Rondreis Oost Spanje

"Een 30-daagse reis op zoek naar Dalí, de sinaasappel, de zon en nog veel meer!"

Donderdag 26 augustus

Een spannende dag, want vandaag breekt onze zomervakantie aan. Zoals altijd ook weer een overbezette dag, er moet nog van alles geregeld worden en er gaat nog van alles stuk. Dit keer het koffiezetapparaat. Er zal t.z.t.  wel weer een andere komen. De laatste spulletjes vinden nog een plekje in de camper en nog een dweil door het huis. Dan gaat de knop naar stand  "vakantie" en om 20.45 uur starten we de motor van onze Knaus. We gaan naar het zuiden, Spanje dit jaar. Eigenlijk stond Zuid-Italië op het programma, maar vanwege de vele bosbranden leek ons dat toch niet zo'n goed en veilig idee. En gelukkig kun je met een camper de planning makkelijk omgooien. Plan Italië in de kast en plan (Oost-)Spanje in elkaar gedraaid. We gaan de komende vier weken zien of het allemaal gaat lukken. Zoals vaker rijden we vanuit ons Achterhoekse dorpje richting Noord Brabant en brengen eerst nog een bezoekje aan (schoon)mama.

Vrijdag 27 augustus

Na nog wat hand-en-spandiensten zijn we om 9 uur weer op weg. In Antwerpen komen we meteen in een langzaam rijdende file terecht. Tja.....het is vrijdag! Via de Lode Craeybeckxtunnel verlaten we de stad, rijden na een koffiestop richting Brussel en....belanden in de volgende file. We zien de Leeuw van Waterloo, een  oorlogsmonument en in Lalinnes verfraait deze tambour-maître de rotonde. Onder machtige wolkenpartijen en een magere 15 graden rijden we daarna Frankrijk binnen.

Wie ons kent weet dat autowegen niet aan ons besteed zijn en we er dan ook het liefst zo min mogelijk gebruik van maken. Na de lunch reizen we dan ook in gestaag tempo verder over N-wegen. We rijden hier door de graanschuur van Frankrijk en dat is goed te zien: uitgestrekte akkers! Veel van de oogst is al binnengehaald.

Het zonnetje is inmiddels goed doorgebroken en we arriveren in Chepy. Hier gaan we onze benen strekken en maken een landelijke wandeling langs zonnebloemvelden en het Marnekanaal. Wel moeten we ons nog even "wapenen". Hordes muggen vallen aan, maar Deet brengt uitkomst. 🦟 🦟🦟. Vijf en een halve km later zijn we weer terug bij de camper.

Het eten proberen we altijd een beetje restaurant waardig te maken. Meestal staan we ergens waar een sterrenrestaurant in geen velden of wegen te bekennen is. Zo ook vandaag. Onder een oorverdovende stilte (waar vind je dat nog in Nederland?) en een prachtig uitzicht verorberen we ons maaltje: een heerlijke salade met krab en avocado. De afwas en koffie moeten even wachten, eerst nog een klein stukje rijden.

We rijden door Chalons-en-Champagne en zien een triomfboog annex stadspoort. Deze is in de 18e eeuw eenzijdig verfraaid met versieringen vanwege het bezoek van Marie-Antoinette, de toekomstige koningin van Frankrijk. Helaas zijn de versieringen na haar bezoek nooit afgemaakt. Na 3 kwartier arriveren we in Mailly-le-Camp. We overnachten op camperplaats "Aire de Camping-Car Rue Victor Hugo", waar nog net één plekje vrij is. Alle voorzieningen zijn hier aanwezig. Voor water en/of stroom heb je muntjes nodig. Het was een geslaagde eerste dag en Spanje..... we komen eraan.

Zaterdag 28 augustus

Vannacht mee kunnen genieten met de disco, een stukje verderop en om half 6 kwamen de buren erachter dat hun rolgordijn niet goed wilde sluiten. Verder wel goed geslapen😉

Tweede reisdag vandaag, dus weer vroeg uit de veren om een beetje op schema te blijven. De wegen waren super rustig en de uitzichten weids. In Auxerre zagen we nog net de mooie kathedraal Saint-Étienne d'Auxerre, een oorlogsmonument en mooie bloemenperken. Net voorbij Auxerre stopten we voor de koffiepauze. Er hing vrij veel bewolking, maar gelukkig was het droog en niet koud. Chauffeurswissel gedaan, dus ook schrijvers- en fotogravenwissel en weer op weg.

We kruisten de rivier de Allier in Moulins via de Pont Régemortes, een historisch monument uit 1763 en het landschap veranderde langzaam. Via de D2009, groen gearceerd op de kaart, zakten we langzaam af richting het zuiden. Deze wegen staan garant voor een landschappelijk mooi traject en dat was het ook.

Na de middag wilden we in de buurt van Gannat nog even de benen strekken. Een wandeling die aan onze wensen voldeed konden we in geen van onze apps vinden. We probeerden het zelf via Maps.me, maar dat leverde een kronkelende rit op via een soort breed fietspad, steeds hoger de heuvels in. Dit pad kwam uit in een klein gehucht waar we nergens een parkeerplaats konden vinden. Dat werd dus schrappen die wandeling, jammer. Even later kwam er een dame in blauwe auto voorbij en die leidde ons het dorp uit. Elke driehonderd meter wachtte zij ons op en bracht ons zo naar de voet van de heuvel, terug naar een doorgaande weg. Daar hebben wij natuurlijk onze TomTom voor, maar desalniettemin was het heel aardig.

Verder reden we langs de vulkanen rondom Clermont-Ferrand en de A75.  We zagen de Puy de Dôme, waar we al eens bovenop hebben gestaan. Uiteindelijk kwamen we om 17 uur op de camperplaats in Montpeyroux aan.

Montpeyroux is door "Les Plus Beaux Villages de France" erkend als een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Het ligt op een heuvel, met uitzicht over de Allier vallei. De donjon (de Tour Maîtresse, 13e eeuw) torende boven het dorp uit en lokte ons naar zich toe. Via een hele nauwe trap mochten we voor €2,50 naar boven. Hier werden we beloond met een mooi uitzicht. Inmiddels was het weer wat opgeknapt en de zon liet zich goed zien. We liepen dan ook in opperbeste stemming door het plaatsje. De huizen in Montpeyroux zijn gebouwd met Arkose steen. Dit gesteente komt uit de directe omgeving en heeft een eigen koperachtige kleur. Er stond een versterkte toegangspoort uit de 14e eeuw midden in het centrum en vanaf vele plekken keek je over de vallei uit. Dit plaatsje heeft haar middeleeuwse karakter heel goed weten te behouden en is dan ook zeker een bezoekje waard. Na al dit moois waren we toe aan wat lekkers en dat werd vanavond paella. Om alvast in de stemming te komen.

Zondag 29 augustus

Brrr een koude nacht was het, met een minimum van 8 ⁰C, maar wij hebben heerlijk geslapen met een extra dekentje. De bergen om ons heen zijn deze ochtend verdwenen in de nevel. We pakken de route weer op en binnen een paar honderd meter zitten we op de A75. Deze zullen we lang volgen. Dikke mist vergezelt ons dus  rijden we voorzichtig.

Bij het "Viaduc de Garabit" maken we een korte stop, het zicht is hier gelukkig weer goed. Deze spoorboogbrug is gebouwd in 1884 door Gustave Eiffel (dezelfde die de Eiffeltoren ontwierp). De gietijzeren brug heeft een lengte van 564,69 meter. De brug overspant de rivier de Truyère.

Tijdens de koffiestop bij Sévérac kijken we uit op het chateau op de top. Een wandelpad erheen vertelt het verhaal over de herders die met hun schapen hier leefden in gestapelde stenen huisjes.  Ze worden al 5000 jaar op deze manier gebouwd zonder cement. Één en ander is treffend uitgebeeld met duidelijke uitleg. Zo bouwde de herder een conische toren tussen de 3 en 4 meter hoog, vanwaar hij zijn schaapjes goed kon overzien. De zon doet volop mee (24 ⁰C) en het is hier goed toeven.

Verder gaan we weer: op naar het viaduct van Millau. Een bouwkundig meesterwerk, 13 jaar onderzoek ging eraan vooraf. Met een lengte van 2460 meter en een hoogte van 343 meter en de hoogste brugpijlers ter wereld, is hij zelfs hoger dan de Eiffeltoren. Hij overspant de vallei van de Tarn. Je kan er omheen of overheen rijden, voor de laatste optie kiezen wij deze keer. Het blijft indrukwekkend.

In de lunchpauze kan de zomerjurk aan, Richard prefereert een hemdje. De temperatuur is gestegen tot een heerlijke 27 ⁰C graden. Met nog zo'n 100 km voor de boeg een mooi vooruitzicht.

In Gruissan vinden we het mooi geweest. Een camperplaats bij de haven "Les Quatre Vents" lijkt wel wat. Het ligt vlakbij de jachthaven, maar het oogt als een grote parkeerplaats. Voor ons geen enkel probleem voor één nacht. We wandelen het toeristische plaatsje in. Twee grote havens met allerlei mooi hobby(speel-)goed passeren we evenals de nodige palmen, kenmerken van het zuiden. Als laatste bezoeken we nog de ruïne van een kasteel, hoog boven het dorp. Hierop staat de Barbarossa toren, gebouwd tussen de 10e en 12e eeuw, oorspronkelijk bedoeld om de stad tegen de Saracenen te verdedigen. Het werd volledig verwoest in de zeventiende eeuw op bevel van Richelieu, een geestelijke, edelman en staatsman. Aan de voet wandelen we nog even de Èglise Notre-Dame de l'Assomption in. Voor de rest van de dag doen we helemaal niets.

Maandag 30 augustus

Vanmorgen zagen we de zon tussen de bomen door boven het water opkomen. Mooi en heerlijk na die koude, bewolkte ochtenden tot nog toe. Na de ochtendrituelen nog een rit van ruim 100km voor de boeg, waarbij we soms de zee al weer konden zien. Eerst een stukje binnendoor en later via de D914.

In Port-Vendres wilden we de Grote Ronde over de Cap Béar gaan lopen, bijna 10km. We moesten daarvoor parkeren op de camperplaats, omdat de weg verderop naar het beginpunt verboden voor campers was.
Gelukkig een mooi plekje om te bivakkeren, heerlijk in de schaduw. De plaatsen waren niet erg groot en wel even goed opletten voor laaghangende takken. Alle voorzieningen waren hier aanwezig. Eerst maar eens de stoelen naar buiten en een bakkie koffie.

Rond 11.45 uur begonnen we aan de wandeling. De zon en wind vergezelden ons waardoor we heerlijk konden lopen. We liepen behoorlijk op en neer over het rotsige pad te genieten tot we plotseling op een wel erg dor stuk kwamen. Toen we beter keken bleek hier nog niet zo heel lang geleden brand gewoed te hebben. Er kwam al wat jong groen boven de grond, maar de zwartgeblakerde resten van het struikgewas overheerste toch. Een trieste aanblik. Gelukkig was het verbrande gebied niet al te groot, maar we zagen enkele huizen en een wijngaard direct aan de grens ervan. Wat zullen de bewoners een angst hebben gehad, met het vuur zo dichtbij.

Even later liepen we al weer tussen de groene struiken op weg naar de vuurtoren van Cap Béar. Er stond een controlegebouw van de Franse marine (verboden foto's te maken!) en er waren veel resten van verdedigingswerken uit WO2, vooral ondergronds. Na de pauze weer verder langs de kust; wat stijgen en dan weer dalen. We liepen voor Fort Béar langs, gebouwd 1877 en genoten van de mediterrane cactussen, yucca's en andere planten die we in Nederland nooit zomaar in het wild tegenkomen, hooguit op de vensterbank.

Na nog een rust besloten we de tocht wat in te korten. Het fort zagen we weer van een afstandje en via een zeer alternatief paadje, weer tussen de verbrande struiken door (de roetstrepen zaten nog op onze benen) liepen we terug naar de weg en de parkeerplaats. Om 5 uur waren we weer terug bij de camper, voldaan en moe.

We waren blij dat we niet meer hoefden te rijden, aten de resten die we nog in de koelkast hadden en genoten van de rust en de warme avond.

Dinsdag 31 augustus

Vanmorgen om half negen staan er twee agenten voor onze deur. Gelukkig zijn we voorbereid. Ze komen namelijk het overnachtingsgeld, 12 euro, ophalen. Ze maken nog grapjes ook: we geven 50 euro, ze zeggen dankjewel en lopen weg 😂. Zo'n stukje humor waarderen we wel in deze super drukke streek, waar veel mensen gestrest lijken. Na onze koelkast te hebben bijgevuld met producten van de plaatselijke supermarkt gaan we verder. We rijden nog steeds op de toeristische groene route de D914. Het schiet niets op, maar who cares...... We zien hier de uitlopers van de Pyreneeën tot aan de zee en lassen een koffiemomentje in. Bij het laatste dorpje voor de grens, Cerbère, is de weg zelfs boven de rotsen/zee gebouwd. De huizen staan bijna tot aan de waterkant, dus nood breekt wet. En dan rijden we Spanje binnen....

We zijn op weg naar het Monestir de Sant Pere de Rodes. Hoog in de bergen ligt het, in het natuurpark Cap de Creus. Veel haarspeldbochten moeten we nemen voordat we er zijn. Goed dat we al jarenlang ervaring hebben met het rijden in de bergen. Het kloostercomplex ligt op een prachtige locatie op ongeveer 520 meter boven zeeniveau.

De geschiedenis vertelt ons dat in de 9e eeuw de relikwieën van Petrus veilig gesteld moesten worden, voor de aanvallen van de Perzen in Rome. Monniken gingen hiervoor per boot en strandden in deze streek. Ze verborgen de relikwieën in een spelonk bij een bron. Toen ze deze later weer wilden ophalen waren ze onvindbaar, de bron vonden ze wel. Ze mochten echter alleen naar Rome terugkeren met deze relikwieën. De rest van hun leven bleven ze zoeken en bouwden ondertussen hier een klooster. De oudste documenten waarin hier melding van wordt gemaakt dateren van 878. De belangrijke relikwieën schijnen later weer gevonden te zijn en zorgden ervoor dat het klooster één van de belangrijkste religieuze (pelgrims-)oorden van zijn tijd werd.

Met een Nederlandse audioguide hebben we het allemaal prima kunnen volgen. We vinden het erg mooi. Verschillende wandelingen starten vanaf het klooster en zo te zien wordt daar veelvuldig gebruik van gemaakt.

Daarna rijden we via de GIP-6041 en Vilajuïga naar Roses. Op Autocaravaning Park Roses overnachten we. Dreigende wolken drijven over ons heen, maar we houden het droog. Later op de avond flaneren we over het strand. Met een lekker glaasje sangria komt er een einde aan deze mooie dag.

Woensdag 1 september

Vandaag gingen we naar het museum/woonhuis van Salvador Dalí. Maar dat is pas laat in de middag en dus hadden we nog tijd genoeg. Naar Cadaqués gereden, met wat moeite een goede parkeerplaats gevonden want campers zijn niet overal welkom. Bij toeval ontdekten dat we van daar de bus naar Cap de Creus konden nemen. Deze parking lag aan de Carretera de Cadaqués al Cap de Creus. Een prachtig Nationaal Park, waar we sowieso al naar toe wilden dus de keuze was makkelijk.

Met de bus 6km weggebracht naar de vuurtoren van Cap de Creus en van daar gewandeld naar de Cova de s'Infern. Hellegrot, zo genoemd omdat de eerste zonnestralen van de dag deze plaats een helrode gloed zouden geven. Wij waren "net" te laat om het te kunnen zien (😉) en wandelden terug naar de parkeerplaats. Onderweg genoten van het schitterende landschap: desolaat, vreemde rotsformaties (ontstaan door erosie van wind, water en zout), veel verschillende soorten geologische lagen en mooie, maar vaak ook stekelige planten. Helaas hadden we de hier ook voorkomende schildpadden niet ontdekt. Wel zagen we net buiten de kust het 600m lange "Witte Eiland" en ook de "rat": een eiland met de vorm van....

We waren net op tijd terug om ons nog even te kunnen opfrissen en om te kleden, want er was een tijdslot op het Salvador Dalí huis in Portlligat. Een beperkt aantal bezoekers werden er per dag binnen gelaten. We hadden dan ook thuis al een reservering geplaatst. Om 15.50 uur mochten we naar binnen en een half uurtje eerder moesten we de tickets ophalen.

Nog snel een binnendoor-weggetje opgezocht (niet zo handig op nette schoenen, maar ja) en we waren ruim op tijd. Het museum was het woonhuis van Dalí van 1930 tot 1982 (tot zijn vrouw Gala stierf en hij er niet meer wilde komen) en is in die periode flink uitgebreid. Hij had o a. een olijfgaard bij zijn huis.

Een gids leidde ons kleine groepje met Spanjaarden, Catalanen en ons Nederlanders rond en liet zien dat de eerste kamers vrij gewoon waren: eten, ontvangst, bibiotheek. Daarna de werkruimtes waar hij o.a. zijn atelier had. Hij had er een kamergrote ezel gebouwd die hij kon laten zakken en stijgen, zodat hij altijd zittend kon schilderen. Boven was een naar buiten gerichte spiegel te zien waardoor Dalí vanuit zijn bed de eerste zonnestralen kon zien. Cap de Creus is de meest oostelijke punt van Spanje en Dalí zei dat hij als eerste van Spanje de zon zag opkomen. Ook waren er nog een kleedkamer met fotocollecties en de Oval Room: een kamer voor Gala ontworpen. De akoestiek was hier special. Daarna gingen we naar buiten, de tuin in. De olijventuin, de duiventoren, het zwembad en de "Christus van het Afval" waren echt des Dalí's. Een mooie afsluiting van deze dag.

De weg terug vinden naar Roses was de volgende uitdaging. Cadaqués is een mooi dorp van witte huizen en een witte kerk in het midden op een heuvel, maar ook met kleine straatjes, die niet camperproof zijn. TomTom hield daar geen rekening mee en ja, dan snap je het wel hè? Kortom, bijna vastgereden en na een paar keer omkeren de goede weg gevonden. Een half uur later stonden we net buiten Roses op een gratis camperplek in Empuriabrava. Nog even was er opschudding: een parachute kwam vlak in de buurt naar beneden en het bleek een man met een raketpak te zijn. De landing was helaas net te ver weg om erheen te lopen. Voor deze dag hebben we weer genoeg meegemaakt.

Donderdag 2 september

Wakker worden met een zacht getik...... meestal niet zo'n goed teken. En dat is het ook nu niet, het miezert en af en toe verandert het in een bui. Na de middag zal het wat droog worden. Eerst maar een aantal klusjes afwerken waar we de afgelopen dagen niet aan toegekomen zijn. Tegen half twee wordt het wat lichter en het zonnetje piept er af en toe doorheen. We pakken onze fietsen en gaan op pad. Het Nationaal Wetlands Park, Parc Natural dels Aiguamolls de l'Empordà, ligt hier vlakbij. Van origine is dit een moerasgebied en nu een belangrijk ecologisch reservaat en toevluchtsoord voor trekvogels. Er zijn observatiehutten en een bezoekerscentrum.

Eerst fietsen we door Empuriabrava, een woonkern met kanalen voor jachten tussen de huizen. Het wordt ook wel "Catalaans Venetië" genoemd.

Bij het bezoekerscentrum aangekomen halen we een folder met fiets- en wandelroutes en bekijken de flora en fauna die hier getoond wordt. We vervolgen onze fietstocht en zien dat de poelen bijna of helemaal droog staan. We spotten een aantal watervogels, maar ook zwarte koeien en ezels. Ook worden in dit gebied gewassen verbouwd die we niet kennen, zoals het kafferkoren. Beter voor het milieu, kan goed tegen droogte/hitte en kan mais vervangen. Zelfs bier kan er van gemaakt worden. Vraag me wel af of hier de uitdrukking uitkafferen vandaan komt.

We fietsen het plaatsje Castelló d'Empúries door. Er staat een mooie kerk, Basílica de Santa Maria, en een Romaanse klokkentoren. We rusten nog even bij de vroegere wasplaats. Ook zien we hier veel boomgaarden met appels en dan vooral de donkerrode soort. Het brengt vast veel geld in het laatje, want de woningen die erbij staan ogen sprookjesachtig. Na 27 km zijn we terug, de tocht was aardig. Rustig fietsen was er niet echt bij, veel grof grind en heel veel kuilen in de weg. We zijn best wel verwend met goede fietspaden in Nederland, merken we nu. Een aantal keren hebben we moeten schuilen tegen de regen, gelukkig hadden we de paraplu's meegenomen. Vannacht blijven we op hetzelfde plekje staan. Lekker makkelijk. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb