Vrijdag 7 juni

Na het ontwaken meteen verrast worden met een zelf geplukte roos door Richard.  Zo lief, want vandaag is mijn verjaardag. Op deze camperplek vinden we moerbeivruchtjes die erg zoet smaken, het zal wel nooit mijn favoriete fruit worden. We hadden ze echter nog nooit geproefd en voor alles is een 1e keer. Na de verzorging van onszelf en de camper rijden we tegen 12 uur verder. Vandaag wordt het een "witte dorpen"-wandeling in de zuidelijkste uitlopers van het nationale park de Sierra Nevada. Boven elkaar liggen er een drietal, waartussen het prachtig wandelen is en de weg terug gaat langs een waterval. Deze witte dorpen van de Alpujarras zijn niet altijd wit geweest. In de 17e eeuw was er een pestepidemie en men dacht dat kalk een desinfecterend middel was, dus begon men de casas van buiten en van binnen wit te kalken. Zo kwam men erachter dat de huizen veel ruimer leken.

Het startdorp is Pampaneira en het is te bereiken via een smalle, steile weg. De schoorstenen steken recht uit de platte daken omhoog ( typisch Andalusisch en nog een overblijfsel van de Moren) en de straatjes bestaan uit kasseien en balkons met heel veel kleurrijke bloemen. Het blijkt een leuk dorp te zijn met veel winkeltjes en restaurantjes en mooie pleintjes. Evelien vindt hier haar verjaardagscadeau, een leuke stola en nog een muurversiering in de vorm van een gekko voor thuis.

De tocht begint meteen met een flinke klim door het dorp. Langs fruitbomen stijgen we verder richting Bubion. Ook in dit 2e dorp gaat de weg almaar omhoog. We zien veel groen hier en mooie velden met bloeiende bloemen. Het is een erg lange, maar wel afwisselende en enerverende tocht. Het derde dorp Capileira met erachter besneeuwde toppen zien we al van ver liggen. Langzaam naderen we hier het hoogste doel van vandaag, ongeveer 1500 meter hoogte met prachtige vergezichten. Ook dit is een rustig dorp waar de drukte van deze moderne tijd nog niet is doorgedrongen. Alle drie de dorpen staan op de lijst van "Mooiste dorpen van Spanje".

In Capileira begint een steile afdaling, maar na verloop van tijd wordt het pad meer glooiend. Via de brug (Puente Chiscal) gaan we over de waterval naar de andere kant van de kloof. Hoog boven ons kunnen we Capileira nog 1 keer zien. Era’s kom je overal in de Alpujarras tegen. Het zijn ronde dorsvloeren van leisteen (pizaras). Ze liggen altijd op een winderige plek, vroeger werd hier het graan van het koren gescheiden.

Op het steilste gedeelte moeten we nogmaals een brug oversteken. Richard glijdt hier bij het water uit en valt, maar gelukkig komt hij er zonder kleerscheuren vanaf. Eenmaal terug in Pampaneira zien we in het midden van de straat een brede goot voor regen- en afvalwater.

En zo komen we weer terug bij de camper en we besluiten direct door te rijden naar de Parking Salobreña. Het vinden van deze camperplaats is niet eenvoudig, de straatjes zijn erg smal en we zijn bang om ons vast te rijden. Er hangen veel uithangen borden aan de huizen, dus het is voorzichtig manoeuvreren. Gelukkig worden geholpen door een aardige Spanjaard, die ons de weg wijst en vertelt dat we de goede kant op gaan. We treffen hier een braakliggend terrein met veel campers, maar ook veel hondenpoep. Goed uitkijken dus waar je loopt. Nog even lekker gerust, eenvoudig gegeten en daarna het bed in.

Zaterdag 8 juni

We zijn inmiddels weer aan de kust beland. De wind is nog koud vanochtend, dus onze wandeling aan het strand (dat overigens erg klein is) wordt maar een hele korte.

Na de koffie op pad naar Nerja om de druipsteengrotten met grottekeningen te gaan bekijken. Een mirador die we tegenkomen onderweg wordt natuurlijk even meegenomen. We spotten hier ook Moorse wachttorens, deze dienden als waarschuwingssysteem om bij onraad vanaf zee direct alarm te kunnen slaan. We zijn inmiddels aan de zuidkust van Spanje die als de mooiste van het land wordt beschouwd.

Bij de grotten komt er een teleurstelling: de tekeningen zijn niet te bezichtigen vandaag. Geen idee waarom het de ene dag wel kan en de andere niet. De grotten zijn mooi, maar we kwamen uiteindelijk voor de tekeningen.

We passeren het Adelaar Aquaduct, gebouwd eind 19e eeuw in romaanse stijl. In gebruik voor irrigatie en aanvoer van water voor de oude suikerfabriek genaamd “Las Mercedes”. Het heeft vier verdiepingen en 36 bogen. Wij vinden het een hele mooie. Onderweg nog een keer tanken en meteen de voorruit schoonmaken, want "beessies" zijn er hier genoeg.

Frigiliana, het mooiste witte stadje in de Axarquía wacht op ons. We dwalen door de steegjes en genieten van de romantische sfeer die dit witte dorpje uitstraalt. De smalle, autovrije straatjes met de witgeschilderde huisjes met rode leien daken geven je meteen een Spaans gevoel. Frigiliana is een van de best bewaarde Moorse dorpen. Overal staan en hangen heel veel bloemen en de zon is weer de hele dag aanwezig, kortom onze dag kan niet meer stuk.

Op het eind van de middag rijden we door naar het park El Torcal. Dit park ligt net buiten, maar vooral ook boven, Villanueva de la Concepción. Het laatste deel voelt dan ook aan als het begin van een achtbaan. De camper trekt het gelukkig goed in zijn tweede versnelling en halverwege naar het park staat een andere Nederlandse camper te overnachten. Wij besluiten om niet verder te gaan en hem gezelschap te houden deze nacht.

Zondag 9 juni

Na een rustige nacht begint de dag koud en bewolkt. Vooral boven het park hangen dikke wolken. Gelukkig klaart het later enigszins op, alhoewel de temperatuur niet veel boven de 10 graden uitkomt. We rijden het laatste stuk naar boven, ontmoeten de Nederlanders van de overnachting beneden en een Engels echtpaar en bezoeken samen het infocentrum. De tekeningen maken hier veel duidelijk. We lopen daarna een ronde door het park waar we bizarre rotsformaties zien.

De vele rotsformaties die hier staan werden gevormd tijdens het Jura tijdperk (200 miljoen jaar geleden). Zuid-Spanje stond toen onder water en er vormden zich ondiepe zeeën. De kalk werd gevormd door de opeenhoping van schelpen en skeletten van zeedieren op de bodem van de zee. Ongeveer 50 miljoen jaar geleden werden delen van de aardkorst omhoog geduwd. Sinds die tijd is de kalksteen in El Torcal blootgesteld aan verwering en erosie. Door regenwater, sneeuw en wind heeft zich hier het typische karstlandschap gevormd Dit hebben we in andere landen (Frankrijk en Duitsland) ook al gezien. Het absorbeert letterlijk het water en laat dit water doorsijpelen en circuleren door middel van een ingewikkeld netwerk van spleten en holten, net als een spons. Op een bepaald moment komt het water op een minder absorberend gedeelte en daar vormen zich dan bronnen. Beneden in de vallei zie je dan ook groene vegetatie die gevoed worden door deze bronnen. Het is een inspannende wandeling.

De doorreis naar Ronda, de volgende halte, halen we dan ook niet zonder een broodnodige rustpauze.

Net voor Ronda zien we een camping, die niet geheel aan onze standaards voldoet, maar waar we toch maar besluiten te overnachten. De poort is nog dicht en de hele camping lijkt nog in winterslaap. Wij zijn dan ook de enige bezoekers. Het is 18.15 uur dus mooi op tijd om te gaan eten, douchen en alle andere avondbezigheden. Kortom, nog een drukke avond!

Maandag 10 juni

De douches zijn lekker warm en daarmee is ook het enige positieve aan deze camping gezegd. We vertrekken na het verwisselen van de vloeistoffen naar Ronda, waar we met wat moeite een grote parkeerplaats vinden.

We beginnen ons bezoek bij het Plaza de Toros de la Real Maestranza de Caballería de Ronda. Het is één van de oudste arena's van Spanje uit 1758. Ook worden er sinds de 16e eeuw de paarden getraind (Escuela de Equitación) waar de ruiters gedurende het gevecht op zitten.

De ring heeft een diameter van 66 meter en heeft 68 bogen en twee niveaus met zitplaatsen. Er is plaats voor 5000 toeschouwers en er staan Toscaanse zuilen langs de rand. Elke zichzelf respecterende matador wil in Ronda vechten. De klassieke stijl van Ronda (strenger dan in Sevilla) is ontwikkeld door de in 1754 geboren Pedro Romero (hij doodde meer dan 6000 stieren). Hij wordt gezien als de vader van het moderne stierenvechten. 

Het is indrukwekkend om daar te staan, maar ook met een erg dubbel gevoel. We vinden deze manier van dierenmishandeling en doden verschrikkelijk. Aan de andere kant willen we ons verdiepen en inlezen juist om de normen en waarden van dit land te leren kennen. Een gevecht zullen we hier in ieder geval nooit bekijken. We bezoeken de stallen, zien de koninklijke loge en staan midden in de arena. De kapel waar de matadoren om een goede afloop bidden voor hun gevecht wordt door ons bezocht, evenals het museum waar prachtige kostuums hangen, maar ook materialen die gebruikt worden bij het stierenvechten. De audioguide vertelt ons bij ieder punt de belangrijkste zaken.

Deze unieke stad staat vooral bekend om de diepe kloof met daarin de rivier de Guadalevín die de stad in tweeën splitst. Over deze kloof is een indrukwekkende brug van maar liefst 98 meter hoog gebouwd, de Puente Nuevo. Deze "nieuwe" brug is de bekendste bezienswaardigheid van de stad, maar ze werd al voltooid in 1793. Er is meer dan 40 jaar aan gebouwd.  In 1735 werd in enkele maanden hier ook al een brug gebouwd die 6 jaar later alweer instortte, hier vielen tientallen doden bij. Door de hoge ligging op de kliffen en de kloof is de stad al sinds de pré-romeinse tijd een goed verdedigbare vesting.
De brug met drie bogen wordt gezien als één van de mooiste bruggen van Spanje.  Het allermooiste uitzicht op de brug en de kloof krijgt als je beneden staat bij de rivier Guadalevin, dus daar lopen we naar toe via een wandelpad dat ruim 150 meter naar beneden gaat. Inmiddels beginnen onze magen te knorren en laten we een lekker broodje ham voor ons klaarmaken. Verder naar het Palacio del Marqués de Salvatierra. Vreemde beelden van Bijbelse scènes en Zuid-Amerikaanse indianen sieren de gevel van dit paleis, dat in de 18e eeuw in

renaissancestijl is gebouwd.

De boog van Felipe V is gebouwd om de oude Arabische poort te vervangen. Het instorten van de eerste nieuwe brug in 1741 veroorzaakte een toename van de mensen die de stad wilde bezoeken vanaf de oostzijde en met deze poort wilde men de toegang verbeteren. De poort (1742)  staat, volgens Arabische traditie, in een haarspeldbocht om zo een aanval te paard af te weren. Drie kleine torentjes versieren de poort.

Puente Viejo betekent "oude brug" en ligt in een lager gedeelte van de wallen van Ronda.

Deze brug werd tot aan de bouw van de nieuwe brug eerst de nieuwe brug genoemd. De brug werd gebouwd in het jaar 1616 en is in gebruik als voetgangersbrug. Hij bestaat uit 1 boog van 10 meter en reikt 31 meter hoog boven de rivier. We bekijken nog snel een paar andere gebouwen maar moeten dan verder. Later nog maar eens terugkomen, want er is nog meer te ontdekken in deze mooie stad.

Hierna rijden we door naar Tarifa, met weer een korte tussenstop om even te rusten. Hier is een camperplaats op het strand, die we alleen kunnen bereiken via een zeer slecht, hobbelig en met keien bezaaid zandpad. Ook het veld op zich is een knollenveld, maar het uitzicht en de nabijheid van de oceaan vergoeden veel.

Dinsdag 11 juni

Na het uitslapen lopen we vanmorgen over het strand. Het is de bedoeling om te gaan zwemmen maar aangezien het bewolkt en winderig is zien we daar vanaf. De eerste schildpadjes zien we hier wel, maar ook rechtopstaande auto's; ons ontgaat ons even waar die voor staan, reclamedoeleinden?

Na de wandeling heeft de zon alle wolken weer weggebrand en het lijkt een mooie dag te worden. Het pad terugrijden richting stad gaat iets makkelijker en dan op weg naar Tarifa-town om walvissen te gaan bekijken.

Hopen dat vandaag de boottocht doorgaat. Eergisteren hebben we Firmm  (één van de twee bedrijven die boottochten organiseren) gebeld om te reserveren, maar kregen we te horen dat ze vanwege de harde wind niet uitvoeren. Vandaag zou de kans van uitvaren groter zijn. Ook de komende dagen steekt er weer een harde wind op, dus veel keus blijft ons niet. We keep our fingers crossed.....

Vanaf de parkeerplek is het nog 2 km lopen en even zoeken, maar we zijn gelukkig op tijd aanwezig en ...de tocht gaat door.  Eerst is er een uitleg over de in de Straat van Gibraltar aanwezige walvissen en dolfijnen. De griend is een soort tandwalvis en is op de orka na de grootste dolfijnensoort.  Hij heeft een bolvormige kop en een brede, korte bek. De gladde huid is donkergrijs tot zwart van kleur, lichter aan de onderzijde. Een volwassen griendmannetje is 4 tot 8,5 meter lang en weegt tussen de 2 en 4 ton. Volwassen vrouwtjes zijn kleiner: tussen de 3 en 6 meter lang en 1,8 tot 2,5 ton. Orka's worden hier vooral in juli en augustus gezien.

Daarna gaan we de boot op om ze te zoeken.  We varen eerst nog een stuk tot vlak onder de Marokkaanse kust want daar schijnen de meeste te zwemmen. Eventjes geduld en dan zien we ze...! Eerst een paar, iedereen op de boot is dolenthousiast en er wordt gefilmd en gefotografeerd. Naarmate we verder komen zien we er steeds meer, de dolfijnen zwemmen vlak langs en onder de boot door en lokken veel reacties uit. Wat zijn ze snel en blijkbaar helemaal gewend aan de toeristenboten die hier varen! Nog geruime tijd varen we door en we genieten volop. Behalve de tuimelaars en grienden zijn er ook nog gewone dolfijnen. Dan is het tijd om terug te keren naar de wal. Dit spektakel gaan we nooit meer vergeten!

Eenmaal aan de wal laten we alles even bezinken. Het heeft grote indruk op ons gemaakt. Wat zijn het toch prachtige dieren. We besluiten nog even Tarifa in te wandelen.

Deze plaats is genoemd naar Tarif ben Maloek, een 8ste-eeuwse Moorse leider die hier landde ten tijde van de Moorse verovering van Spanje. Het oude kasteel (Castillo Guzmán el Bueno) werd oorspronkelijk gebouwd in de Moorse periode als bescherming tegen de vele indringers. De christelijke troepen veroverden het fort in 1296. De naam verwijst naar de lokale held Guzmán, alias El Bueno (de Goede).

Iglesia de San Mateo is de belangrijkste kerk en werd gebouwd op de restanten van de oude moskee. Verondersteld wordt dat de bouw in 1506 begon. De prachtige hoofdingang werd in 1774 toegevoegd.  

Daarna rijden we naar de camping bij Gibraltar: Sureuropa. Het is weer een stukje terugrijden maar de oorzaak is dus zoals gezegd de boottocht en die hadden we voor geen goud willen missen. Dan maar een paar kilometers om rijden! Onderweg stoppen we bij een mooi uitzichtpunt over de Straat van Gibraltar en zien Marokko op een afstand van 14 km liggen. Wie weet komen we daar ook nog wel eens.

Onze bestemming voor morgen, Gibraltar, zien we ook al liggen; dat wordt vast weer een leuke dag. Zien we weer andere "beessies".

Tegen 20 uur komen we bij de camping aan. De beheerder spreekt staccato-Engels, wat nogal bazig overkomt en waarbij wij ons niet direct thuis voelen. Achteraf valt dat gelukkig reuze mee. De camping is schoon, ruim en open en prima voor één nacht.

Woensdag 12 juni

Vanmorgen heerlijk gedoucht en om kwart over 9 zijn we op weg naar Gibraltar. We hebben wat moeite om de camperplaats te vinden, Estacionamento livre in La Línea de la Concepción. Vervolgens bereiken we met de benenwagen snel de grens. Klein stukje geschiedenis:

Gibraltar werd in 1704 tijdens de Spaanse Successieoorlog door een Engels-Nederlandse troepenmacht op Spanje veroverd. Het gebied werd vervolgens in 1713 onder de Vrede van Utrecht "voor altijd" overgedragen aan het Koninkrijk Groot-Brittannië. Het was een belangrijke basis voor de Royal Navy. De Rots van Gibraltar is een rotsformatie van kalksteen en het hoogste punt is 426 meter boven de Straat van Gibraltar. Een groot deel van de rots werd in 1993 aangewezen als natuurgebied, het Upper Rock Nature Reserve. Op de rots wonen zo'n 300 berberapen, de enige populatie van apen in het wild in Europa. De rots is ook een belangrijk rustpunt voor vogels die tussen Europa en Afrika migreren. Momenteel wonen er 35.000 mensen op zo’n zes vierkante kilometer.

Gibraltar binnenkomen is geen probleem, onze paspoorten worden wel gecheckt. Vanwege de toch wel grote afstanden en de warmte besluiten we met een taxi-tour mee te gaan om de belangrijkste attracties te bezoeken.

Het monument "De Zuilen van Hercules"  bekijken we het eerst.  Al duizenden jaren betreft dit de grote rotsen aan weerszijden van de Straat van Gibraltar.  De naam verwijst naar de mythologische held Hercules. Hij zou na het voltooien van een van zijn beroemde werken de twee zuilen hebben opgericht (de rots van Gibraltar aan deze kant en de Monte Hacho in Marokko aan de overkant).

Onze chauffeur is goed geïnformeerd en spraakzaam. Hij beheerst de auto over de erg smalle en steile weg gelukkig goed, want er zijn veel tegenliggers; allemaal taxibusjes met toeristen. Vanwege de warmte zijn we erg blij met de keuze die we gemaakt hebben.

We hebben een mooi uitzicht op de haven en ook zien we de eerste apen. Zelfs tijden het rijden springen ze op de taxi. Dat is even schrikken.

Omdat de rots uit kalksteen bestaat (dat langzaam door regenwater wordt opgelost) hebben zich meer dan 100 grotten in de rots gevormd. De bekendste grot is St. Michael's Cave. In WO II was hier een ziekenhuis gevestigd. Van de grootste kamer in de grot, de Cathedral Cave, werd lang gedacht dat hij zo groot was dat hij helemaal tot Afrika doorliep. De Cathedral Cave wordt nu regelmatig gebruikt voor concerten en andere evenementen. Hier werden zelfs bewijzen gevonden van de aanwezigheid van Neanderthalers al rond 40.000 v. Chr.

De berberapen mogen niet in de grotten komen en dat weten ze precies, ze blijven netjes voor het hek wachten. Wel goed opletten voor tas en etenswaren, want daar zijn ze gek op.

We gaan verder naar de zuidkant van Gibraltar en die is ontzettend smal. Toch hebben ze ook daar nog vakantie-complexen kunnen bouwen.

We zien nog veel meer apen, we worden geadviseerd ze niet aan te raken. Sommigen bijten. Hoe kwamen de apen toch hier?

Sommige wetenschappers geloven dat de berberapen vanuit Noord-Afrika naar Gibraltar werden gebracht door de Moren om ze hier te gebruiken als huisdieren. De Moren hielden het Iberische schiereiland bezet tussen 711 en 1492. Een andere mogelijkheid is dat deze berberapen de resten zijn van apen die verspreid over Europa leefden in de oudheid. Eén ding is zeker, de apen waren al op de rots aanwezig voordat de Britten hiervan bezit namen in 1704.

Aan de andere kant van Gibraltar is de landingsbaan voor vliegtuigen. Hier is duidelijk te zien waar de toegangsweg en de startbaan elkaar kruisen. Landt er een vliegtuig dan wordt Gibraltar voor een kwartier van de buitenwereld afgesloten. Het gevolg is dan ook grote opstoppingen aan beide kanten van de grens.

De volgende halteplaats zijn de "Great Siege" Tunnels. De Rots van Gibraltar heeft ongeveer 54 km aan tunnels, langer dan er in Gibraltar wegen bovengronds zijn. Dit netwerk van tunnels, de zogenaamde Galleries, is over een periode van 200 jaar uitgegraven door het Britse leger. Het diende voornamelijk als opslagplaats voor wapens, munitie en voorraden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Britten een plan om spionnen in de tunnels te verbergen in het geval Gibraltar door de Duitsers veroverd zou worden. Vanaf 1968 werden de tunnels systematisch overgedragen aan de civiele autoriteiten van Gibraltar. Sommige tunnels zijn definitief verzegeld omdat ze te onstabiel zijn geworden.

Aan het einde van de tour worden we gedropt aan het eind van Main Street, zodat we deze straat en het lange eind van het schiereiland te voet af kunnen leggen (ca. 15 min.).

We zien nog enkele belangrijke gebouwen. Sinds 1728 is de "Convent" de officiële residentie van de Gouverneur van Gibraltar. Vroeger was het een klooster van de Franciscaner monniken, vandaar de naam. In "The King’s Chapel" hangen de vlaggen van verschillende Britse Regimenten. Onderweg komen we winkels tegen (héél veel, met héél veel mensen en véél herrie) en moesten we het vliegveld oversteken. Ook terug zijn er geen problemen bij de douane.

Eenmaal  bij de camper rusten we eerst een paar uur. Richard heeft hoofdpijn/migraine gekregen. Later nog even op de fiets gestapt om naar de zee te rijden. Hij gaat een stukje zwemmen om af te koelen. Het water is behoorlijk koud, maar het helpt gelukkig wel tegen de hoofdpijn. Ik (Evelien) blijf liever op het droge. Vanavond in ieder geval een rustige avond.

Donderdag 13 juni

Vanmorgen nemen we afscheid van Gibraltar en we vertrekken op tijd om de grootste hitte voor te blijven. In deze omgeving wordt goed gebruikt gemaakt van de zonne-energie en gelijk hebben ze. In Conil verwisselen we vloeistoffen bij de waterzuivering en daarna is het plan om te gaan zwemmen. Helaas, het is erg mistig en niet eens zo warm. Change of plans dus. Op het strand koffie drinken en schelpen zoeken, ook leuk. Volgende plaats wordt Cadiz, ook hier hangt eerst nog wat mist. De duinen en het strand zijn hier erg mooi. We kunnen de verleiding niet weerstaan en gaan met de voetjes het water in.

Misschien is Cadiz wel de oudste stad van Europa. Legendes noemen Hercules als stichter, maar het lijkt historisch juister om aan te nemen dat de Phoeniciërs in 1100 v.C. de stad Gadir stichtten. De plaats is door Carthagers, Romeinen en Moren bezet en beleefde een bloeitijd na de Reconquista. In 1812 was Cadiz korte tijd zelfs de hoofdstad van Spanje. We besluiten vandaag met de fiets de stad in te gaan om een paar dingen te bekijken.

In de eerste plaats de barokke en neoklassieke “Cathedral Nueva” met zijn grote gele koepel. Het is een van de grootste kerken van Spanje. Voltooid in 1260, brandde af in 1596 en werd in 1776 weer opgebouwd. De Gele Koepel werd tussen 1812 en 1838 gebouwd. We houden het deze keer bij de buitenkant bekijken.

Daarna komt de Torre Tavira met zijn Camera Obscura. Een panoramisch overzicht over de stad wordt aan ons getoond, prachtige techniek en uitvoering. Daarna nog een mooi uitzicht over de stad vanaf het dak van de toren. We wilden nog wat eten, maar het blijkt te laat voor broodjes of tapas. Iets zoets kan nog wel: buñuenos en een wafel dus. We fietsen nog wat rond en eenmaal terug bij de camper blijkt dat we ingesloten staan door andere geparkeerde auto's en we zijn niet de enige camper. Nog maar even het strand op, waar we kennis maken met een zanderige Sponge Bob. Daarna verorberen we hier meteen maar ons avondmaaltje. Veel later besluiten we, samen met een Frans echtpaar, om maar niet meer verder te rijden en hier te overnachten. Hoe simpel kan het zijn. We worden beloond met een prachtige zonsondergang.