Lippe fietsroute en Potsdam

Vanmorgen om half 10 zijn we op weg. Niet naar Bretagne, zoals het oorspronkelijke plan was, maar naar Potsdam en omgeving. Het weer is de belangrijkste factor. Vooruitzichten stabiel weer met temperaturen die we laatste weken gewend zijn: 25 tot 30 graden.

Onze reis in één oogopslag

Zaterdag 9 juni

Het eerste doel is fietsen om Paderborn. Omdat we al vaker een gedeelte van de Römer-Lippe-route gefietst hebben en in combinatie met een plaatselijke route moeten we er een mooi rondje van kunnen maken.
Eenmaal op de fiets valt dat toch weer tegen en levert het weer de nodige stress op.
Daar komt wat later nog een dreigende onweersbui bovenop. Alles bij elkaar niet het meest ontspannende ritje 🤔.
Wel mooi is het Schloss Neuhaus, daterend uit de 13e eeuw. Het is gebouwd voor de Prinsbisschoppen van Paderborn. Een barokke tuin met waterornament ligt ervoor.
Op het Marktplein staat een moderne Neptunusfontein, een herinnering aan de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste barokke voorganger.
De machtige Domkerk is een hallenkerk met drie schepen. Het westelijke gedeelte met de zware, 92 meter hoge toren (helaas in de steigers) is vroeg-Romaans en stamt uit 1068. De overige delen zijn uit de jaren 1215-1280. De Dom is na de verwoestingen van WOII met kleine aanpassingen weer opgebouwd.
Op het eind hebben we bijna 27 km gefietst.

Gelukkig is er een camperplaats dichtbij, de Lippesee-Nordufer. Een groene parkeerplaats aan het meer.
De 1e avondmaaltijd nuttigen we buiten. Het weer klaart nog op en we kunnen de hele avond heerlijk buiten zitten.

Zondag 10 juni

Vannacht hebben we dan toch die verwachte onweersbui over ons heen gekregen. Slecht geslapen dus. Uiteindelijk pas om goed half 10 wakker geworden.
Vandaag is het plan de Lippe-route in de andere richting volgen, wel met
een aftakking maar geen andere route meer toevoegen, dat is te ingewikkeld.
Tegen half 12 vertrekken we vanaf de camperplek. Eerst naar de andere kant van de Lippesee, waar we uitzicht hebben op de haven en camperplaats. We rijden nog een paar km en zijn al direct de route kwijt. Gelukkig vinden we hem snel weer terug en vervolgen de tot dan toe mooie tocht. In Bentfeld bekijken we de St. Dionysius Kerk.

Na nog een stuk fietsen stuiten we op de vindplaats van een grote Romeinse bevoorradingsplaats in Anreppen, zo'n 23 ha groot. Ongeveer 4 tot 6 jaar na Chr. was hier een groot Romeins leger gevestigd (tussen de 5.000 á 6.000 man). Het speelde een belangrijke rol bij de veldtochten van de latere Keizer Tiberius. Via 12 informatieborden krijgen we uitleg, heel interessant.

Bijvoorbeeld over het vaandel:
"Het signum legionum was het veldteken van een legioen en werd gedragen door de signifer (=vaandeldrager). Het verlies van het signum legionum was een schande voor het hele legioen. Men kon aan de hand van het signum legionum de verdiensten van een legioen aflezen. Het verlies ervan betekende dan ook onheil voor de hele centuria totdat het werd terugveroverd op de vijand.
De open hand die vaak bovenaan het signum werd aangebracht in een laurierkrans, stond voor de eed van loyaliteit die de legionairs zwoeren. Allerlei decoraties waaronder de zilveren schijven werden vaak voor bijzondere daden toegekend. De halve maan aan de onderkant had onheil afwerende krachten.
Omdat de signifer een veel gevaarlijker positie had dan de andere verdiende hij bovendien het dubbele van het gewone loon. Hij mocht het signum legionum immers niet laten zakken en moest het tot de laatste snik verdedigen."

Ook over de kleding wordt uitleg gegeven: "Het volledige dienstuniform droegen ze alleen in oorlog en bv bij de wachtdiensten. In de Kazerne werd alleen tuniek en gordel gedragen." Foto's verduidelijken het een en ander.

In Boke treffen we de St. Landelinus kerk. Gebouwd tussen 1150 en 1200 op de fundamenten van een nog ouder kerkje. In 836 zijn er blijkbaar relikwieën hiernaar toe gebracht.
We rijden een extra stukje om nog wat kilometers van de route te maken, maar dat blijkt een erg onaantrekkelijk stuk. Na 3km keren we om en nemen de alternatieve route langs het Boker Kanaal, met nog een kleine stop bij de sluis Neukirche.

Het verhaal van de inmiddels verdwenen Bokerburcht staat ook op de borden vermeld, gebouwd in 1354 en rond 1800 is het compleet vervallen. In 1815 wordt ook de Kapel afgebroken.

Doordat we een moeilijk zichtbaar bordje missen, fietsen we weer verkeerd.
In Delbruck viert men de opening van een gildefeest, muziek en koetsen, heel gezellig.
Het historische kerkplein hier is prachtig, net zoals de St. Johannes Baptist Kerk. Deze kerk heeft als bijzonderheid dat het koperen dak scheef staat. Van een afstandje zien we het, oei als die maar niet een keertje omvalt.
De Kreuzkapelle is ieder jaar op Goede Vrijdag het eindpunt van de weg die een als Jesus verklede kruisdrager dan aflegt. Duizenden mensen komen die dag hier naartoe. De kapel is gebouwd in 1723, al in 1342 werd hier geschreven over een kapel. Rechts staat het beeld van de Heilige Johannes van Nepomuk.

We stoppen nog eenmaal langs het Boker-Heide-Kanaal. Richard krijgt toch weer last van de warmte. Eenmaal terug wil hij dan ook alleen maar slapen en Evelien eet vanavond alleen.

Later op de avond voelt hij zich beter, het rood verbrande hoofd zal nog wel een dagje langer blijven. We hebben 50 km gefietst en blijven hier vannacht staan.

Maandag 11 juni

Vanmorgen opbreken en naar de andere camperplaats rijden. Hier zijn we namelijk direct op de Beke-Lippe-route, die we gaan fietsen. Eerst even lozen en koffie drinken en om half 12 fietsen we weg.

De tocht begint mooi en met maar een paar keer een klein stukje verkeerd rijden (dat lijkt er deze vakantie bij te horen) arriveren we in een uur tijd in Bad Lippspringe. Hier ontspringt de Lippe waar de fietsroute naar vernoemd is.

De Lippebron, die in de schaduw van de burchtruïne ligt, is het begin van de langste rivier in Noordrijn-Westfalen, de Lippe, waar de stad ook naar vernoemd is. Deze bron stort 740 liter water per seconde en is één van de sterkste rivierbronnen van Duitsland. De bronmonding, die ongeveer in het midden van de bronvijvers ligt, wordt in de volksmond „Odinsauge“ genoemd. In de 8ste eeuw na Chr. legerde Karel de Grote aan bij de “Bronnen van de Lippe” om hier rijksvergaderingen bij te wonen.
De monding van de Lippe ligt 237 km verder bij Wezel in de Rijn.

De kuurstad heeft ook nog andere bronnen, zoals de amper 100 meter verderop liggende Jordanbron en de Arminius-, de Liborius- en de Martinusbron. Op verschillende tapplaatsen en bij de bronnentempel kan iedereen gebruik maken van het geneeskrachtige water.
We stoppen bij de Arminiusbron die in 1832 werd ontdekt als een geneeskrachtige bron. Hij kwam van 400m diep loodrecht omhoog in de Lippe bronvijver. Met deze ontdekking begon ook de ontwikkeling van deze badplaats.
Om de bron tegen water van boven te beschermen is deze in de tijd meerdere keren ingepakt. Bij een van deze inpakkingen vond het water een nieuwe weg omhoog.
Dit werd de Nieuwe Arminiusbron. Men zegt dat zieke schapen al lang van het bestaan van deze heilbron geweten hebben: zij gingen eerder dan de mensen drinken uit de bron om daarna weer snel te genezen.

We zien de Heilige Martinus die zijn mantel geeft aan een arm medemens en op de nevelweide krijgen we het advies om goed in te ademen. Dat werkt tegen allergieën. Maar ook het Armbad moeten we uitproberen. Er staat een gebruiksaanwijzing bij, geadviseerd wordt deze rond de middag te gebruiken.
"Armen moeten warm zijn, 30 sec. onder water houden, rustig doorademen en lachen. Water van armen afschudden en zorgen dat je weer warm wordt door aan te kleden of te bewegen."
Het loopbad zou goed zijn onder andere tegen migraine. Richard heeft daar veel last van, dus hij mag/moet het (koude) water in.
Met de katholieke kerk St. Martin sluiten we ons bezoek aan Lippspringe af.

We stappen weer op de fiets en daarna is het flink doortrappen tot op de Paderborner Hoogvlakte. Evelien ziet de accu van haar E-bike steeds leger raken. Zal ze het redden of niet? Eenmaal boven zien we tientallen windmolens, mooie plek natuurlijk om veel stroom te krijgen. Even verder gaat het steil naar beneden richting Dahl. Hier halen we eerst maar eens een lekker broodje, energie bijtanken.
Met vernieuwde krachten rijden we het laatste stuk via een oude wachttoren terug naar beneden naar Paderborn. Deze Lichtentoren is een onderdeel van de middeleeuwse “wacht”, een uitkijktoren ter bescherming van Paderborn. Tijdens WO II vernield en later weer opgebouwd. De deur is open dus de klim naar boven is snel gemaakt.
Dichtbij het eindpunt staat een mooie beeldengroep met draaibare scharniertjes. Natuurlijk gaan we een aantal handjes/beentjes veranderen.

Eenmaal terug bij de camper zijn de accu en Evelien zo goed als op, dus de eerste aan de oplader en Evelien lekker uitblazen op een stoel met een boek erbij.
38km staan er op de teller. Rest alleen nog boodschappen doen.

Dinsdag 12 juni

Genoeg gefietst, uitslapen deze ochtend en daarna op weg naar Potsdam. We komen na een paar uur in een file terecht en rijden in de buurt van Braunschweig van de snelweg af. We eten wat en besluiten het Cisterciënzer klooster Mariental in Helmstedt te gaan bezoeken. Mooie gelegenheid om even de benen te strekken. Het romaanse klooster is in 1136 gesticht door Graaf Frederik II. In 1569 werd het klooster protestants en gebruikt als een kloosterschool. Nog weer later als woongebouw en distilleerderij. In de jaren 50 is het gerestaureerd. Na het bezoek de snelweg op en weer verder.

Tegen 21.30 uur arriveren we op de camperplaats Biosphäre in het Volkspark, 471 km zijn onder de wielen doorgeschoven.
Eerst maar eens uitzoeken wat we de komende dagen hier willen gaan zien en doen.
Het wordt dus een latertje deze avond. Gelukkig staan we rustig en een beetje apart (allemaal tussen heggetjes) op deze parking.

Woensdag 13 juni

Vanmorgen eerst maar boodschappen doen, daarna stappen we op de fiets (1) en gaan we beginnen aan de sightseeing van Potsdam. Het fietsen gaat prima en samen met het boekje en plattegrond hebben we voldoende info. Als eerste zien we de Triumph Tor (2) aan de achterzijde van het Sans Soussi Park. Wat verderop staat de Brandenburger Tor (3). Dit is een stadspoort gebouwd in 1770 in opdracht van koning Frederik II. Deze poort is 18 jaar ouder dan de gelijknamige poort in Berlijn. Het uiterlijk van deze poort is geïnspireerd op de “Boog van Constantijn” in Rome. De Hofstallen (4) zijn gebouwd in 1685 door Friedrich Wilhelm (de Grote Keurvorst) als een orangerie voor het stadspaleis. Later door Friedrich Wilhelm I omgebouwd tot stallen. Door Frederick II uitgebreid tot het huidige gebouw. Sculpturen tonen een groep van mensen, bezig met paarden. Het is het oudste historische gebouw van de stad, sinds 1981 herbergt het een filmmuseum. Eerste vermelding van een 13-eeuws fort, meermalen herbouwd en uitgebreid. Nieuw paleis gebouwd in 1662-1669 door Friedrich Wilhelm (de Grote Keurvorst). In 1701 werd het paleis gecompleteerd met de bouw van de Fortuna Poort. Op 14 april 1945 werd het gebombardeerd. In 1960 werd besloten de ruïne op te blazen. In 1990 ontstonden plannen het weer op te bouwen. Van 2010-2014 zijn deze plannen gerealiseerd. De St Nicolaaskerk (6) is gebouwd tussen 1830-1837. De koning (Frederik Wilhem III) en de kroonprins/architect hadden veel geruzie over het dak. De prins en de architect wilden een “dome” en de koning twee spitse torens. Uiteindelijk resulteerde dat in een plat dak. In 1843 kwamen er 4 hoektorens bij. Tijdens een bombardement in 1945 ernstig beschadigd en nadien hersteld met een “dome”. Zo kwam hij er uiteindelijk toch! De Obelisk (5) op de Oude Markt is gebouwd in 1753. Ook deze werd in WO II sterk beschadigd. Hersteld in 1978-1979 en de vier medaillons van koningen die er oorspronkelijk hingen zijn vervangen door vier voor Potsdam belangrijke architecten. Het “oude Stadhuis”, ook op de oude Markt, verving in 1753 een nog ouder halfhouten stadhuis. Gebouwd door de Nederlandse architect Jan Bouman. Atlas torst hier de aardbol op zijn schouders. In de tijd van de DDR gebruikt als cultureel centrum. Sinds 2012 huist er het stadsmuseum in. De Neuer Markt (8) heeft het best behouden barokke plein van heel Europa. De poort aan de achterkant van de Stallen (9) laat een beeldengroep zien met een vierspan. De persoonlijke koetsier van de koning heeft waarschijnlijk voor deze koetsier model gestaan. Het carillon (10) van de Garnizoens-Kerk is een replica van het historisch carillon. De toren van deze kerk wordt nog opnieuw opgebouwd. Het stadskanaal (10) werd in 1722 verbreed en verdiept, om transport mogelijk te maken voor het vervoer van materialen om de stad te kunnen uitbreiden. In 1809 eisten de burgers dat het kanaal gedempt werd i.v.m stankoverlast, 150 jaar later gebeurde dat ook. Nu wordt er gewerkt om het kanaal weer te herstellen. In 1724 werd het Weeshuis (11) opgericht om kinderen van militairen en wezen onderricht te kunnen geven. In 1771 werd het huidige huis gebouwd. De koepel met 8 zuilen en een charitas beeld in top. Net als in Berlijn zien we hier ook de grappige "stoplichtmannetjes", rood met uitgestrekte armen, het wandelende mannetje is groen. Duidelijker kan het niet. Wat staan hier toch ontzettend grote en mooie panden. Het Hiller en Brandthuis (12) is er ook zo één. In de twee hoogste gedeelten van het huis woonden de gelijknamige families. In het middengedeelte de soldaten. Dit huis was zo’n succes dat de architect nog 300 woningen en publieke gebouwen mocht bouwen. De moskee (14) is een gewoon pomphuis. In opdracht van koning Frederik IV kreeg het gebouw het uiterlijk van een moskee in Cordoba en werd de schoorsteen als minaret omkleed. Het pomphuis was nodig voor de vele fonteinen van slot Sanssouci. Het is gebouwd in 1842, 34 meter hoog en nog steeds in werking.

Het valt mee hoeveel we in 1 dag kunnen bekijken op de fiets.
Het volgende is het Slot Charlottenhof (15), een neoclassicistisch zomerverblijf in het park Sanssouci. Gebouwd voor kroonprins Fredrik Willem, de latere koning Frederik Willem IV van Pruisen, in 1826. Het heeft een prachtige aangelegde tuin waar we graag even doorheen wandelen.

Nog zo'n mooi complex. De Romeinse Baden (16) werden gebouwd in de periode 1829-1840 i.o.v Frederik Willem IV van Pruisen.

Chinese theehuis (17), gebouwd i.o.v Frederik II tussen 1755 en 1764. In die tijd had Europa grote aandacht had voor China en de Chinese kunst. Het dak wordt door palmbomen ondersteund en een dikke mandarijn zit op het dak. Tussen de bomen zitten 6 groepen van ieder 3 theedrinkende figuren. Daartussen bevinden zich 12 muzikanten. Het is veel bladgoud dat we hier zien. Dit moet elke 30 tot 40 jaar vervangen worden. Wat een klus!

En zo komen we bij de vriendschapstempel (18), waar Richard even rust neemt.

Het Neues Palais (19) ligt er vlakbij, gebouwd i.o.v Frederik II tussen 1763-1769.
250 meter lang, 55 meter hoog, drie verdiepingen hoog en het heeft 300 kamers. De façade is geschilderd in rood met witte stenen, omdat echte stenen te duur waren. 400 beelden sieren de buitenkant, alle bedoeld om Pruisen te verheerlijken. Op de binnenkant werden geen kosten bespaard. Naast een overwinningsmonument van de 7-jarige oorlog is het ook een pompeus zomerverblijf voor gasten.

De Communs (20) zijn de gebouwen achter het paleis die als onderkomen werden gebruikt voor beambten van de koning en ook dienden als gastenverblijf. Een prachtige arcade hoort hier ook bij.
Tegenwoordig worden ze gebruikt door de Universiteit Potsdam.

Het Hippodrome bevindt zich achter het Charlottenhof. Ook deze tuin is de moeite waard.

Het Drakenhuis (24) is een paviljoen en werd in opdracht van Frederik II gebouwd tussen 1770 en 1772. De pagode verrees op de helling van de Klausberg.
Ook dit paviljoen is in Chinese stijl opgetrokken. Zestien drakenfiguren staan op twee niveaus op de daklijsten van het 8-hoekige gebouw. Het heeft 3 gestapelde, in omvang afnemende lantaarns. Het bouwwerk fungeerde als woonhuis en sinds 1934 zit er horeca in.

De Belvedère (25) is een uitzichtpaviljoen en werd tussen 1770 en 1772 i.o.v Frederik II gebouwd. In de laatste dagen van WO II brandde het bijna tot de grond toe af. Na de hereniging werd de bouwval herbouwd en sinds 2002 verkeert hij weer in oude staat.

De kerk van Bornstedt (27) is gebouwd tussen 1842-1843. Hij heeft een mooie colonnade. Speciaal is de vrijstaande klokkentoren. Achter de kerk ligt het beroemdste Potsdamse kerkhof.
De historische Molen is een standardmolen (29). Een legende vertelt dat de molenaar compensatie eiste van koning Frederik vanwege het wegvallen van de wind (door het paleis). Ik kan de molen van hem afnemen zonder er een geldstuk voor terug te geven, was het antwoord. Maar de molenaar dreigde met het Suprême Court, die ook boven de koning stond en kreeg toch zijn compensatie.
De molen werd vervangen door een stellingmolen in 1790. Daarna werd hij gekocht door Frederik Willem IV en de molenaarswoning werd omgebouwd tot gastenverblijf.

De Ruïnenberg (30) is gebouwd voor Fredrik II in 1748. De als oudheidkundige ruïnes uitziende objecten (rondtempel, Ionische zuilen, pyramide en theatermuur) dienden als natuurlijke omlijsting van het bassin dat water bevatte voor de fonteinen in het zuidelijke deel van het park. In 1845 is ook de Normandische toren nog toegevoegd.

Hiermee komen we aan het einde van een hele lange fietsdag, er staan zo'n 25 km op onze tellers. Ons lijstje blijkt weer eens langer dan de dag, maar het meeste hebben we gezien. Moe keren we terug, maar wat hebben we veel gezien. Morgen gaan we verder, vandaag eten en rusten.

Eén ding is zeker, meerdere Frederiken vanaf de 17e eeuw hielden van prachtige paleizen, triomfbogen en van folies en hebben er lustig op los gebouwd.
Deze dag is niet zonovergoten geweest, zoals we eigenlijk gewend waren de laatste tijd. Af en toe was het zelfs koud, wel is het droog gebleven. Eenmaal terug in de camper gaat, voor de eerste keer, het kacheltje aan.

Op het bijgevoegde kaartje geeft de rode lijn aan waar we gefietst hebben vandaag.

Donderdag 14 juni

Vanmorgen zijn we nog wat vermoeid van gisteren, maar er zijn ook vandaag nog veel dingen die we willen zien. De zon schijnt al lekker en het belooft weer warm te worden. Tijd voor korte broeken dus! Vandaag pakken we net als gisteren de fiets, dat is ons goed bevallen! Het kaartje met fiets- (rood) en wandelroute (groen) ligt klaar. De start is in Paleis Sanssouci waar we middels een audioguide een rondleiding door het kleine maar mooie paleis krijgen. Stukje geschiedenis: "Het kasteel telt slechts 1 verdieping en wordt vaak omschreven als “de parel van de Duitse rococo”. In 1744 besloot koning Frederik de Grote op deze verlaten heuvel zijn zomerpaleis te bouwen. Hij trok zich hier graag terug om er naar zijn verzameling schilderijen te kijken en zijn vrienden filosofen te ontvangen, alsmede te musiceren en te schrijven. Hij tekende zelf de plannen. Het werk begon in 1745 en twee jaar later was het klaar. Zijn vriend Voltaire zou er ruim drie jaar doorbrengen (van juni 1750 tot maart 1753). Met zijn vader, de “soldatenkoning” Frederik Willem I van Pruisen, had hij een gespannen relatie. Ook leefde hij apart van zijn echtgenote Elisabeth Christine van Brunswijk-Bevern, die hij enkel ontmoette bij staatsaangelegenheden. Zijn huwelijk was slecht en zijn vrouw is dan ook maar tweemaal op bezoek geweest in dit paleis. Hij stierf kinderloos op 17 augustus 1786. Dat klinkt ons in de oren als een heel eenzaam bestaan, vreselijk! Maar eens kijken hoe het paleis eruitziet. Aan wat nu voor ons de achterkant is vind je het voorplein, met aan de zijkanten twee sierlijke zuilengangen en een mooi uitzicht op fontein en ruïneberg. De 1e ruimte in het paleis was de ontvangstvestibule, versierd met Korintische zuilen en plafondschilderingen. Deze deed ook dienst als ontvangstzaal. De Kleine Galerie is rijkelijk versierd met stucwerk. Fredrik II was namelijk weg van de Franse schilderkunst. De roze smalle bankjes waren niet om op te zitten, maar moesten de galerie langer laten lijken. De bibliotheek is cirkelvormig en versierd met een lambrisering van cederhout en verguld stucwerk. Hij heeft een prachtige mozaïekvloer en er staan 2288 boeken (hoofdzakelijk Grieks en Romeins, wel allemaal in het Frans vertaald) waaronder natuurlijk het volledige oeuvre van Voltaire. We komen in de slaapkamer (en het bureau) van de koning, Hij sliep in een ijzeren bed vlak voor de haard. Alleen het bureau is authentiek. Ook de fauteuil waarin de koning in 1786 stierf staat hier. Vanwege astma kon hij de laatste jaren niet meer in bed slapen. In de concertzaal spat de rococo je tegemoet. Alles is weelderig versierd: Putti die aan het spelen en vissen zijn en ook de natuur werd naar binnengebracht, in de vorm van een spinnenweb! De dwarsfluit van de koning en een piano staan hier. Hij was een goed muzikant en componeerde zelfs sonates voor de dwarsfluit. De Marmerzaal is een immense ovale zaal met Korintische zuilen die van Carrera-marmer zijn gemaakt. De vloer is idem dito. Rond de koepel (gemodelleerd naar het Pantheon in Rome) zie je allerlei symbolen van kunsten en wetenschappen (muziek, schilderkunsten, architectuur). Hier organiseerde Frederik II zijn beroemde filosofendiners. In de gastenkamers werden alle stoffen qua kleur op elkaar afgestemd, ook hangen er veel Italiaanse schilderijen. Het was een passie van hem, alhoewel hij nooit in Italië is geweest. In het Vertrek met de Witte Bloemen zijn in 2001 alle gele stoffen opnieuw geweven op de originele manier. Mooie vazen van Meisner porselein staan hier. Op de muren zien we fruit, bloemen, papegaaien en zelfs nog een aapje.

Daarna lopen we de tuinen in, daar is ook veel te bekijken. Bij het terras liet Frederik een kleine grafkelder bouwen voor hem en zijn hazewindhonden. Wanneer hij wees naar zijn terras zei hij vaak: “quand je suis lá, je suis sans soucis”. Dat verklaart meteen de naam van het slot. Een beeld van Flora (de bloemgodin) en Zephyr (de god van de milde zuid-west wind staan op het terras. De kist van de koning werd pas in 1991 (na veel omzwervingen) ook onder ditzelfde terras begraven. Er liggen aardappels op de steen...hmm aardappels, waar komen die nu vandaan?? Het is eigenlijk allemaal heel logisch. De bijnaam van Frederik was "De Aardappelkoning". Hij introduceerde de aardappel ten tijde van oorlog (en hongersnood). De boeren wilden ze niet gaan verbouwen, omdat ze ze dachten dat het een giftige knol was. De koning at daarop een dampend bord aardappels "en plein public" op. Zo zorgde hij ervoor dat het leger weer op krachten kwam en nieuwe overwinningen kon behalen. Het park is 289 hectare groot en de tuinen zijn divers. Terrassen werden gemaakt en met druivenplanten bekleed, 3000 fruitbomen kwamen er, maar ook siertuinen met borders. De grote Franse siertuin met fontein (38 meter hoog) bevindt zich helemaal onderaan. Jammer is het dat tijdens het leven van Frederik II de fonteinen nooit hebben gewerkt. Dat gebeurde pas vanaf 1842 nadat de pompmachine was gebouwd. Twaalf marmeren beelden uit de Griekse Mythologie staan rondom de vijver. Paarden werden ervoor geruild. De bloemen worden allemaal in de kassen op het terrein zelf gekweekt. De Schilderijengalerij bouwde hij in 1755. De bedoeling was om zijn privé collectie schilderijen aan een wat groter publiek te tonen. Op deze manier is het één van de oudste musea van Duitsland. Tussendoor zitten en eten we wat, dat is wel nodig. Van de Friedenskirche is de 1e steen gelegd op 14 april 1845. De vijver werd speciaal aangelegd om de kerk te kunnen weerspiegelen. In 1836 kon de koning op een veiling het mozaïek van de aps van de kerk van Murano (Venetië) kopen. Deze kerk werd namelijk afgebroken. De afmeting van de nieuwe kerk moest hierop aangepast worden. Op de binnenplaats staat een beeld van Jezus. In deze kerk zijn een aantal Frederiken (met vrouw) begraven. Wij kunnen er helaas niet in. De Neptunusgrot werd in 1751 aangelegd in Rococo stijl. Het is een verwijzing naar de zee, die terugkomt in de zeegod Neptunus. Vanaf 2014 is men al bezig met de restauratie van deze uit Carrera marmer bestaande grot. Het totale kostenplaatje is 3,5 miljoen euro en eind 2017 had het gereed moeten zijn. Helaas ……. De Siciliaanse tuin en het Orangeriepaleis (bestemd voor de gasten van de koning) zijn de laatste dingen die we hier bekijken. De ronde bogen van het 300 meter lange Paleis hebben het Uffici (Florence) als voorbeeld. De marmeren beelden zijn de allegorieën van de 4 seizoenen, de 12 maanden van het jaar en de kunst, de wetenschap en de industrie. Nu dient dit gebouw om de palmbomen vorstvrij te laten overwinteren. Geld zegt inderdaad niet alles, want Frederik Willem IV heeft helaas nooit kunnen genieten van dit alles. Hij kreeg beroertes die zijn geestelijke vermogens aantastten. Pas om half drie verlaten we deze mooie stek.

We fietsen verder de stad door, er is nog veel meer moois te zien. Als eerste passeren we de Kazerne. Vervolgens de Jägertor: de oudste en best bewaarde van de drie stadspoorten. Gebouwd in 1733 was het onderdeel van de toenmalige stadsmuur. Sculpturen van jachthonden die een hert tot staan brengen en decoratieve trofeeën op de bovenkant. Nog zo eentje is de Nauener Tor, gebouwd in 1754. Met zijn 2 gotische torens met poortwoningen en arcaden lijkt hij op een middeleeuws fort. In 1755 werden er nog verfraaiingen aan toegevoegd: leeuwenkoppen. Dan zien we iets vreemds: een wijk met Nederlandse klok- en trapgevels. "Het Hollands Kwartier" is de grootste collectie van deze zg. Nederlandse huizen buiten Nederland. Jan Bouman was de architect en het is ontstaan vanuit de voorliefde van Frederik I voor de Nederlandse cultuur en gebouwd tussen 1733 en 1740. Het kwartier riep veel tegenstand op vanwege de strakke opstelling. Men vond dat het meer weg had van soldaten in het gelid. Het is altijd een wijk geweest voor kunstenaars, handelaars en ambachtslieden. Er is een Jan Bouman museum in het voormalige woonhuis van de architect. De Petrus en Paulus kerk (1867-1870) heeft de vorm van een Grieks kruis en een klokkentoren van 63 meter hoog, geïnspireerd op de Campanile van Saint-Zeno in Verona. De mooie schilderingen in de Apsis zijn origineel. Nog zo'n apart gebouw, wat verderop, is het Matrozenhuis. Een neogotisch woonhuis uit 1842 voor de Koninklijke zoetwatermatrozen. Inmiddels zijn we over de Humboldtbrücke gefietst. De Berliner Flatowtoren (1853-1856) had als model de Essenheimerpoort in Frankfurt am Main. In het Babelspark zien we één van de oudste stadse bouwwerken van Duitsland: de Gerichtslaube uit 1270. Het is een deel van het Rode Raadhuis dat in de 19e eeuw naar de Babelsberg is overgebracht, oorlogsschade heeft opgelopen en in 1991 is gerestaureerd. Slot Babelsberg ligt hier ook. Gebouwd als zomerresidentie van de toenmalige prins Wilhelm I en zijn echtgenote Augusta van Saksen. Meer dan 50 jaar hebben ze dit kasteel bewoond. Wilhelm 1 kreeg van zijn zuinige vader maar mondjesmaat geld voor de aanleg van slot en park. Het heeft dan ook veertien jaar geduurd voor het gereed was.

Glienicker brug, oftewel de Spionnenbrug lag op de grens met West Berlijn en werd in de Koude oorlog gebruikt als uitwisselingsplaats voor geheimagenten. Precies midden op de brug is een witte lijn die de voormalige grens aangeeft tussen West Berlijn en de DDR. Helaas geen foto van gemaakt. In 1945 was deze brug zo zwaar beschadigd dat ze niet meer bruikbaar was. 19 December 1949 werd hij heropend onder de naam “Brug van de Eenheid”. Op 10 november 1989, een dag na de val van de Berlijnse Muur, werd de brug weer geopend voor het personenvervoer. Wat is dit allemaal indrukwekkend, zou willen dat we hier meer tijd voor hadden. Helaas is het al vrij laat en moeten we verder. De Klein-Glienicker-Kapelle, gebouwd in 1881, staat er vlak in de buurt. Cecilienhof is een paleis met 176 vertrekken, tussen 1914 en 1917 gebouwd voor de laatste Duitse kroonprins Willem van Pruisen en zijn echtgenote Cecilie, in de stijl van een Engels landhuis. Een bijzonder paleis! Hier vond de Conferentie van Potsdam plaats (1945), waarop de geallieerden onderhandelden over de verdeling van het verslagen Derde Rijk. De grenzen van Duitsland werden opnieuw vastgelegd en het akkoord werd ondertekend door Truman (opvolger van Roosevelt), Churchill en Stalin. De Alte Meierei (1790-1792) was een kaasfabriek voor de koninklijke familie. Vanaf 1918 een Gaststätte en vanaf 1945 door de Rote Armee en een brand tot ruïne vervallen. Na de val van de muur sinds 1991 weer hersteld en sinds 2003 een brouwerij met een schenkerij. Er lijkt geen einde te komen aan de rij paleizen. Nog zo eentje: het Marmerpaleis (1787-1792) ligt aan het Heilige Meer. Weer een beauty! Net aan de andere kant van het meer ligt de gotische bibliotheek (1792-1794). Op de benedenverdieping huisde de Franse literatuur, op de bovenste de Duitse literatuur, beide in gelijke delen. In 1930 werden alle boeken in de bibliotheek verplaatst naar het stadspaleis, waar ze volledig verbrandden tijdens een bombardement in WO II. Bij een andere luchtaanval werd de gotische bibliotheek zo zwaar beschadigd dat de hele constructie in een onbalans van ongeveer 70 centimeter terecht kwam, wat hem de naam "de scheve toren van Potsdam" gaf. Bijna een halve eeuw lang dreigde het gotische gebouw in te storten en te zinken in het moerasgebied dat er vlak bij lag. Gelukkig kwam er in de jaren 90 een grote renovatie. Steen voor steen werd het afgebroken en genummerd. Vervolgens werd het fundament versterkt en werd te toren weer met dezelfde onderdelen opgebouwd. Je kan nu weer naar boven klimmen tot het uitkijkplatform. Frederik Willem III liet de Russische kolonie Alexandrowka bouwen (1826-1827): dertien houten huizen in Russische stijl, omdat hij en de Russische Tsaar Alexander goede vrienden waren. De blokhuizen hebben royale tuinen en vallen onder het UNESCO-werelderfgoed. Op de Kapellenberg staat een kleine Russisch-orthodoxe kerk uit de 19e eeuw. De Pinksterheuvel fietsen we als laatste op. De belvedère op de Pfingstberg is een kasteel met dubbele torens uit de 19e eeuw. De Romeinse villa van de Medici stond hier model voor. Het gebouw is (met uitzichttorens op alle vier de hoeken) symmetrisch gebouwd met een waterbassin in het midden. Tegenwoordig wordt het gebruikt voor festiviteiten en evenementen. Helaas is het al gesloten en kunnen we alleen een paar foto's van de buitenkant maken. Moe en bezweet zijn we tegen half zeven weer bij de camper terug. De teller wijst 25 kilometer aan. Gelukkig hadden we gisteren "snel klaar" eten gehaald zodat we meteen aan tafel kunnen. Daarna een lekkere douche. Ook vandaag was weer een heel bijzondere dag en het weer was prachtig. Hiermee sluiten we Potsdam af, morgen verder.

Klik hier voor week 2