Rondreis Noord Engeland 

Van 23 juni tot en met 8 juli gaan we Noord Engeland verkennen. Steencirkels, James Herriot (tv-serie) en Harry Potter zijn enkele ingrediënten van deze 16-daagse vakantie. 

Onze reis in één oogopslag, rechts meer gedetailleerde kaartjes

Vrijdag 23 juni

Vanmorgen om 7 uur opgestaan om de laatste zaken in te pakken en het huis opgeruimd achter te laten. Rond half 10 waren we dan ook onderweg naar Hoek van Holland. Ondanks een denkfout bij Velperbroek (verkeerde afslag gepakt) waren we ruim op tijd bij de boot. We konden de soep nog warm maken en inchecken tegen 13 uur. Bij de douane werd nog wel even de camper bekeken of we geen verstekelingen aan boord hadden. Net zoals alle andere keren was dat natuurlijk niet het geval.

Het wachten voor de afvaart duurde lang (de boot vertrok pas om half 3), maar daarna ging het eigenlijk best snel. We passeerden de landtong bij Rozenburg. Er stonden meerdere campers, een mooi plekje waar we nog eens naar toe moeten. De zee was redelijk kalm met op een gegeven moment een wat onrustige golfslag. Er stond wel heel veel wind.

Al lezend, kijkend, etend (soep en rijstsalade) en duttend kwamen we de tijd goed door. We passeerden de haven van Felixstowe en daarna aan de andere kant Harwich. De boot voer om de pier heen naar de haven waar we ontscheepten. Netjes op tijd kwamen we van de boot af. In Engeland was het verkeer rustig. Er was wel even een omweg en in Thaxted, ons 1e doel van vandaag, bleek de beoogde gratis parkeerplaats (Street Car Park) helemaal vol te staan.  Met enige moeite vonden we een plek op een andere parkeerplaats. Uiteindelijk stonden we om 21.45 uur op de plaats van bestemming. We aten nog even wat en na de afwas gingen we direct naar bed. Morgen weer een nieuwe dag.

Zaterdag 24 juni

Gisteravond nog lang vliegtuigen gehoord (op weg naar London Stansted Airport) maar vannacht gelukkig rustig kunnen slapen. Om half 8 ging de wekker en na het ochtendritueel liepen we eerst Thaxted in om geld te cashen en om het oude gedeelte te gaan bekijken. We zagen veel vakwerkhuizen en de Guildhall, een monumentaal pand waar een museum in gevestigd is. Ook wandelden we de St. John Baptist Church in. De kerk zoals die er nu uitziet dateert voornamelijk uit de 13e en 14e eeuw en wordt vaak de kathedraal van Essex genoemd.

Geld was in het hele dorp, met niet één van onze bankkaarten (we hebben er best een paar) te krijgen. We moesten naar Saffron Waldon voor een pinautomaat waar we wèl geld zouden kunnen pinnen. Nog even ergernis, omdat we om te parkeren ook al moesten betalen. We losten dit praktisch op door niet te betalen en even later konden we eindelijk, met Engelse ponden op zak, naar Cambridge rijden.

Een parkeerplaats vinden ging snel, maar er bleek een hoogtebarrière te zijn. Een andere ingang vinden kostte weer de nodige moeite en tijd, maar uiteindelijk stonden we dan toch geparkeerd. Na de koffie, lunch en een korte rust gingen we met de bus naar het centrum. Boven in de dubbeldekkerbus hadden we een mooi uitzicht.

Cambridge is al sinds de Romeinse tijd een belangrijke stad ivm zijn ligging aan de rivier de Cam. In de 11e eeuw begonnen religieuze orders zich hier te vestigen. In 1209 verscheen een groep theologen die zich, na een academisch en religieus conflict, van de Oxford University afscheidde.

De Mathematical Bridge is een houten voetgangersbrug over de Cam. Het is een mythe dat deze brug zonder bouten en moeren gebouwd is. De brug lijkt een boog, maar is volledig gemaakt uit recht hout, vandaar de naam.

Kings College Chapel ligt centraal met de Backs (grasveld) er voor. Hendrik VI stichtte dit College in 1441. Hij besloot dat de kapel de stad moest domineren en hij werd 88 m lang, 12 m breed en 29 m hoog. Dit is prima gelukt.

Het Kings College is één van de mooiste colleges van Cambridge en heeft veel spitsen en pinakles. Als je een kaartje koopt kun je naar binnen. In totaal zijn er 31 Colleges in Cambridge.

De punterboten op de Cam zijn ook speciaal. Je kan er eentje huren met of zonder gondelier.

We werden niet teleurgesteld en zagen nog veel meer colleges en kerken, waaronder de "Round Church". Het ontwerp is gebaseerd op de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Ook het Fitzwilliam museum met meer dan een half miljoen kunstwerken hadden we graag willen bezoeken. Helaas blijft het altijd keuzes maken, dus deze sloegen we over. Er was nog een markt en levendige muziek en er liepen veel, vooral jonge, mensen rond. Kortom een gezellige stad vol met prachtige oude gebouwen en studenten, maar ook leuke uitgaansmogelijkheden. Als laatste bekijken we de Corpus Clock, ook bekend als de Grasshopper-klok. Geen cijfers of wijzers heeft hij, maar spleten met led verlichting in een wijzerplaat, in beweging gezet door een mechanisch insect.

De bus bracht ons weer terug en 2 uur later stonden we op onze plaats in Barnwell Manor Estate (£10 incl. electra). Een plaats in een weiland met een zeer weids uitzicht, een paar buren en paarden in de naburige wei.

Nu alleen nog eten, afwassen en foto's op de computer zetten en daarmee kwam dan weer een eind aan een hectische, maar zeer mooie, droge, warme en deels zonnige dag. En natuurlijk een prachtige zonsondergang.

Zondag 25 juni

Zoals verwacht een zeer rustige nacht gehad en om even na half 8 stonden we weer uitgerust op. Gegeten met vers afgebakken broodjes, gedoucht en de vloeistoffen verwisseld en om kwart over 10 namen we afscheid van de Barnwell Manor Estate. Wat een prachtplek!

Het Nationaal Park Peak Disctrict was vandaag onze bestemming, een heuvelrijk beschermd landschap. Eerst naar Tissington. Evelien nam ook nog een deel van de route voor haar rekening. Het viel haar nog niet mee om niet alleen over de grote weg, maar ook dwars door de stad te rijden. Ze stond desondanks haar mannetje/vrouwtje. Sommige wegen waren erg smal en af en toe moesten we stapvoets rijden, maar het landschap was schitterend.

Zelfs in het piepkleine Tissington bleken we weer te moeten betalen om te parkeren. Na eten en rusten gingen we op weg voor een kleine wandeling over een oud spoortraject en later door de velden. Een leuke tocht, het bleef nog net droog en we hadden mooie uitzichten over natuurstenen muurtjes en het heuvellandschap. Daarnaast zagen we nog een veldmuisje dat op z'n gemak aan het zoeken was naar eten. We keerden terug naar Tissington, eerst langs één van de vier bronnen die met Hemelvaartsdag versierd worden en vervolgens langs Tisssington Hall (uit 1609), nu een magische trouwlocatie.

Na de wandeling op weg naar het volgende doel:  de steencirkel van Arbor Low in Bakewell. Deze steencirkel  “Stonehenge van het noorden” dateert van rond 2000 v. Chr. en bestaat uit 46 liggende stenen, omsloten door een greppel. Vroeger stonden deze stenen overeind, maar ook nu is het nog indrukwekkend.

Om hier te komen,  parkeerden we bij de boerderij Upper Oldhams Farm en wandelden we over het land van deze boer. Er stond een bus aan het begin bij de parkeerplaats waar we £2,00 entreegeld in moesten deponeren. Schapen graasden er en vlakbij lag de raadselachtige Gib Hill, een grote grafheuvel. Jammer dat het al snel begon te regenen, dus terug naar de camper.

Over zeer smalle weggetjes met veel heggen reden we van Bakewell naar Eyam. Volgens onze gegevens mochten we hier overnachten. De bordjes die we de volgende ochtend zouden zien zeiden echter wat anders!

Om 19.45 uur stonden we op de parkeerplaats die op dat moment nog vrij vol stond. Een uur later stonden we alleen met weer een prachtig uitzicht.

Maandag 26 juni

We werden vanmorgen gewekt door de zon na weer eens een heerlijke rustige nacht. Broodjes bakken ging vanmorgen ook weer goed en na het eten gingen we op weg om meer over de geschiedenis van Eyam te weten te komen. Het kerkhof en de kerk vertelden al veel, want de belangrijkste gebeurtenis was de zelfopoffering van de inwoners tijdens de pestperiode (1665-1666).

 

"De geschiedenis van de pest in het dorp begon in september 1665 toen kleermaker George Viccars met een door besmette vlooien aangetaste bundel stof uit Londen ontving. Binnen een week was Vicars dood en kort daarna stierven meer personen in het huishouden van de kleermaker. Toen de ziekte zich verder verspreidde, voerden dominee William Mompesson en zijn collega Thomas Stanley een aantal voorzorgsmaatregelen in om de verspreiding van de ziekte te vertragen. De maatregelen omvatten de regeling dat families hun doden moesten begraven in hun eigen tuin en dat de kerkdiensten in de buitenlucht moesten plaats vinden, zodat het risico op besmetting verminderde. Misschien wel de bekendste beslissing was om het hele dorp in quarantaine   te plaatsen om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. Een cirkel van stenen werd aangelegd als grens en het eten voor de dorpsbewoners werd hier neergelegd. Geld om hiervoor te betalen moest in stromend water gelegd worden (minder besmettelijk?) De pest heeft in totaal 15 maanden geduurd en er zijn van de 350 dorpelingen ten minste 260 aan de ziekte bezweken. Katherine (de vrouw van de dominee) was één van de laatste van de dorpsbewoners die stierf als gevolg van de pest op 25 augustus. Ieder jaar op de laatste zondag van augustus is er een herdenkingsdienst. Op haar graftombe wordt dan een vaas met rozen geplaatst. ("Ringen van rode roosjes" op het lichaam zijn kenmerken van de pest). Dit is een vaste traditie geworden".

 

We wandelden het hele dorp door en lazen alle verhalen die op borden opgetekend waren. Ook de kerk waar een boek lag met alle namen van de overledenen. Een kastje aan de muur had wel een hele speciale betekenis. Het verhaal gaat dat deze kast gemaakt is van de doos waar de besmette kleden inzat die bij George Viccars werd bezorgd.

Daarna vervolgden we onze autoroute door het Peak District nog vol van alles wat we gelezen en gezien hadden. We reden naar Castleton waar we een wandeling van 8 km gingen maken: Cave Dale en de grotten waren te bewonderen. Maar eerst moesten we £4,50 parkeergeld betalen. Nergens, echt nergens mag je staan zonder te betalen. Op de parkeerplaats zelf zagen we nog een grijze eekhoorn rustig rondwandelen.

Als eerste liepen we door het kalksteen ravijn Cave Dale met hoog boven ons de ruïne van Peveril Castle. Alles om ons heen was groen in de meest uiteenlopende tinten, behalve de schapen, die waren nog gewoon wit. Vele muurtjes waar we met klaphekjes doorheen konden en we zagen Mam Tor, een heuvel van 517 meter hoog, die we niet hoefden te beklimmen. Het weer werkte goed mee en we hadden prachtige uitzichten. Vervolgens passeerden we de voormalige mijn Windy Knoll. Een aantal grotten kan je bezoeken, maar wij hebben alleen even in de bijbehorende winkeltjes rondgeneusd. Bij Blue John Cavern vindt je prachtige stukken fluoriet, die “Blauwe Jan” genoemd worden. Via de Goosehill Bridge in Castleton keerden we terug naar de parkeerplaats. Om half 5, na 3 ½ uur, waren we weer terug bij de camper.

We moesten nog boodschappen doen en reden langs Hathersage voor uitzichten over de heide (met een kleine omweg gevonden). Daarna was het hoog tijd om naar York te rijden. Om half 8 meldden we ons bij de eigenaar van de Bleakhouse Farm (£8) en mochten we een plaatsje op het gras zoeken. De avond kon beginnen.

Dinsdag 27 juni

Vanmorgen eens niet door de zon, maar door de (verwachte) regen gewekt. Wij moesten het er maar mee doen.

York stond vandaag op het programma en dat kon ook met regen doorgaan. Na het gebruikelijke ochtendritueel vertrokken we dan ook tegen kwart over 10 van de camping. Onderweg deden we nog "even" boodschappen. Op de Park and Ride lekker van koffie met een muffin genoten en daarna de bus gepakt naar het centrum van York. Bij het uitstappen bleek het droog te zijn en de rest van ons bezoek aan de stad zou dat ook zo blijven. Wel was het koud!

Onze eerste bestemming was de kathedraal: York Minster.

"Missionarissen van het continent legden in de 7e eeuw de eerste steen van wat vandaag York Minster is. Waarom heet York Minster niet York Kathedraal? Het antwoord luidt: de kerk uit 627 was een kloosterkerk, monasterium. In het Oud Engels werd dat mynster, in modern Engels Minster. Pas later kwam in de kerk ook de troon (cathedra) van de bisschop te staan, maar de kloosterkerk werd toch geen Cathedral. York Minster is dus tegelijk een kathedraal. Rond 1100 was deze kerk al een stevige Normandische kerk. Omstreeks 1220 kreeg het een gotisch uiterlijk en 250 jaar later was hij af. De kerk zoals we die nu kennen dateert van 1472 en is 158 meter lang en 76 meter breed. De kerk bezit de grootste hoeveelheid gebrandschilderd glas in de UK. Sommige vensters dateren van eind 12e eeuw."

Sommige vensters waren zo groot als een tennisbaan, bijna niet voor te stellen. Op het oksaal stonden beelden van Engelse vorsten. Heel veel praalgraven, zelfs één van een lachende aartsbisschop. Hoe merkwaardig kan dit zijn. Er was ook een astronomische klok die herinnerde aan de 18.000 militairen van de geallieerde luchtmacht die tijdens WO II  het leven lieten. Hun namen staan in het boek dat voor de klok ligt. Ook het kapittelhuis vonden wij erg mooi. Voordat we alles bekeken hadden waren we dan ook een paar uurtjes verder.

Er was nog meer te zien, dus moesten wij door.

Het Jorvik Viking Centre, waar we op een zeer originele manier veel leerden over de Vikingtijd van York. Dit vanuit zeer recente opgravingen.

"Toen in 1976 een fabriek plaats moest maken voor een winkelcentrum wilden de archeologen graag even de boel omspitten. Al snel bleek dat ze op een goudmijntje zaten. Restanten van houten huisjes, omheiningen en nog veel meer. In 1981 waren 40.000 voorwerpen waaronder schoenen en een helm naar boven gehaald. Door de turfachtige ondergrond verkeerden veel vondsten in uitstekende staat. In 1983 opende het museum op de plek waar de spullen uit de grond waren gehaald haar deuren".

Met een gondel vlieg je door Jorvik (zo heette de stad in de 9e en 10e eeuw) inclusief geluiden en geuren. Van schoenmaker tot groenteverkoop, van kleding verven tot spelletjes doen. Het hele dagelijkse leven van die tijd kwam langs ons heen. Door middel van DNA konden ze aan het skelet zien aan welke ziekte een man/vrouw gestorven was. De poppen zijn aan de hand van schedels gereconstrueerd met dezelfde afwijking aan hun lichaam. Er was ook nog een klein museum met de vele vondsten. Ontzettend mooi gemaakt en ook met een Nederlandse audioguide, we kwamen ogen tekort...

We wilden nog over de stadsmuren lopen, maar eerst wilde Richard nog naar de Shambles. Dit is een oud gedeelte van de stad, een nauwe straat vol met kleine winkeltjes. 

Het is alsof je terug stapt in de tijd bij een bezoek aan The Shambles. De straat met overhangende vakwerkhuizen en de oeroude winkelgevels maken het één van de meest historische en schilderachtige winkelstraten van Engeland. Deze straat stond model voor de ”Wegisweg” in de Harry Potterfilms. Er was zelfs een Harry Potter winkeltje, erg leuk en erg druk, zowel binnen als buiten. Je kon er toverstokken kopen, de chocoladekikkers en natuurlijk de toverhoed!

Het Nederlands Huis is vermoedelijk het oudste stenen huis van York (1648). Eén van de mooiste historische privéwoningen van York, onlangs gerenoveerd. We zagen de 4 hoofdpoorten die onderdeel waren van de stadsmuur. Uiteindelijk toch ook nog een stuk over deze muur gelopen.

Om half 7 waren we weer terug op de parkeerplaats en reden we naar Ripon om te overnachten. We appten nog wat met de thuisblijvers en genoten van een rustige avond. Wel was er nog een groep fanatieke sporters een warming-up aan het doen.

Woensdag 28 juni

Alweer regen vanmorgen! Gelukkig hadden we een activiteit voor binnen gepland: het museum van James Herriot. We hoefden maar een paar km te rijden en het weer was daar in Thirsk hetzelfde, ook regen dus. Na de koffie de regenkleding maar aangetrokken en naar het huis van Alf Wight (de echte James) gelopen. Het bleek een zeer geslaagde combinatie van het echte leven en de beroemde tv-serie van Alf/James te zijn.

We stapten het museum binnen en zagen de cast van toen en de schrijver uiterst links. Allemaal beetje ouder geworden dus! Sinds 1978 werden de boeken van James Alfred Wight verfilmd en met Christopher Timothy als James Herriot en Robert Hardy als zijn baas. Uiteindelijk kwamen er 87 afleveringen en 3 specials. Daarnaast zijn er wereldwijd 65 miljoen boeken verkocht in 18 talen. Na het overlijden van de schrijver in 1995 heeft de gemeente het huis gekocht en omgebouwd tot museum.

De apotheek was er met soms vreemde labels op de potjes. Verbazingwekkend genoeg werkte het meestal wel.

Een aantal sets zijn hier weer opgebouwd en met al deze lampen, dus hitte, dan besef je onder welke zware omstandigheden de acteurs hier moesten werken. Natuurlijk ging de telefoon toen we het kantoortje binnen liepen. Die moesten we even opnemen. Ook stond hier de prachtig gerenoveerde Austin Seven die in de serie werd gebruikt. Op de interactieve actieve afdeling konden we een een koe helpen kalveren. Nog nooit gedaan, maar het was híer een fluitje van een cent. Een leuk en interessant museum, gedeeltelijk een stukje uit het ware leven en gedeeltelijk nagebouwd voor de serie "All creatures great and small".

Het bleef regenen en koud en we hadden intussen trek. Gebakken eieren met spek gingen er daarom goed in. Daarna nog wat boodschappen gedaan en een welverdiende pauze genomen om aan het laatste deel van de dag te beginnen: het bezichtigen van het witte paard op de helling van Sutton Banks.

"White Horse is een heuvelfiguur die in de heuvel is uitgehouwen vlakbij Kilburn. De figuur is 97 m lang en 67 m hoog en beslaat ongeveer 6.475 m².

Sutton Bank is geologisch gevormd uit zandsteen en het paard is gemaakt door de bovengrond te verwijderen en de onderliggende rots bloot te leggen en deze te bedekken met witte kalksteenschilfers. Het werd gemaakt in november 1857 en volgens sommige verslagen is het gemaakt door schoolmeester John Hodgson en zijn leerlingen, samen met lokale vrijwilligers."

We moesten daarvoor een helling van 25% nemen, welke de camper goed afging. Na een wandelingetje de helling op, bleek het paard te groot om goed zichtbaar te zijn. Wat een teleurstelling en wat een verschrikkelijk slecht weer! Misschien nog eens terug gaan als de bomen hun bladeren verloren hebben. Gelukkig vonden we nog wel een foto op internet.

We reden terug naar Ripon en zagen het optreden van de Wakeman. De "wacht" die al sinds de Middeleeuwen wordt aangezegd door de "Wakeman". In ruil voor bescherming van de burgerij hief hij een jaarlijkse belasting van 2 pence per huishouden. Nog steeds klinkt elke avond om 21.00 uur het hoorngeschal op het Market Square.

Naderhand gaf hij gaf nog de nodige uitleg en daarna gingen we (nog steeds door de regen) terug naar de camper. We hadden Rievaulx Abbey niet meer bezocht vanwege het slechte weer. Hopelijk morgen weer beter weer voor Fountains Abbey en Brimbane Rocks.

Donderdag 29 juni

Afgelopen nacht hadden we slecht geslapen wegens veel herrie van regen/wind en auto's. Vanmorgen na overleg besloten om vandaag nog naar en langs de kust te rijden en van daaruit naar het zuiden te gaan. Daar zou het weer de komende dagen wat beter worden, niet de 11-13 graden en regen die we hier hadden. Change of plans dus. Eerst maar weer eens op weg door de Yorkshire Moors. We konden nauwelijks iets zien van de heide om ons heen, zo mistig was het.

Eenmaal op de kustweg knapte het weer wat op en na een lunchstop kwamen we aan in Robin Hood's Bay. De legende wil dat Robin Hood hier boten had liggen voor het geval hij snel weg moest komen. Het dorp heeft een reputatie als smokkelaarsnest: veel huizen hebben geheime bergplaatsen voor smokkelwaar.  Het was inmiddels eindelijk zo goed als droog geworden en met wat betere zin konden we dan eindelijk weer eens lekker de benen strekken. We daalden af door het dorp met zeer nauwe en steile (30%) straatjes en kwamen aan op het strand. Daar vermaakten we ons met lopen over blaasjeswier, poeltjes bekijken (1 krab gezien) en van het uitzicht genieten. Op een hek werd nog vermeld "Swimming not advised today". Nou....daar hadden we ook helemaal geen behoefte aan, brrr......

Daarna zochten en vonden we een camping vlakbij Scarborough: Spital Farm Camping Site in Staxton. We kwamen tegen 18.30 uur aan. Hier hadden we stroom, konden we douchen (heerlijk !!) en eindelijk het toilet en de vuilwatertank weer legen.

Vrijdag 30 juni

Heerlijk geslapen vannacht. Vanochtend even de laatste berichten verstuurd en de camper een snelle schoonmaakbeurt gegeven. Daarna de vloeistoffen nogmaals verwisseld (altijd nodig na het douchen) en klaar om te gaan. Dat dachten we tenminste, want onze camping had nog een verrassing voor ons in petto. In wat een schuur leek was een heel mini-winkelcentrum in Dickensstijl gemaakt. Dit moesten we natúúrlijk bekijken en met verse luxebroodjes kwamen we weer naar buiten. Wat leuk!

We kochten nog een Cornish pastry en vertrokken weer richting kust om naar vogels te gaan kijken.

In de buurt van de Bempton cliffs kwam er een steeds dichter wordende mist opzetten, die ons er niet van weerhield om het reservaat te bezoeken.

Bempton cliffs worden ook wel Seabird City genoemd. Op de 5 km lange en tot 120 meter (!) hoge rotswanden broeden hier elk jaar naar schatting 200.000 vogels. Er zijn vijf uitkijkpunten. Ons werd verteld dat we zelfs met de mist vele vogels zouden kunnen zien. Ze hadden gelijk! Wat een vogels: Jan-van-Genten, zeekoeten, papegaaiduikers, meeuwen, alken, Noordse stormvogels en nog meer. We maakten bijna mysterieuze foto's, wat bijzonder om dit mee te maken. Voor vogelliefhebbers een must.

Daarna nog naar de vuurtoren van Flamborough op het eind van het Dinosauriër-kustpad.

Dit is al sinds mensenheugenis een dodelijke plek voor de scheepvaart. De oude vuurtoren uit 1674 staat er nog. Hierop werd vuur gemaakt. In 1806 kwam de huidige vuurtoren in gebruik. Op Flamborough Head wandelden we nog een klein rondje en ook hier zagen we heel veel vogels.

En dan op weg naar de camperplek. We zagen best wel veel grote limousines passeren, een feestje? Het landschap om ons heen werd weer heuvelachtiger. Afdalingen tot 25 procent waren geen uitzondering. Maar met gereduceerde snelheid ging het prima. We hadden het plan om in Ravenscar nog te gaan wandelen. Helaas, het weerbeeld weerhield ons ervan. Dan maar door naar Rushwarp. We stonden hier naast een schuur, het leek wel een voormalige veemarkt te zijn. 's Avonds later checkten we nog even het weer en raad eens: het zou droger en warmer worden de komende dagen, zelfs richting het noorden. Tsja...en dan kun je als camperaar maar één ding doen: plannen nogmaals omgooien. We gingen toch weer naar het Noorden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb