Vrijdag 14 juni

Vrijdag..onze 5e en laatste week vakantie gaat in. Daar waar geen einde aan leek te komen, zien we nu de finishlijn in de verte😉. Maar gelukkig nog activiteiten genoeg deze week. We worden wakker met een miezerregentje en dat houdt de komende uren volgens de weersvoorspelling aan. Daarnaast is het erg mistig. Toch maar gaan rijden richting Ermida, dat in het Nationale Park Peneda-Gerês ligt. Helemaal in het noorden tegen de Spaanse grens. Eenmaal daar, bij de Mirador, komt het zonnetje af en toe tevoorschijn, dus wandelschoenen aan en vertrekken. We lopen richting de eerste waterval, Cascata do Arado op 750 m hoogte. Het eerste stuk is 19% stijging. Een flinke kuitenbijter, maar het gaat goed met af en toe een kleine pauze. Daarna wordt het een stuk vlakker. Bij de waterval pakken we de trap voor het mooiste uitzicht. Het pootjebaden aan de voet van het vallende water doen wij maar niet. Alhoewel het zonnetje het steeds vaker wint van de wolken is 16 ⁰C toch echt te weinig daarvoor. We zien een kraal waarin vee bij elkaar wordt gedreven (curral dos portos).

Aan alle kanten worden de uitzichten steeds mooier omdat de laatste mistflarden optrekken, jas/vest gaan uit. Met kwistige hand lijken verderop grote rotsblokken her en der rond gestrooid te zijn, prachtig! Sommige balanceren zo op het randje, dat ze vandaag nog naar beneden kunnen kieperen. We wandelen er langs heen, bijna onderdoor en uiteindelijk ook over heen. Bronwater zoekt hier zijn weg en borrelt, schuimt en stroomt diep onder onze voeten. Het is af en toe goed zoeken naar het juiste pad, gelukkig zien we de bekende rood/witte markeringen van de GR 14 en later GR 50. We zitten goed, verdwalen is het laatste wat je hier wilt. Even later denken we dat we reeën spotten, dan zien we een herder (en zijn hond) die erbij loopt. Het zijn zijn geiten 😁.

Het pad leidt ons dicht langs de rotsen naar beneden. Af en toe zit er een pittig stukje dalen tussen, waar je heel tredzeker moet zijn. Steilste gedeelte is 27%! Veel ruimte om mis te stappen is er niet of het gaat echt mis. We komen veilig aan de andere kant waar een watermassa naar beneden duikelt. Het is de Cascata da Rajada. Ook hier hebben we niet de neiging erin te duiken.

Daarna is het uitwandelen naar Ermida een makkie. We zien hier de Espigueiros, de graanschuren van deze streek. Ze staan op zuilen, zijn van graniet gemaakt en hebben latten van hout voor de ventilatie van mais en graan. Kippen en knaagdieren kunnen er niet bij. Zo wordt het sinds de 18e eeuw al gedaan.
Een jong, mager poesje vergezelt ons de laatste kilometers, heel aanhankelijk, steeds kopjes tegen onze benen geven. Af en toe krijgt hij daardoor ongewild een schop mee. Gelukkig dat hij bij een andere woning blijft hangen. Zou hem anders graag meenemen 😍 .
Het is een prachtige tocht, vreemd blijft dat er op het einde van de wandeling 11,26 km op de teller staan. Het zouden er niet meer dan 9,64 moeten zijn. Ook de 350 hoogtemeters zijn we ver en ver overstegen. Toch te veel naar de schitterende natuur om ons heen gekeken?

Er zijn hier niet veel camperplekken in de buurt en morgen moeten we verder ipv terug rijden. Volgens P4N mag je op de plek waar we nu staan overnachten. Het meisje van de toeristeninfo bevestigt dit. Het wordt zonder enige twijfel de overnachting met het mooiste uitzicht van de hele vakantie.

Zaterdag 15 juni

Onze laatste dag in Portugal. Net aan het ontbijt en daar komen Marcel en Astrid (eerder genoemde familie) voorbijrijden. Even gedag gezegd, zij gaan wandelen in dit gebied, wij rijden verder. Leuk dat we ze hier nog een keertje zien☺️. Chaves was al bij de Romeinen bekend als Aquae Flaviae vanwege zijn warmwaterbronnen en de goudmijnen. Wij gaan op zoek naar de warmwaterbron. Eerst nog brood halen en dan blijken we al vlak bij de bron te zijn. Het water is met 73 ⁰C één van de heetste van Europa. Een straal heet water stroomt uit een pijpje, we houden onze hand er maar niet in. Een paar meter verder is een soort paviljoen. Er staan stoelen en een bar waar je water uit de bron kunt proeven. Dat moeten we natuurlijk proberen. Het is best lekker en het schijnt heel gezond te zijn. Het helpt o.a. tegen longaandoeningen, reuma en hoge bloeddruk. De wanden zijn, zoals het hoort in Portugal, bedekt met Azulejo's. Het zullen wel de laatste zijn die we zien in Portugal. Als we teruglopen zien we een oude, middeleeuwse, brug: de Ponte do Ribelas. Tot in de jaren 1950 stroomde de rivier de Ribelas eronderdoor, tot die omgeleid werd wegens de aanleg van het kuurhotel. Nu ligt hij als een monument op het terrein van het kuurhotel. Tijd om naar Soutelo te gaan, want we hebben al veel tijd gebruikt om hier te komen, die Portugese wegen, hè? Overigens een advies: neem de N-wegen en blijf er zo lang mogelijk op. Ze mogen dan meestal erg versmallen, bochtig zijn en gaten hebben, maar de verbindingswegen kennen nauwelijks bochten en gaan loodrecht omhoog of omlaag: van 0 tot 100 in 10 sec, maar dan in hoogtemeters ipv km/u.

De Outeiro Machado, een 50m lange monoliet, ligt net buiten Chaves in Soutelo, natuurlijk wel via een binnenweg en eindigend in een onverharde weg. De laatste km lopen we om de steen te zien die ingegraveerd is met meer dan 350 symbolen, waarschijnlijk Keltisch van oorsprong. We zien een grote steen in een paar stukken liggen en beklimmen het grootste stuk. Na even zoeken ontwaren we iets van graveringen. Helaas is de steen grotendeels bedekt met (korst-) mossen, jammer dat het niet beter geconserveerd is en dat er nergens uitleg gegeven wordt. Maar deze kunnen we weer afstrepen van ons vakantiewensenlijstje.

We kiezen een alternatieve route terug naar de camper. We zien een kudde schapen achter een afrastering en nemen de tijd voor een foto. Plots begint een grote hond te blaffen en loopt naar ons toe. Hij krijgt gezelschap van een tweede, net zo'n grote en we lopen net niet hardlopend weg. Het geblaf blijft net zo hard klinken en een blik achterom leert dat één van de honden ons door de afrastering achterna komt 😰. Nog iets meer snelwandelend lopen we door en eindelijk vindt de hond dat we ver genoeg van zijn kudde verwijderd zijn en kunnen we de laatste paar honderd meter rustig teruglopen.

De honden deden, ondanks onze schrik, goed werk. Het zijn schaapsherdershonden van het ras Serra da Estrela, gefokt om hun kudde te beschermen tegen o.a. wolven.
Bij de camper liggen inmiddels ook 2 van dezelfde soort honden en we maken ons al weer zorgen (😫). Het blijken gelukkig jonge honden die geen kwaad in de zin hebben. Toch maar snel de camper in. 🐕🐕

Nog 20km en dan rijden we Spanje binnen. Wat een brede weg, en wat relaxed rijden! We rijden nog 100km binnen anderhalf uur (incl. tanken voor €1,30 per liter!) en dan vinden we een hele mooie, rustige P4N. Het is op het terrein bij het Paladium hotel, met een mini-museum van treinen en toebehoren. Ze hebben hier zelfs een servicepunt voor de camper ( #502177). Het Portugal-avontuur zit erop. Het hele land doorkruist, van de kusten en stranden in de Algarve, naar de Torre en het Jeronimo klooster in Bélem en Fatima in het midden van Portugal. Van de Azulejo-kerken naar de dolmen en van kastelen naar natuurparken. We hebben gewandeld, gefietst en af en toe met de aardige, behulpzame en rustige locals gesproken. Het weer is prima geweest, de wegen daar hebben we het maar niet meer over. Kortom een heel afwisselende en mooie reis, en we willen zeker nog eens terugkomen naar het midden van Portugal. Maar nu nog het laatste deel door Spanje en Frankrijk!

Zondag 16 juni

Voor we vertrekken lopen we een rondje door het museum. Een allegaartje van allerlei soorten machines en voertuigen, uit de meest uiteenlopende sectoren. Heel veel herkennen we niet eens, een aparte verzameling 🧐. De loosplek op zich is wel helemaal in stijl met het hotel, versierd met granieten bollen!

Vandaag nog maar eens de natuur in.
Las Médulas heeft een fascinerend landschap met bizarre rode rotsformaties en okerkleurige bergpieken. Het is ontstaan door goudwinning door de Romeinen in de 1e eeuw na Christus en was zelfs de belangrijkste goudmijn in het Romeinse Rijk. In 2 eeuwen is er maar liefst 2.000.000 kilo uitgehaald. Door de UNESCO erkend als Werelderfgoed.

We hebben een wandeling uitgekozen die het mooiste uitzicht geeft op dit spectaculaire landschap.
De start van de wandeling is in het gelijknamige dorpje. Bussen vol toeristen staan er, maar zodra je langs de eerste paar restaurantjes bent gelopen, kom je bijna niemand meer tegen 😉.
We zien de "rode puisten" al snel dichterbij komen. Naarmate we hoger komen, worden de paadjes smaller en smaller, tot er uiteindelijk niet meer dan 2 voeten naast elkaar kunnen worden gezet op een hellend vlak! Helaas, weer geen foto ervan! Langzaam klimmen we verder omhoog. Af en toe helpen we elkaar bij lastige passages (en die zijn er genoeg). Wat verderop waar het pad breder is, hangt een touw! Zelfs een stukje kamwandeling zit er in.

De rode rotsen zien er van dichtbij uit als grind met zand ertussen, dit verklaard de techniek die de Romeinen gebruikten om het goud te delven.
Overal staan informatieborden die deze onwaarschijnlijke techniek "Ruina Montium" (=bergvernietiging) verduidelijken. Ze doorboorden de berg en lieten er grote hoeveelheden water doorlopen zodat de berg letterlijk instortte. Het goud kwam hierdoor bloot te liggen.
Het water hiervoor kwam uit de bergen en liep via een ca. 400 km lang kanalensysteem in de holtes in de bergen. De twee eeuwen waarin dit type mijnbouw heeft plaats gevonden, leidde uiteindelijk tot het bijzondere reliëf dat we nu zien.

Een paar delen van de kanalen zijn nog zichtbaar en 1 ervan ligt naast ons wandelpad. Indrukwekkend wat een werk hier verricht is, helaas zijn er tijdens de bouw van de kanalen en in de mijnen veel mensen verongelukt.

Vanaf de Mirador de Orellán is het uitzicht het meest indrukwekkend. Helaas zijn de Cueva Encantada (betoverde grot) en Cuevona (de enorme grot) afgesloten vanwege vallend gesteente. We maken een foto van een afstandje.

Op de terugweg naar het dorp passeren we kersenboomgaarden en oude kastanjebossen. Kastanjes rapen mag niet omdat er een ziekte in deze bomen en vruchten zit. Dat resulteert wel in de meest fantastische contouren van deze reuzen. Moe keren we terug, met 11,7 km op de teller en 517 hoogtemeters, meer dan oorspronkelijk was aangegeven. Maar goed dat we niet alles van te voren weten. Het was een wandeling met een rood-gouden randje. Overigens straalt Richard op dit moment ook als een rood ☀️. Vergeten in te smeren op deze bewolkte dag, met maar 19⁰C.

We rijden nog wat verder richting Leon en vinden een camperplek in de buurt van Astorga (#63899). Castrillo de los Polvazares schijnt een mooi plaatsje te zijn, helemaal opgetrokken uit steen. Morgenvroeg maar even door lopen. We kunnen in ieder geval ons avondprogramma verder afdraaien. Inclusief een lekkere douche!

Maandag 17 juni

Gisteravond kwamen we er dus achter dat we naast een bijzonder plaatsje staan. Castrillo de los Palvazares behoort tot de mooiste dorpen van Spanje. Het dorp telt 100 inwoners en leeft voornamelijk van restaurants en hostels (veel Santiago-gangers). Het dorp is een Maragatos-dorp, genoemd naar de met muilezels rondtrekkende kooplieden die hier in de buurt (nog steeds) een gesloten gemeenschap vormen. Ze hebben een traditioneel gerecht: de cocida-maragato, een stoofpot met 7 soorten vlees, waarvoor de mensen speciaal naar hier komen.
De toeristen komen hier ook voor de rode huisjes en straten. Alle huizen zijn in dezelfde stijl opgetrokken, dat maakt het echt een eenheid. Geen wonder dat het al sinds 1980 een beschermd stadsgezicht is. De straten lopen overigens niet lekker, de stenen liggen niet vlak, maar in gelijkmatige ribbels, om het water beter te kunnen afvoeren. De vroegere staldeuren zijn er in 2 vormen: met een boog of recht. De rijkere kooplieden konden zich een huifkar veroorloven, waarvoor een hogere toegang vereist was, de anderen hoefden alleen hun muildier naar binnen te laten. Verder is het wel een mooi, maar stil dorp. Het is nu 10 uur in de ochtend en de zaken zullen pas later in de middag gaan draaien. Als we het dorp weer uitlopen komt de eerste buslading toeristen net het dorp in. Tijd om te vertrekken.

We willen gaan fietsen bij León, ruim 50km verderop. We vinden een ruime en rustige parkeerplaats en na een snelle lunch pakken we onze stalen rossen. Een korte stop bij de Spaanse C&A (hebben ze dat jurkje nog dat we laatst zagen? Nee, maar we slagen toch nog). En dan gaan we echt beginnen, waar moeten we fietsen: op het trottoir of op straat? Na een paar honderd meter maakt het niets meer uit: er is een fietspad.

De route gaat nu langs de Río Brenesga, waarna we stijgen naar de buitenwijken van León. Blij met de elektrische fietsen 🚲😀.
De woningen worden langzaam wat luxueuzer, er komt weer meer groen in het zicht ipv de blokken flats. We zien een kleine kudde koeien grazen op een minuscuul stukje gras, tussen de bedrijven. De hoeders zitten op hun gemak op een stoel buiten de afrastering. Nog een stuk langs de grote (N-) weg, gelukkig weer een afgescheiden fietspad, echt goed geregeld hier.

Als we zo'n 15km gefietst hebben draaien we weer naar het water, de Río Torío deze keer. Er is alleen een fietspad, heel rustig, een paar fietsers, verder niets. De bermen staan volop in bloei, de krekels en de vogels laten zich volop horen en we hebben nog een flashback van gisteren: weer okerkleurige bergen!
Wat een mooi stuk, met een heel goed fietspad. De laatste 6km moeten we onze eigen weg vinden, om het aantal km's acceptabel te houden. Dat gaat ook goed en na bijna 27km zijn we weer terug. Weer een mooie en afwisselende tocht: klimmen en dalen, stad en natuur, grote weg en fietspad.

We zijn nog niet klaar voor vandaag: de voorraadkast en koelkast zijn bijna leeg, dus eerst naar de supermercado en dan nog een stukkie rijden. Het rijden is super relaxed: een grote, nagenoeg lege, tolvrije snelweg. 100km in no time. De reis eindigt vandaag op een P4N achter de sporthal in Carrión de los Condes. Geen verkeer hoorbaar, 4 campers van allemaal een andere nationaliteit en uitkijk op een mooie brug: een goede plek.

Dinsdag 18 juni

Vandaag geen lang verhaal, het wordt een reisdag, niks meer en niks minder. Kilometers maken om de komende dagen weer wat te kunnen gaan ondernemen. De eerste 300 km is snelweg door Spanje. Rustig en relaxed koersen we naar het noorden. De enige factor die wat zorgen baart is het weer. Onweersbuien worden voorspeld in de loop van de middag in de buurt van Irun. Beetje in dezelfde buurt als 4 weken geleden. Dat willen we koste wat het kost voorkomen. Bij de Franse grens wordt het druk en gaat de snelheid drastisch omlaag.
Eerst maar eens een lange eet- en rustpauze en dan verder.

Het blijft gelukkig droog, ondanks meerdere waarschuwingen van een aantal weerapps. Wel is het broeiierig warm. We koersen nog wat door en belanden uiteindelijk in Houeillès in het departement Lot-et-Garonne.
Helaas, de buien met onweer lijken ons te volgen. Op de camperplaats Aire de repos de Houeilles houden we het zekere voor het onzekere en blijven op het geasfalteerde plein staan ipv onder de bomen op het gras. Inmiddels is het hoog tijd voor een lekkere maaltijdsalade. Terwijl de bliksem de hemel verlicht, komt de 1e bui (en zeker niet de laatste van vandaag) over ons heen. ⛈️⛈️
Kilometers hebben we vandaag genoeg gemaakt, ruim 540. Geeft fijn ruimte aan de dag van morgen.

Woensdag 19 juni

Vannacht is het verder rustig geweest, ook geen regen meer, daardoor rustig kunnen slapen. Het geplande ontbijt van eieren met geitenkaas gaat helaas niet door: de eieren die we in Spanje gekocht hebben blijken hardgekookt te zijn. Blijkbaar iets gemist op het etiket 😂. Vanmorgen trekken we verder ten noorden van de Pyreneeën, oostwaarts. We rijden naar Rocamadour, een plaats die al heel lang op ons lijstje staat. Onderweg wel even hinder van een omweg (en daardoor moeten we over allerlei "witte" weggetjes rijden), maar de wegen zijn gelukkig goed. Ze leiden ons door groene dalen, door de heuvels en vlak voor de aankomst in Rocamadour ook langs een mooie, diepe vallei.

 

Rocamadour is een bedevaartplaats, waarvan de oorsprong waarschijnlijk al voor de 10e eeuw begon met een kluizenaar genaamd Amadour. Hij zorgde ervoor dat hier een kloostergemeenschap ontstond. In de 12e eeuw vond men het lichaam van de kluizenaar terug, dat nog in goede staat bleek te verkeren. Dat, en nog meer wonderen, zorgde voor een enorme toeloop van bedevaartgangers. Nu is deze plaats één van de belangrijkste stops op de route naar Santiago. De plaats is tegen de rotsen aan gebouwd en bestaat uit 3 lagen: in de onderste laag huisden de handelaren en ambachtslieden, de middelste laag was voor de geestelijken en op de bovenste laag waren de ridders die het dorp moesten beschermen. We komen binnen vanaf de buurplaats L' Hospitalet, zodat we eerst een mooi uitzicht op de stad hebben. Vandaag de dag zien we onderaan vooral restaurantjes, souvenirshops, kledingboetieks en winkels waar lokale producten verkocht worden (denk dan vooral aan alles met noten: koekjes, olie, likeur, enz.). Dan de "Grand Escalier" (de grote trap) op naar de diverse kapellen en kerken. De 216 treden (bevatten fossielen van zeeleven) moesten vroeger door de pelgrims op de knieën genomen worden, wij zijn gelukkig geen pelgrims😂. Bovenaan zien we de plaats waar de kluizenaar Amadour is gevonden (geen idee waar hij nu is) en er is een zwarte madonna in de Chapelle de Notre Dame. Boven de ingang zou het zwaard van ridder Roelant (die vergeefs getracht had de Moslims tegen te houden) in de stenen zitten. Dit zwaard vinden wij niet. Er is een kapel van St Louis die vol met sportshirts hangt van de plaatselijke rugbyclub en hun tegenstanders. Het is hier zeker zo druk als beneden en we gaan snel verder naar de bovenste laag, via een kruisweg deze keer. Het dreigt inmiddels steeds meer naar regen/onweer en als we boven komen vallen er wat druppels. Van het vroegere kasteel is niets meer dan wat muren en een kapel over. Om over de muren te lopen en nog een uitzichtpunt te bereiken moet €2 betaald worden. We denken niet dat we nog meer uitzichten nodig hebben. Bovenlangs de vallei gaat het terug naar L' Hospitalet en halverwege breekt de zon weer door. Een lekker rustig wandelingetje na de hectiek van Rocamadour. Voor we terug zijn bij de camper nog een blik op het oude kerkje en de ruïnes van het voormalige hospice in L'Hospitalet.

Het avondeten maken en nuttigen we op de parkeerplaats en dan begint de reis naar het noorden. We belanden ruim 75km verder in Perpezac-le-Noir (P4N #64316) op de parkeerplaats achter het voetbalveld. Onze buren zijn een paar koeien en ernaast ligt een grote vijver (een plan d'eau). Ziet er goed uit, nu hopen dat het (alweer) verwachte onweer aan ons voorbij zal gaan. Vanavond eten we heerlijke eigengemaakte salade bij de toastjes en het glaasje wijn. Raad maar wat voor salade dat is.

Donderdag 20 juni

Vannacht heel wat regenbuien gehad, maar gelukkig bleef het in de camper droog. Na een lekker ontbijtje (havermout met banaan pannenkoeken) rustig verder opgestart. We hebben nog steeds vakantie! Tegen de tijd dat we de snelweg weer opdraaien is het bijna droog. Na ruim honderd kilometer zijn we het zat. Een blik op internet en we zien het dorpje Gargilesse-Dampierre langskomen op "De mooiste dorpjes van Frankrijk". Voor we kunnen parkeren zijn we even verder. Eerst het "binnenland" in, dan tot de ontdekking komen dat het in een vallei ligt, waar we met de camper niet in kunnen/durven omdat het erg smal oogt. Na wat zoekwerk vinden we toch een parkeerplekje, we hebben niet het hele eind gereden om het op te geven 😳. Het blijkt meer dan de moeite waard te zijn. Het dorpje ligt schitterend op de oever van de rivier de Gargilesse. Een kasteel, waar nog twee torens en een poort met schietgaten van overeind staan. Het mooiste is het Romaanse kerkje dat ernaast staat. Heel apart van vorm, het schip is heel kort en het koor zevenhoekig. Dat zie je bijna nergens in Frankrijk. Binnen vind je meer dan honderd verschillende kapitelen die Bijbelse voorstelling laten zien. Het meest speciale is echter de crypte onder het altaar. De wanden zijn versiert met fresco’s uit de dertiende eeuw die er nog verbazingwekkend goed uitzien. Vaak is het vervaagd of verbleekt, maar hier is nog heel veel te herkennen. Wat is dat mooi!! Een aantal graven geeft aan dat hier markiezen en een graaf en gravin begraven liggen. Het zullen bewoners van het kasteel zijn geweest. We willen graag verder rondstruinen, want het is inmiddels een kunstenaarsdorp geworden. Helaas, de regen gooit roet in het eten. Snel terug naar de camper.

Na boodschappen en eten rijden we het laatste stuk van vandaag. Het wordt saai, maar helaas weer regen. Het is onvoorstelbaar rustig op de weg, dat is wel een foto waard. Net voor we op de P4N Aubigny-sur-Nère (#3518) zijn komt het zonnetje weer (even) tevoorschijn.

Vrijdag 21 juni

Alweer een reisdag. Doel voor vandaag is Rocroi, 385km hier vandaan. We tanken nog 1 keer vol voor deze reis en dan kunnen we op weg. Helaas blijft het regenen, de buien van gisteren (en vannacht) blijven ons volgen. De planning is om in Verzy nog een wandeling te gaan doen, maar een omleiding over kleine weggetjes (hadden we dat niet al eens eerder gehad?) en aanhoudende regen houden ons lang in de auto. Tegen 5 uur wordt het dan toch eindelijk rustig en zonnig weer, na het eten het laatste stuk naar Rocroi en daar maken we vanaf de CP Aire de Camping-Car Rocroi een wandeling langs de vesting en naar de kerk. Het vestingstadje is in 1555 gebouwd door de vestingbouwer Vauban en speelde een rol in de slag van Rocroi (1643, 30-jarige oorlog tegen Spanje, gewonnen door de Fransen). Verder nauwelijks geleden, waardoor de gebouwen binnen de vesting goed bewaard gebleven zijn. In 2018 waren we hier ook al eens, maar daar hebben we geen "actieve herinnering" meer aan😉 (oude foto's nog niet bekeken). We lopen over het grote plein met de "Mairie", een overdekte markt en de kerk en vervolgens over, onder en in de vestingwerken. Mooi licht in dit Golden Hour en soms herkennen we toch weer wat van ons eerder bezoek.. Toch wel koud inmiddels zijn we blij na 3.5 km weer bij onze warme camper te zijn. We luisteren het wedstrijdverslag van Oranje tegen Frankrijk (0-0) en dan morgen de laatste dag van deze vakantie.

Zaterdag 22 juni

En dan komt die onvermijdelijke dag weer: de laatste vakantiedag. Half met je gedachten al weer thuis, half bij de nog af te leggen weg. Nu heeft België niet het beste wegenstelsel, maar we rijden er dwars doorheen om (schoon)mama een bezoekje te brengen.
Na dit gezellige intermezzo, leggen we de laatste kilometers af naar huis. Net na de klok van 17 uur draaien we onze parkeerplek op. Het waren mooie weken!

Het was een afwisselende vakantie, zowel door alles wat we gezien hebben als door het weer. Portugal is mooi wat natuur en mensen betreft, de staat van de wegen en het afval dat overal wordt gedumpt zijn de mindere kanten. Het verschil tussen arm en rijk is goed zichtbaar in stad en dorp, maar de mensen zijn super aardig, altijd tot hulp of een gesprekje bereid.
7.061 kilometers staan er op de teller als we thuis zijn.

Dank jullie wel voor het meelezen en alle reacties. Dat geeft ons veel voldoening. Misschien kunnen jullie er nog nieuwe inspiratie mee op doen, net als wij met jullie belevenissen doen. Tot een volgende keer!

Maak jouw eigen website met JouwWeb