Provence en Côte d'Azur, week 1

Twee weken naar het zuiden. Sur le Pont ........ dat zegt volgens mij genoeg, Zuid-Frankrijk! Onze kat Lot gaat mee deze keer.
Op donderdag vroeg vertrekken zit er helaas niet in. De twee oudste zonen komen onverwachts binnen vallen en eten mee. Gezellig natuurlijk en met alle verhalen die ze te vertellen hebben is het zo laat.

Onze reis in één oogopslag, het meest zuidelijke deel uitvergroot

Donderdag 5 april

Uiteindelijk staan we dan toch om 00.30 uur op de camperplaats A2 campeer-Centrum in Gronsveld, net onder Maastricht.

Vrijdag 6 april

Vandaag wordt een lange reisdag, tegen kwart over negen wordt de motor gestart. Door ongevallen en grenscontroles is er een paar maal oponthoud. Het weer wordt steeds een beetje beter en we genieten ervan bij een korte pauze: we eten voor de 1e keer dit jaar buiten. We komen wel wat minder ver dan we gehoopt hadden. Tegen 21.30 uur arriveren we in Bourg-en-Bresse. Een prima plek met uitzicht op de abdijkerk. Geld pinnen is nog wel een dingetje voor vanavond, maar een automaat is in deze stad gelukkig snel gevonden. Tegen 23.30 uur kruipen we tevreden ons bedje in.

Zaterdag 7 april

Vanmorgen om half zeven de wekker gezet, lekker vroeg op pad. Wel eerst nog rondom de abdijkerk gelopen.
Voor het eerst sinds lange tijd rijden we weer door de tolpoortjes de snelweg op. Vandaag willen we wat van de verloren tijdswinst in halen. Onderweg is het toch weer even raak: een file! Om 12.45 uur draaien we de camperplaats in Avignon op. Het is er eentje met héél veel afval.

De wandeling brengt ons richting het centrum. Vanaf hier kun je de Pont d' Avignon al zien, maar die komt straks aan de beurt. Eerst naar het Palais des Papes (1335-1352). Dit Pausenpaleis is het grootste gotische bouwwerk uit de Middeleeuwen dat je in Europa zult vinden. Ooit hebben hier 9 opeenvolgende pausen gewoond. Met een vloeroppervlak van 15.000 m2 en twee binnenplaatsen is het gigantisch groot. Het is gebouwd op een uitstekende rots boven de Rhône. We tellen twaalf torens. Van buiten lijkt het paleis op een fort en was het een onneembare vesting. Tijdens het bewind van Napoleon Bonaparte werd het gebruikt als kazerne en gevangenis. In 1906 werd het een museum. We zien een immense keuken (met schoorsteen) waar heel veel eten kon worden bereid. Maar ook de feestzaal, de kapellen met (blauwe) muurschilderingen en de terrassen. Wij vinden het absoluut de moeite waard.

Pont d'Avignon, de beroemde brug, draagt eigenlijk de naam Pont Saint-Bénézet en is vooral bekend vanwege het kinderliedje "Sur le pont d'Avignon". Heel lang geleden was de pont 899 meter lang en had 22 bogen. Die zijn er al lang niet meer allemaal; nog maar enkele zijn er over. Een 12e-eeuwse brug die ooit de enige vaste oeververbinding was tussen Lyon en de Middellandse Zee. In 1226 werd hij bijna geheel vernietigd door gevechten, later weer opgebouwd. Overstromingen van de Rhône zorgden ervoor dat er grote beschadigingen kwamen aan de brug en sinds de 17e eeuw is het een ruïne. Op de brug staat de Chapelle St-Nicolas. Hier werd de Heilige Bénézet in begraven die, als jonge herder, de eerste steen voor de brug legde.

Een leuk weetje:
Op île de la Barthelasse (een eilandje in het midden van de Rhône), onder één van de bogen van de brug, was een café met muziek waar het dansen heel populair was. Dit inspireerde tot een minstens zo populair lied. Origineel werd er dus gedanst "sous le pont" (onder de brug) en niet "sur le pont" (op de brug) zoals nu over de hele wereld wordt gezongen.

Het Hôtel des Monnaies, Place de l'Horloge (met mooie laatgotische klokkentoren en bewegende figuren) en de muurschilderingen van de negen pausen bekijken we nog en dan begint het te waaien en valt er regen. De rest van de stadstocht wordt afgeblazen. Na nog wat inkopen zijn we om 18.00 uur terug bij de camper.

Zondag 8 april

Op deze 1e Paasdag zijn we om kwart voor tien al weer op pad. Naar l'Isle-sur-la-Sorque waar het heel erg druk is. Vandaag is hier de jaarlijkse antiekmarkt en die gaan we meemaken.
In de Middeleeuwen heette dit dorp "Insula". Een eilandje in moerasgebied. Het werd drooggelegd door de aanleg van grachtjes en je raadt het al...... het kreeg de bijnaam "Venetië van de Comtat".
Door die waterlopen kwamen er korenmolens (vanaf de 12e eeuw) en stofateliers (wol en zijde). In de 19e eeuw waren er hier 62 waterraderen. Nu zijn er nog een paar over, gelukkig genoeg om er van te genieten.

In Fontaine de Vaucluse bevindt zich de bron van de Sorgue. Het ligt in een mooie 'gesloten vallei' met de naam Vallis Clausa. Deze vallei heeft haar naam gegeven aan het dorp (10e eeuw) en later aan het gehele departement. Een hele eer dus.
Ook hier wemelt het van de mensen. Aan het einde van deze diepe en groene kloof en aan de voet van een enorme rots, ontspringt de mooiste rivier van het departement: de Sorgue. Het heeft een gemiddelde wateraanvoer van 630 miljoen m3 per jaar en is de krachtigste bron van Europa en één van de belangrijkste in de wereld. Het water slingert zich door een reusachtig onderaards gangenstelsel voordat het aan de oppervlakte komt. Duikers hebben ontdekt dat het laatste deel een verticale trechter is van 308 meter diep.

Nog een bijzonderheid vinden we in de buurt, even ten zuiden van Gordes. Het is de Village des Bories: huisjes gebouwd van droge steen. Zonder gereedschap en zonder metselspecie werden ze tot huisjes gestapeld. Een vijftal wooneilandjes kunnen we hier bezoeken, gerestaureerd tussen 1969 en 1976. Het is bijna niet voor te stellen dat tot in de 20e eeuw van deze traditionele bouw gebruik werd gemaakt. We zien huisjes, maar ook stallen voor varkens en schapen. Erg kunstig in elkaar gezet en allemaal verschillend van vorm. Binnen zijn de kamertjes met allerlei nissen aantrekkelijk gemaakt.
Er waait vandaag een koude, harde wind. Maar het was de moeite van de 1,5 km lange wandeling zeker waard.

De camper staat al op de Parking Village des Bories, wat ook een CP is.
Lekker blijven staan dus.

Maandag 9 april

Tweede Paasdag, het weer oogt gelukkig weer heel wat vriendelijker, maar afgelopen nacht was het koud. Misschien dat we daardoor slecht geslapen hebben. De eerste stop vandaag is in de buurt van Lacoste. Het kasteel prijkt boven op de heuvel. Ooit woonde hier Markies de Sade. Beroemd en berucht vanwege de "genoeglijke" avontuurtjes die hij met prostituees uit Marseille beleefde. Hij vluchtte naar Italië, werd daar ter dood veroordeeld en weer vrijgepleit en kwam uiteindelijk toch weer terug naar zijn kasteel. Het bleef echter klachten regenen van de inwoners van het dorp: over verleidingen waaraan de dorpsmeisjes bloot stonden en obscure handelingen in het kasteel. Uiteindelijk mocht de markies in de Bastille zijn zonden gaan overdenken. Bonnieux blijkt een heel leuk plaatsje, gebouwd op een heuvel. Met zeer nauwe straatjes en de kerk als hoogste punt op 400m hoogte. Daarvoor moet je dan nog wel een trap van 86 treden nemen. Het prachtige uitzicht over de Petit Lubéron is de beloning. We zien de fruitbomen hier al in bloei staan, een witte wolk.

Om via de toeristische route naar Buoux te komen moeten we eerst door de nauwe straatjes van Bonnieux. De rest van de route blijkt niet veel breder te zijn, maar wel mooi. Na een eindeloos lijkende rit komen we dan toch in Buoux aan. Eerst maar een lunch en even wat rust.
Voor de wandeling naar het fort staat zo'n 4,5 uur. We starten bij de Auberge, lopen hoog over de kam en passeren de grootste "baume" in de Luberon. Dat laatste is een natuurlijke grot onder overhangende rotsen waar al sinds de prehistorie mensen gewoond hebben. Verder naar boven via smalle paadjes. We zien allerlei ruïnes: verdedigingswerken, woningen, waterbekkens en loopgraven. We kijken met ontzag naar de diepe valleien om ons heen, wat een prachtige uitzichten. Maar we zijn nog steeds niet boven. Langs de resten van een kerk wandelend, komen we bij de eigenlijke vesting. Dikke muren met schietgaten staan nog overeind. Helemaal vooraan zien we het laatste verdedigingswerk, een sloot met een hele dikke muur, waar ooit een ophaalbrug en een donjon stonden. En het uitzicht is hier fenomenaal. Het fort is rond 1660 ontmanteld. We dalen via een andere weg weer af. Een geheime trap in de buurt van de graansilo's, ooit bedoeld als bevoorradingsweg. Hij is steil, onregelmatig en niet beveiligd. Héél voorzichtig afdalen dus. We komen heelhuids maar vermoeid weer beneden.
Tegen half acht arriveren we bij de Super U in Puyvert. Hier hebben we zelfs gratis stroom.

Dinsdag 10 april

De dag van vandaag begint bewolkt en volgens de voorspelling zal het alleen maar slechter worden. Na alle ochtendrituelen afgewerkt te hebben arriveren we tegen 13 uur bij de VVV in St. Maximin. Helaas ...tot 14 uur gesloten.
Doorrijden naar Nans-le-Poins dan maar, om daar te gaan wandelen. Helaas ook geen goede keus, want de regenbuien worden steeds feller.
Moe van het zoeken geven we uiteindelijk maar toe en zoeken de camperplaats op. Overvol staat deze, dan maar naar een camping. Tsjonge, wat kan het hier regenen, met bakken komt het uit de lucht. Als we eenmaal staan merken we dat het achterraam lekt. We zien dat er nogal wat zand tegenaan/tussen is gewaaid. Na een grondige schoonmaakbeurt lijkt het droog te blijven. Op het einde van de dag komt zowaar de zon weer tevoorschijn. Heerlijk voor ons en poes Lot. Die mag nog lekker aan de lijn naar buiten.

Woensdag 11 april

Bij het wakker worden schijnt het zonnetje alweer uitbundig. Heerlijk! Eerst al het zand maar eens uit de camper gewerkt en daarna onszelf schoongepoetst onder de douche. De schoonwater tank goed gevuld en weer terug naar de kust. Al snel vinden we een parkeerplek waar we met de camper mogen staan.
De wandelschoenen aan want vandaag gaan we een stukje van het Sentier du Littoral lopen.
De start is bij het Centre Nautique. Eerst een stukje over het strand; het turqoise water lonkt, maar helaas is de temperatuur te koud om te zwemmen. Een enkeling zien we al in badkleding, heel moedig. Het waait stevig en de jas gaat aan en uit.
Het vlakke strand verruilen we voor grillige rotspartijen, waar het paadje doorheen slingert. Naar boven en naar beneden, de hand van een kunstenaar is hier zelfs zichtbaar. Prachtige bloemen bloeien er, volgens onze info zijn het hottentotvijgen of ijsbloemen. In de kleuren kanariegeel en hardroze. Mooie uitzichten en kristalhelder water. Erg blij met onze wandelschoenen omdat sommige rotsen erg scherp zijn. Trappetjes op en af en er ligt heel veel aangespoelde rommel op het strand. Allemaal meegekomen met de wind van de afgelopen dagen?
Tegen 17.00 uur zijn we weer terug en het volgende uurtje is het erg stil in de camper. Daarna rijden we naar de camperplek in Cavalaire, gelukkig vlakbij. 's Avonds kijken we nog een filmpje.

Donderdag 12 april

En weer is het een zonnige morgen. Ontbijten met vers brood en daarna een strandwandelingetje. Schoenen uit en toch even het water in. Brrrr....
St. Tropez ligt op zo'n 35 kilometer afstand. Ergens tussenin stoppen we en genieten van het mooie uitzicht op Levante en Port Cross.
Gelukkig is er nog plek op de camperplaats en vandaar is het, via het Sentier du Littoral, niet zover lopen naar het centrum. Boven op de heuvel staat de 16e eeuwse citadel. Bij de toeristeninfo halen we een rondwandeling. Het kleine vissersplaatsje is sinds de jaren 50 een trefpunt van kunstenaars en de "beau monde". Dat is te zien in de haven, de miljoenenjachten (zo groot!) liggen hier naast kleine vissersbootjes. Ondanks dat het nog vroeg in het seizoen is zijn er al vrij veel toeristen. Schilderijen worden tentoongesteld en op de terrasjes kun je even bijkomen. De Eglise de Saint Tropez uit de 18e eeuw is geschilderd in mooie kleuren. Aan de andere kant ligt de Oude Haven, maar deze was veel te klein geworden voor de huidige grote jachten dus werd hij verplaatst. Grote merken als Dior of Louis Vuitton hebben hier winkels en ook de modezaken zijn hier goed vertegenwoordigd. De vismarkt waar lokale vissers dagelijks de verse vis verkopen en het Place des Lices, omzoomd door oude platanen, vinden wij het echte hart van St. Tropez.
Na een paar uurtjes hebben we het wel gezien en wandelen we dezelfde weg weer terug naar de camper. Deze avond duiken we, voor de verandering, vroeg het bed in.

Vrijdag 13 april

De hele nacht heeft het geregend en vanochtend is het nog nat. Dat betekent dus plannen omgooien. Maar net op het punt dat we willen gaan doorrijden, lijkt het droog te worden. We besluiten toch maar ons 1e plan aan te houden: het Sentier du Littoral verder aflopen.
We vertrekken om 12.15 uur. Het weer wordt steeds iets beter: de trui kan uit en later ook de jas. De zee is wild en het waait nog steeds. In de beschutting van wat stenen eten we de lunch en wandelen verder over het Plage de la Moutte. Het is een afwisseling van groen (begroeiing) naar bruin (zand) met hier en daar wat bloeiends. Een grafmonument op het uiterste puntje van het land vertelt ons dat hier een minister (president en advocaat) zijn laatste rustplaats gevonden heeft: Emile Olivier. Hij heeft zijn definitie van de dood laten graveren: "Een grote rust in een grote hoop".
Het Plage des Salins is bezaaid met wier, borden vertellen dat het een teken is van goede gezondheid van de zee. Dit tapijt, natuurlijk en schoon, beschermt namelijk het hele jaar het zand tegen de aanvallen van de zee.
Grote, mooie huizen zijn hier wat hoger op de kustlijn gebouwd. Allemaal goed beveiligd en afgeschermd tegen de nieuwsgierige toeristen. Wij blijven liever beneden, hier is zoveel te zien. Het water klotst wild over de pieren, het is nog een kunst om droge voeten te houden.
Om kwart voor 6 zijn we weer terug op de camperplek, waar de beheerder ons verwelkomt.

Zaterdag 14 april

Vanochtend miezert het nog een beetje. Tegen half 11 vertrekken we voor boodschappen en dan door naar Port Grimaud.
Deze plaats aan de andere kant van de baai van St. Tropez noemt men ook wel het “Venetië van de Côte d’Azur” en dat is niet voor niets. Veel water, grote boten en (aan het begin van het dorp) veel toeristen. Alle 2500 huizen aan de kanalen hebben een privé steiger. Wat een drukte zal dat zijn in de zomer. Nu zien we veel huizen met gesloten luiken, een ongezellige boel. Het Pseudo-romaanse St. Francois-d’Assise-kerkje ligt mooi centraal.

Op het einde van de dag vinden we een goeie camperplek bij een wijnboer in Les Arcs. Er mogen er 12 staan, maar we tellen er 27. We kunnen aan de zijkant aanschuiven en hebben een rustige nacht.

Maak jouw eigen website met JouwWeb