ware het niet dat er een fikse bui boven ons hoofd losbarst. Gelukkig is er een viaduct vlakbij, een mooie schuilplek en prachtig beschilderd. Het vorstengraf bevatte een bronzen wijnemmer (situla) waarin zich een kromgesmeed ijzeren Mindelheim-zwaard (versierd met goud) uit 700 voor Christus bevond. De vondst is overgebracht naar het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Ook hier staan info borden met veel teksten, het is heel interessant. Via een binnenweggetje zijn we daarna snel terug bij de camper en rijden richting huis. Ook onderweg nog een paar buien gehad, het leverde twee mooie regenbogen op.
Maak jouw eigen website met JouwWeb