Alpen en Provence
Aan het einde van de zomer gaan we weer naar Zuid-Frankrijk. Het is de bedoeling dat we veel gaan wandelen deze twee weken.
Onze reis in één oogopslag, rechts Alpen en Provence met meer details
Donderdag 21 augustus
Vanavond moeten we nog de nodige zaken inpakken. Daarna brengen we nog een bezoekje aan Ma in Toldijk. Het vertrek wordt een beetje later, maar goed, het is vakantie. Om 21.30 uur stappen we in de camper en zetten we koers naar Maaseik. Het gaat allemaal lekker vlot en om 23.30 uur halen we de sleutel uit het contact. Helaas vergeten we om een foto te maken.
Vrijdag 22 augustus
Om zeven uur zijn we al weer wakker en anderhalf uur later zijn we onderweg. Tot in de Belgische Ardennen maken we vaart. In Vieuxville loopt een wandeling van 12 km, door het vroegere graafschap Logne. Dat wordt dus de eerste stop. Het weer werkt goed mee: half bewolkt, niet al te warm en geen/weinig wind. Als eerste bereiken we het Château de Logne, ooit in de 9e eeuw gebouwd als vluchtplaats voor de Noormannen. In 1521 liet Karel V de burcht verwoesten. En zoals zo vaak werden de stenen gebruikt voor de wederopbouw van de dorpen in het dal. Er is een prachtig uitzicht op de Ourthe en de steile rotsen van Sy. De wandeling gaat verder over de kam. Bij het Croix du Curé (stenen kruis met een groot doodshoofd) wordt een pastoor uit Xhignesse herdacht die hier in 1778 door twee broers ‘op laffe wijze’ werd vermoord. Het pad eindigt via een groene weide. De tocht is goed als training: afwisselend, steil, maar makkelijk met een goede lengte. Na een kleine 5 uur zijn we terug.
Er zijn nog wat uurtjes over van deze dag, dus rijden we door naar de Aire Municipal in Richardménil
Zaterdag 23 augustus
Bij de toeristeninfo in St.-Maurice-sur-Moselle, vertellen ze ons dat er regen aan komt. Donkere wolken zijn er nu al en het is gewoon koud. Dan de camper maar meenemen naar de bron van de Moezel ipv wandelend. De Moezel ontspringt bij de Col de Bussang op 735 meter hoogte en mondt na 544 kilometer bij Koblenz uit in de Rijn. We hebben al verschillende keren aan deze rivier gestaan in Duitsland, dus is het leuk om het begin ervan eens te zien. Het is mooi aangelegd met allerlei borden die de loop van de rivier verduidelijken. Het is nog steeds droog dus maken we in alle rust foto's. Later barst de bui los.
In de Jura knapt het weer gelukkig wat op en maken we nog een kleine wandeling in Clairvaux-les-Lacs.
Dreigende wolken vergezellen ons wel. De rivier de l'Ain stroomt hier tussen de bergen door.
Vervolgens gaat het richting Annecy. De Tomtom negeren we en we zoeken zelf een mooie route op de kaart. En laat dat nu helemaal lukken! Wel krijgen we nog een aantal buien op ons (camper)dak. Wat verder zien we een motorrijder onderuit gaan vanwege alle nattigheid. We stoppen direct. Gelukkig komt hij meteen overeind en loopt naar ons toe. Hij heeft wat schaafwonden en die proberen we zo goed mogelijk te verzorgen. Hij geeft aan dat hij verder kan en wil, gelukkig maar. Via een smalle bergweg komen wij uit bij Aire de Camping-car in Izernore. Aan de rand van het dorp met een mooi uitzicht op het omringende land en heel rustig. Dit is wat wij zoeken. De laatste regenbui van de dag trekt over ons heen, net op het moment dat we in bed stappen.
Zondag 24 augustus
Vanmorgen lekker ontbijten met een eitje. Daarna rijden we naar Villaz, een rit van ongeveer anderhalf uur. Het laatste stuk is een smalle en steile weg. De wandeling gaat over het plateau van Parmelan. Het eerste stukje is meteen ontzettend steil. Veruit de meeste wandelingen die we uitkiezen beginnen op deze manier. Doen we toch iets fout, denk ik dan. Al klimmend zien we het chalet Chappuis hoog boven ons liggen. Bij het chalet moeten we kiezen, want we kunnen meerdere kanten op. Gezien de afstand en de zwaarte kiezen we voor een 2e chalet. Maar eerst even pauze en genieten van de prachtige bergen om ons heen en Annecy met het meer.
Wat verderop lopen we over één van de belangrijkste karstgebieden in de Alpen. Hier ligt kalksteen aan de oppervlakte en dat wordt helaas aangetast door de zure eigenschappen van regenwater, het lost dan op. Wat is het hier toch mooi lopen. Op smalle paadjes langs de immens hoge rotswanden. We genieten weer eens met volle teugen. Het 2e chalet met de naam Chappeys zien we al van verre liggen. Zodra we er arriveren komen we erachter dat het gesloten is, maar gelukkig hebben we brood en drinken bij ons. De koeien lopen of rusten en dat gaan wij ook doen. Langs een andere weg weer naar beneden, die is gedeeltelijk verhard, dus leggen we in korte tijd een redelijke afstand af.
Met de camper weer naar beneden en door naar de Aire Municipale in Faverges. Via internet hebben we contact met het thuisfront. Daarna bespreken we de plannen voor de komende dagen. Lastig vanwege het wisselende weer, maar we gaan het zien.
Maandag 25 augustus
Vroeg opstaan vanmorgen want we moeten nog een stuk rijden naar Aréches. Om 10.15 uur zijn we in het dorp, maar zien tot onze schrik dat campers niet verder mogen rijden. Dan eerst maar naar de toeristeninfo. Daar geven ze aan dat de parkeerplaats waar onze wandeling start wel bereikbaar is. Gelukkig! Bij het stuwmeer van Saint-Guérin (1576 m.) parkeren we de camper en om half 12 gaan we op weg naar de Lacs de la Tempête op 2086 m. hoogte. Het weer is redelijk, weinig zon, wel even een paar druppels regen. Bij tijd en wijle waait er een koud windje, maar de temperatuur houdt zich goed. Dan wordt het klimmen, waarbij we allerlei stroompjes en watervallen passeren. Vaak moeten we er dwars doorheen, goed dat onze wandelschoenen waterdicht zijn. Steeds maar hoger en het stuwmeer wordt steeds maar kleiner. In bijna drie uur zijn we op de Col de la Louze. Hoogte 2119 meter. Hier staan steenmannetjes, waar we natuurlijk "ons" steentje aan bijdragen. We hebben 533 meter geklommen. Na een lastige passage over een puinhelling (altijd voorzichtig ivm losliggende stenen) komen we dan eindelijk aan bij het 1e meertje van Lacs de la Tempête. Het is een met korstmossen begroeide omgeving. Er zijn hier meerdere kleine meertjes en prachtige bloeiende bloemen. Dan is het tijd om weer naar beneden af te dalen. In totaal hebben we 6 uren gewandeld.
Terugrijden naar Albertville voor een overnachting op de camperplaats Aire Municipale.
Dinsdag 26 augustus
De voorspelling dat het zou gaan regenen komt ten volle uit: we worden met regen wakker en vertrekken met regen. Intussen hebben we wel een paar rustige uurtjes gehad door in bed te lezen en foto’s en filmpjes uit te zoeken. We maken de afspraak om door te rijden tot waar de zon schijnt. Helaas is dat nog wel een stukje: de Alpen helemaal uit en de Luberon in. In Villeneuve, een voor ons welbekende camperplek, vinden we de warmte die we zoeken. De hele avond zitten we buiten onder het genot van het geluid van de cicaden. Dit is vakantie!
Woensdag 27 augustus
Vandaag staat de eerste wandeling in de warmte gepland, dus op tijd uit de veren. De toeristeninfo heeft een kaart met meerdere routes. We kiezen de wandeling, die naar Les Mourres leidt. Daar staan grillige rotsformaties en die willen we gaan bekijken. Het is prettig dat het wandelen in de warmte meevalt, altijd weer even afwachten hoe dat gaat. Wel hebben we onze hoeden op en water mee. Als eerste passeren we een paar cabanos. Op elkaar gestapelde stenen hutjes zonder cement. Ze dateren uit de 14e eeuw en werden gebouwd door boeren. De stenen vonden ze op hun land en ze werden gebruikt voor gereedschappen, dieren en kleine oogsten. Les Mourres betekent figuren. Deze rotsen hebben soms de vorm van gezichten en staan in een soort maanlandschap, heel apart. We schieten er heel wat plaatjes en ondertussen hebben we een mooi panoramisch uitzicht op Forcalquier. Op het laatste stukje lopen we nog over het kerkhof en dat is deze keer wel een heel bijzondere. Grote hagen in de vorm van een groene muur zijn hier aangeplant. Sinds 1835 is dit hier al zo en de begraafplaats valt dan ook onder monumentenzorg.
Aan het eind van de middag wandelen we nog een keer de oude gravenstad in. Het historische centrum ligt aan de voet van een heuvel met bovenop een neobyzantijnse kapel. Vroeger stond hier de burcht van de graven. We wandelen door de oude straatjes en zien de Jeanne d'Arc en de Sint-Michiels fonteinen, gebouwd om water naar de stad te brengen (1512). Le campanile Saint-Pierre werd gebouwd in 1859 op verzoek van de inwoners uit deze buurt. Zij konden na het instorten van de kerk Saint-Pierre, de klokken van de kathedraal niet meer horen luiden. Deze toren was een prima oplossing. Notre Dame du Bourguet (kathedraal) is een juweeltje. Zij is gebouwd rond 1155 en heeft een vieringtoren (een kerktoren midden op de kruising van een kerk) en een tweede, slankere toren bij het portaal. Vaak werd een vieringtoren van hout gemaakt, om gewicht te besparen. Deze is een uitzondering op de regel en gewoon gemaakt van steen. We overnachten naast de atletiekbaan.
Donderdag 28 augustus
Vanmorgen eten we weer eens lekker buiten met uitzicht op de (lege) atletiekbaan. Om half tien zijn we weer op weg voor een wandeling. We willen de hitte een beetje voorblijven, dus zetten we er flink de pas in. Het 'doel' van deze tocht is een middeleeuws kanaal dat water uit de bergen via een tunnel naar Forcalquier bracht. De eerste resten hiervan zien we al snel. Na een korte, pittige stijging lopen we redelijk vlak. We zien een arend boven ons vliegen, wat zijn dat toch prachtige vogels. We lopen vrij veel in de schaduw van bomen en kunnen lekker doorstappen. Het gaat zo goed dat we binnen de aangegeven tijd (4 uur) weer terug zijn.
Bij de camper is het erg heet, dus rijden we eerst naar een schaduwplekje om een wat lagere temperatuur in de camper te krijgen. We kopen een paar boodschapjes en eten een lekker ijsje. De laatste activiteit is terugrijden naar de camperplek in Villeneuve voor een rustige namiddag en avond.
Maak jouw eigen website met JouwWeb